Jozefien Wouters

Alle Qmusic-zangers zien eruit als mannen uit een Proximus-reclame: doordeweeks, maar toch net iets te heet om uw buurman te zijn

Jozefien Wouters Freelancejournaliste

Jozefien Wouters grasduint elke week in het nieuwste cultureel erfgoed.

Om de zoveel tijd beland ik in hetzelfde stramien. Ik zet tijdens het koken Qmusic op. Ik maak kennis met de nieuwe Q-Topschijf. Ik denk: kakschijf. En twee dagen later sta ik datzelfde nummer vol overtuiging en tranen in de ogen mee te kwelen terwijl ik ajuinen snijd.

Op zich misschien niet zo’n gek tafereel. Radiohits wurmen zich wel vaker pas na enkele luisterbeurten in uw oren. Dat is de kracht van pop. Alleen: in mijn geval gaat het steeds om dezelfde song. Of toch een variatie op dezelfde song. Alsof ik in een soort tijdlus van matige singer-songwriters ben beland.

Intussen heb ik het specifieke genre de Qmusic-Zanger gedoopt. Neem nu Daylight van David Kushner. Gigahit. Miljard streams. Ik kan elk woord meezingen. Maar ik heb net moeten opzoeken hoe je zijn naam spelt. Dat ligt niet aan mij. Er zijn véél Qmusic-Zangers, en ze zijn moeilijk uit elkaar te houden. Eerst waren er Lewis Capaldi, James Bay en Tom Walker, een lichting post-James-Blunt-zangers die u misschien nog net van elkaar kan onderscheiden. Sindsdien duikt er zowat elke maand een nieuwe variant op. Tom Grennan is er een. Net als Cian Ducrot. Dermot Kennedy. Dean Lewis. Benson Boone. David Kushner. Berre, als de Vlaamse vertegenwoordiger van het genre. Op den duur wordt dat verwarrend.

Allemaal zien ze eruit als mannen uit een Proximus-reclame: doordeweeks, maar toch net iets te heet om uw buurman te zijn.

Helpt ook niet echt: alle Qmusic-Zangers klinken krek hetzelfde. Namelijk als witte mannen die in hun puberteit iets te veel James Blunt, James Morrison en The Script hebben geconsumeerd, graag zingen over hun grote liefde, toffe moeder of zieke vader en authentiek zijn omdat ze in gebreide truien en met ongekamde kapsels op het podium staan. Op de een of andere manier hebben ze exact dezelfde stem, korrel en intonatie. Stuk voor stuk maken ze songs die het goed doen in sterfscènes in Grey’s Anatomy, blind auditions in The Voice en Spotify-playlists zoals Sad Songs, Life Sucks en Ff keihard janken. Allemaal zien ze eruit als mannen uit een Proximus-reclame: doordeweeks, maar toch net iets te heet om uw buurman te zijn.

Klinkt niet als het strakste carrièreplan, en toch werkt het. Ik weet ook niet hoe ze het doen, maar de Qmusic-Zanger blijft zich vermenigvuldigen, hits scoren en zalen uitverkopen. Terwijl grote vrouwelijke popsterren zich duidelijk van elkaar onderscheiden door zo veel mogelijk persoonlijkheid tentoon te spreiden, lijkt de Qmusic-Zanger te excelleren in anonimiteit en inwisselbaarheid. The Guardian zocht een verklaring in het Susan Boyle-effect: de verrassende combinatie van een uitzonderlijke stem en een niet uitzonderlijke uitstraling. Alleen weet ik niet eens hoe de Qmusic-Zanger eruitziet. Ik kan hun songs meezingen, ja. Maar vraag me niet wie wie is. Dean Lewis? Minstens vijf hits, maar ik zou hem niet herkennen bij de bakker.

Zijn nieuwe nummer vind ik voorlopig trouwens een kakschijf. Maar vraag het me binnen drie dagen nog eens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content