Tobias Cobbaert
‘Gelukkig ga ik op Film Fest Gent geen staande ovaties van tien minuten moeten geven’
Tobias Cobbaert schrijft wekelijks over wat hem wakker houdt. Of net niet.
Lees alles wat je moet weten over Film Fest Gent 2024 in ons dossier.
Telkens wanneer ik op het filmfestival van Gent ben, prijs ik me gelukkig dat ik niet op dat van Cannes ben.
Je zou misschien denken dat het grootste filmfestival ter wereld een soort mekka is voor een zelfverklaard cinefiel als ik. Ik ben nog nooit in Cannes geweest en weet dus niet waarover ik praat, maar er zijn enkele redenen waarom ik denk dat ik me in Gent beter thuis voel. Ten eerste heerst er in Cannes een formele dress code waar ik me simpelweg niet heel comfortabel bij voel, terwijl ik hier gewoon uit mijn bed kan rollen en meteen welkom ben in de cinemazaal. Daarnaast heeft Cannes misschien wel alle grote namen, maar ik vind het net leuk om onverwachte titels te ontdekken in Gent.
En dan heb ik het nog niet gehad over de belangrijkste reden waarom ik liever naar ons vaderlandse filmfestival ga. Hier hebben ze tenminste niet de gewoonte om staande ovaties van tien minuten te houden.
Het is geen nieuw fenomeen, maar de laatste jaren lijkt het in de berichtgeving rond Cannes het allerbelangrijkste aspect van het festival te zijn geworden. Coppola’s polariserende Megalopolis kreeg dit jaar ondanks alles toch een staande ovatie van acht minuten, Gouden Palm-winnaar Anora eentje van meer dan acht minuten. De langste was voor The Substance: na de vertoning van de bodyhorrorfilm werd er maar liefst dertien minuten geklapt. Beetlejuice Beetlejuice moest het dan weer stellen met drie minuten. In de meeste contexten een grote eer, in Cannes het equivalent van gooien met rotte tomaten.
Het enige dat me vervelender lijkt dan minutenlang applaus te ontvangen, is minutenlang zelf te moeten klappen.
Naar verluidt zitten er tegenwoordig in de filmzalen van Cannes journalisten klaar met timers om tot op de seconde te kunnen meten hoe lang er geapplaudisseerd wordt. Alsof berichtgeving over het applaus interessanter is dan over de film zelf. Maar waarom? Als elke film – ook films die zacht gezegd verdeelde reacties opwekken – een staande ovatie krijgt, is het geen eerbetoon meer, maar gewoon een routineklus. En dan nog eens een oersaaie routineklus. Toen Annette van Leos Carax drie jaar geleden een staande ovatie van vijf minuten kreeg, stak hoofdrolspeler Adam Driver uit verveling een sigaret op. Een verzetsdaad waar ik alleen maar sympathie voor heb, want minutenlang applaus incasseren lijkt me een heel ongemakkelijke opdracht. En dan was de vijf minuten durende ovatie voor Annette nog vrij bescheiden.
Het enige dat me vervelender lijkt dan minutenlang applaus te ontvangen, is minutenlang zelf te moeten klappen. Heb je ooit al eens geprobeerd om tien minuten lang je handen tegen elkaar te slaan, zonder pijnlijke handpalmen of vermoeide armen te krijgen?
Ik ook niet, en ik ben heel blij dat ik er deze editie van Film Fest Gent opnieuw niet ga achterkomen hoe dat voelt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier