Paul Baeten
‘Het BV-interview is een van de grootste uitingen van blind privilege die ik ken’
Paul Baetenis schrijver van romans en tv-reeksen – eerder dit jaar nog Twee zomers op Eén. Elke week bijt hij zich hier vast in maatschappij en popcultuur.
Er is een genre binnen wat ik nu gemakshalve ‘de journalistiek’ zal noemen – een term die ongeveer even snel devalueert als de linkse oerprincipes van CD&V en Vooruit. Dat genre is: het BV-interview.
Eigenlijk gewoon een praatje met iemand die ooit per ongeluk iets heeft gedaan waar een microfoon of een camera in de buurt was. Er is telkens een drogreden: een zoveelste flauw, op een buitenlands flutformat gebaseerd studioprogramma wordt gelanceerd of, beter nog, ze verhuisden van het ene stomme steenwegdorp naar een ander stom steenwegdorp en missen hun mama waar ze om onduidelijke redenen altijd verstikkend close mee zijn. Op hun 36.
Kortom: gelul om de ware reden te verhullen, namelijk dat we blijkbaar om de zo veel tijd moeten weten hoe het met die mensen gaat.
Iedere Gentse acteur moet in De Morgen verplicht minstens eens per seizoen in de weekendkrant hetzelfde verhaal kunnen doen met een foto of twee die hen de diepgang moeten verlenen die ze van nature ontberen, elk half duifke dat ooit een basgitaar heeft bekeken in een straal van 10 kilometer rond dEUS moet per contract nog tot 20 jaar na de dood van Barman in Humo zijn zegje kunnen doen en als De Standaard ons niet op de hoogte houdt van Mia Doornaert haar visie ‘op Frankrijk’ dan zijn er geen vaste waarden meer.
Dat format van zomaar-wat-lullen-want-het-ben-ik, dat is een van de grootste uitingen van blind privilege die ik ken.
Nu ja, er zijn uiteraard al lang geen vaste waarden meer, maar je begrijpt wat ik bedoel.
Dat format van zomaar-wat-lullen-want-het-ben-ik, dat is een van de grootste uitingen van blind privilege die ik ken. En het is zoals elk privilege eindig. Talkshows werken niet meer, boekjes verkopen minder: mensen zijn dat beu.
De maatschappij gonst van de verhalen die moeten verteld worden maar nooit een pagina of een scherm zien. En iedereen krijgt er stilaan mee te maken. Als je al niet in oorlog zit of met racisme te maken krijgt, dan heb je wel geldzorgen of een mentale weerslag van covid. Intussen wordt er zonder de minste schaamte doorgeluld als het zoveelste bewijs dat heel veel media compleet het pad kwijt zijn.
Het kan me niet schelen waar de gouden generatie die per ongeluk altijd verloor op vakantie gaat. Het kan me niet schelen dat een acteur uit Familie zijn portefeuille verloren is op de Meir. Het kan me niet schelen dat iemand die meedeed aan Blind getrouwd nu even gerust gelaten wil worden. Het kan me allemaal niets schelen. Er is een grens waarna onzin niet langer ontspannend maar wraakroepend werkt. Die grens zijn we al even voorbij.
En veel van mijn collega-columnisten mogen ook stilaan wakker worden. Dat je een nieuwe jas kocht of december geen leuke maand vindt omdat ze rijmt op ‘gember’ en je daar eens ziek van bent geweest, of dat je na 200 jaar Gent nog altijd niet kotsbeu bent: het zal allemaal wel. Boeit. Niemand. Daarom heb je ook 11 likes op je onlinestukken – je zus en je lief omdat ze niet anders durven + je relevantie.
Bestond er maar iets zoals media die speciaal gemaakt werden om rechtstreeks met fans en volgers te communiceren, dan zouden klassieke media andere gesprekken kunnen voeren…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier