Tobias Cobbaert

‘Dat ik lang haar en een baard heb betekent nog niet dat ik op Dave Grohl lijk’

Ook Tobias Cobbaert grasduint in het nieuwste culturele erfgoed.

Harde cijfers om deze uitspraak te staven heb ik niet, maar ik ben er zeker van dat het een universele ervaring is voor mannen met lang haar en een baard: om de haverklap vraagt een flauwe plezante of je Jezus bent. Het ­aantal mensen dat ik heb moeten zegenen, is onder­tussen al niet meer op één hand te ­tellen. Uit beleefdheid lach ik vriendelijk mee, maar vanbinnen sterf ik altijd een beetje. Niet dat ik het respectloos vind om met de Messias ­vergeleken te worden. Je kan gewoon maar zoveel keer Jezus genoemd worden vooraleer het riedeltje afgezaagd wordt.

Maar de laatste jaren lijkt er iets te ­veranderen. Ik weet niet of het ligt aan de ­secularisering van de westerse maat­schappij of aan de vorm van mijn gezicht, maar ­Jezus is niet meer de mede-man-met-baard-en-lang-haar met wie ik het vaakst ­vergeleken word. In plaats daarvan vertelt er me elke maand wel iemand dat ik op Dave Grohl lijk.


In de meeste gevallen ­weten de mensen ­natuurlijk dat ik niet écht Dave Grohl ben. Dan komen ze op ­feestjes met een ironische knipoog vragen of ze met ­deze rockgod op de foto mogen. ‘Haha, natuurlijk, alles voor mijn fans’, antwoord ik dan voor de vijfde keer die nacht, snel poserend zodat ik verder kan dansen met mijn vrienden.


Maar blijkbaar is de gelijkenis zo sterk dat sommige mensen me oprecht voor de frontman van de Foo Fighters houden. Afgelopen zomer was ik op Rock Werchter aanwezig als ­recensent, waardoor ik een speciaal pols­bandje kreeg dat me toegang verschafte tot de persruimte. Terwijl ik aan de main ­stage naar een optreden stond te ­kijken, sprak een Brits koppel me aan om te zeggen hoe vereerd ze waren om ­Dave Grohl te ontmoeten. Zonder ­greintje ironie. Omdat mijn pols­bandje er ­bijzonder uitzag, waren ze ervan overtuigd dat ik een van de artiesten was. ­Belangrijk detail: Foo Fighters stond dat jaar ­helemaal niet op Werchter. Mijn confrontatie met mijn evenbeeld staat pas deze zomer op de planning.

Ook mannen met lang haar en een baard zijn unieke individuen met een eigen gevoelswereld.


Het ding is: zelf zie ik de gelijkenis ­absoluut niet. Oké, Dave en ik hebben ­inderdaad allebei lang, bruin haar en een baard. Maar wat mij betreft stopt het daar. Veel ­mensen zijn precies niet in staat om ­verschillende mannen met lang haar en een baard uit elkaar te houden, en ik zou liegen mocht ik beweren dat ik er niet een beetje ­verontwaardigd door ben. Als je Dave Grohl op Graspop zou laten rondlopen, zou hij waarschijnlijk nooit aangesproken worden, omdat iedereen er daar ‘exact hetzelfde uitziet’. Van systemische discriminatie wil ik niet spreken, want op wat lichte irritaties na onder­vind ik hier ­verder geen maat­schappelijke ­gevolgen door, maar de ­veralgemening stoot me ­tegen de borst. Ook mannen met lang haar en een baard zijn unieke individuen met een eigen gevoelswereld!


En dan is Dave Grohl nog de minst absurde persoon met wie ik word vergeleken. Een poosje geleden beweerde een hoop tieners op Facebook dat ik als twee druppels water op Steve Aoki leek. Een van hen had dan weer een andere mening. Hij stuurde me zonder aanleiding een privéberichtje waarin hij me Post Malone ­noemde. En toen ik mijn moeder een roman van Ilja ­Leonard Pfeijffer uitleende, zei ze dat ik precies zelf op de achterflap stond.


Het meest hallucinante moment waarop ik met iemand anders werd verward, ­speelde zich dan weer af op de camping van Dour. ‘Yo, Peter Evrard’, hoorde ik een ­groepje festivalgangers plots richting onze tenten roepen. Die vergelijking is slechts één keer ­gemaakt en was zo van de pot gerukt dat ik er zelf ­hartelijk om moest lachen. Maar maak er ­alsjeblieft geen gewoonte van.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content