Paul Baeten
‘Als iemand iets zegt waarin een “maar” voorkomt, dan schrap ik alles wat ervoor kwam’
Paul Baeten is schrijver van romans en tv-reeksen – vorig jaar nog Twee zomers op Eén. Elke week bijt hij zich hier vast in maatschappij en popcultuur.
Ik heb een regeltje. Eigenlijk is het meer een gewoonte. Of een manier om tot de kern van een boodschap te komen. Als iemand iets zegt waarin een ‘maar’ voorkomt, dan schrap ik in mijn hoofd alles wat voor het woord ‘maar’ kwam. Want vaak is dat gewoon de negatie van wat na de ‘maar’ bewezen wordt.
‘Ik ben geen racist, maar…’, ‘Ik vind deze lasagne superlekker, maar…’, ‘Je bent heel mooi in dat kleedje, schat, maar…’.
Een van de westerse middenklasse haar klassiekers is deze: ‘Ik weet dat ik niet zou mogen klagen, maar…’ En dan komt er echt een verwend geklaag dat nauwelijks in te dammen valt: de poetsvrouw gaat altijd een kwartier te vroeg naar huis, er was file op die ene plek waar er al twintig jaar elke dag file staat, het lief dat altijd bedriegt, heeft weer bedrogen, je ging naar de Belgische kust net tijdens dat ene weekend dat het daar hard waait en de bnb was al betaald, een verre tante stierf en nu moet er een citytrip worden verzet want je wordt daar verwacht, je had graag dat het een dinsdag was vandaag maar het is donderdag…
Jaren geleden was het dan bon ton om te zeggen ‘first-world problems’. Dat was een grappig bedoelde manier om te zeggen: hahaha zie eens hoe goed we het hebben, iemand nog wat witte wijn?
Nu is de disclaimer: iedereen mag klagen op zijn eigen niveau. Lees: het is niet omdat je in een heel rijk deeltje van de wereld werd geboren dat je geen problemen mag hebben. Als het voor jou heel erg is dat je favoriete koekjes waren uitverkocht, dan is dat verdriet legitiem.
En ik snap dat iedereen recht heeft op het hele scala van menselijke emoties zonder dat die constant tegen de ergste drama’s van de mensheid worden gehouden ter vergelijking.
Maar…
Waar ik dan weer geen begrip voor heb, zijn mensen die zo in hun eigen wereld leven dat ze zich blijkbaar geen rekenschap geven van de loterij die ze gewonnen hebben.
Ik speel soms op Euromillions. Dan koop ik een paar dagen het plezier om er, zoals alle 70 miljard mensen die hetzelfde deden als ik, te geloven dat het winnende ticket thuis op de keukentafel ligt te wachten. Als ik ooit al had gewonnen, dan stond hier nu de column van iemand anders en dan lag ik met mijn heerlijke vriendin palmbomen te tellen ergens waar veel palmbomen staan.
Maar toch is iedereen die hier in de lintbebouwingen langs E40 en E19 woont, al gewonnen bij de conceptie. De bodem op mogelijke problemen ligt hier al dermate hoog dat je per definitie wordt gespaard van – ik doe een zeer berekende gok – 85 procent van de miserie die soortgenoten elders te vrezen hebben.
Als je een volwassen mens bent, een of andere opleiding hebt genoten, al is het de lagere school, dan moet je hier elke dag opstaan en dankbaar zijn. Als je niet in God, Allah of Jehova gelooft, geloof dan in statistiek. En denk dan 1, 2 of 3 keer goed na voor je begint met ‘Ik zou niet mogen klagen, maar…’ en stop gewoon net voor de maar. Ga wandelen. Kus je kinderen of je lief. Stop met zever te lezen op internet en laat de poetsvrouw betaald een uur eerder naar huis gaan want ze is moe.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier