Zelfs een zwangerschap kon het debuut van Charlotte Adigéry en Bolis Pupul niet verhinderen
Ze werken al vijf jaar intensief samen, maar nu presenteren ze zich ook écht als duo. En op hun debuutalbum dansen Charlotte Adigéry en Bolis Pupul om geen enkel heet hangijzer heen.
‘We zijn nu niet meteen van plan om een Ted Talk over onze plaat te… Wat is er, Boris?’ Charlotte Adigéry kijkt naar haar kompaan Boris Zeebroek, die naast haar giert van het lachen.
‘Ik voel me een middelbare scholier’, zegt hij. ‘”Hihi, de juf heeft Tet Talk gezegd.”‘
‘Ik wist het, ik wist dat het dat was!’
‘Maar ga gerust door over je Ted Talk, Charlotte.’
Het is vrijdagmiddag 11 februari en er wordt wat afgelachen ten huize Charlotte Adigéry in Gentbrugge. En dat terwijl zoontje Rocco – intussen een half jaar jong – vredig in de armen van zijn mama ligt te slapen. Het vaccin dat hem vanochtend nog hevige koorts heeft bezorgd, blijkt dan toch goed te zijn verteerd.
Humor en zelfspot is wat zangeres Charlotte Adigéry (bekend van WWWater en zichzelf) en Boris Zeebroek (muzikant bij Hong Kong Dong en The Germans en solo actief als Bolis Pupul) bindt. Zij dankt haar goedlachs karakter aan haar Martinikaanse roots – ‘lachen en dansen zijn twee overlevingsmechanismes van de familie Adigéry’ -, hij schrijft het toe aan papa Kamagurka én wijlen zijn Chinese mama – ‘Ooit riep iemand haar aan een rood licht “tjing tjang” toe, waarop zij: “tjong!”‘
Dat speelsheid tot de kern van hun elektropop behoort, was al te merken aan de eerste twee ep’s die ze in tandem maakten: Charlotte Adigéry (2017) en Zandoli (2019). Met Topical Dancer gaan ze nog een stapje verder. Op dat langspeeldebuut kaart het duo, dat sinds kort voluit als Charlotte Adigéry & Bolis Pupul in de credits staat, menig heet hangijzer aan. Maar niet zonder er duchtig de draak mee te steken.
Een gemeenschappelijke vriend zei me: “Charlotte is superwijs. Ze zingt ook.” Waarop ik: “Bwa ja, er zijn er zoveel die zingen.
Boris Zeebroek
Was het lachen, gieren, brullen vanaf jullie eerste ontmoeting?
Charlotte Adigéry: We hebben elkaar een jaar of vijftien geleden – ik was toen vijftien of zestien – voor het eerst gezien, op een Gents terras, maar Boris herinnert zich dat niet eens meer. Zo memorabel ben ik. (lacht)
Boris Zeebroek: Onze tweede ontmoeting, jaren later op de Oude Beestenmarkt, ben jij dan weer vergeten. Terwijl ik je nog zo uit die oude auto van jou zie stappen. Zag er héél cool uit.
Adigéry: Dat moet in mijn tijd aan de PXL-hogeschool in Hasselt geweest zijn. Toen reed ik inderdaad in een vintage Mercedes rond.
Zeebroek: Een gemeenschappelijke vriend zei die avond tegen mij: ‘Charlotte is superwijs. Ze zingt ook.’ Waarop ik: ‘Bwa ja, er zijn er zoveel die zingen.’ (lacht)
Adigéry: Stephen en David (Dewaele, hun vaste producers en hun labelbazen bij Deewee, nvdr.) hebben ons destijds wel muzikaal gematcht omdat ze wisten dat we op het vlak van humor overeen gingen komen. Terwijl ik niet de indruk had dat ik toen heel grappig was. Ik was vooral verlegen en geïntimideerd door Steph en Dave. (droog) Nu ben ik hilarisch.
Jullie waren voor het eerst samen te horen in Belgica, de film van Felix van Groeningen waarvoor de Dewaeles de soundtrack hebben samengesteld.
Zeebroek:(knikt) In de tijd van Belgica waren er geregeld party’s. Premières, dernières: elk excuus om te feesten was goed genoeg.
Adigéry: Een van die feesten was in De Brakke Grond in Amsterdam. Ze hadden mij gevraagd om The Best Thing, mijn Belgica-nummer, live te komen spelen. Boris kwam nadien deejayen. We zijn toen samen met de auto naar daar gereden. Het was alsof we in elkaars brein wilden kijken, zo geïntrigeerd waren we door elkaar.
Zeebroek: Onderweg naar Amsterdam heb ik Charlotte echt leren kennen. Die rit vloog voorbij, we waren non-stop aan het babbelen. Over onze ouders, onze vrienden, onze lieven. Over onze pijnen en onzekerheden. En over muziek, natuurlijk.
Adigéry: Ik herinner me nog één vraag die je mij toen stelde: ‘Michael Jackson of Prince?’
Zeebroek: Wat heb je geantwoord?
Adigéry: Michael Jackson. Nu zou ik dat niet meer doen. Niet vanwege wat hij gedaan heeft, maar omdat ik Prince gewoon nog niet zo goed kende.
Zeebroek: Ik moet mezelf ook terechtwijzen, want wát een domme vraag! Er is namelijk geen vergelijking mogelijk met Prince. Zingen, dansen, gitaarspelen als een virtuoos, ik-weet-niet-hoe-goed drummen en pianospelen, producen, mixen, opnames leiden: Prince kon het allemaal als geen ander. Nagenoeg niemand op deze planeet is vanaf zo’n jonge leeftijd zo productief geweest als hij. Michael Jackson is ook een goeie zanger, muzikant en performer, maar je kunt hem niet gelijkstellen aan Prince.
Is die bewuste autorit model komen te staan voor jullie songs? Ook die lijken in veel gevallen aan uitvoerige onderlinge gesprekken te zijn ontsproten.
Adigéry:(knikt) Dan zitten we weer eens de hele dag te babbelen in de Deewee-studio, terwijl Stephen en David duust remixes tegelijk in elkaar aan het draaien zijn. En net als we ons daar schuldig over dreigen te voelen, komt er toch weer een megagoed idee uit voort. Dan kijken we naar elkaar en zeggen we: ‘Dáár moeten we een nummer over schrijven.’
Zoals?
Zeebroek:It Hit Me is een song die zo ontstaan is. Ik stond ’s ochtends op met een rare vraag in mijn hoofd, die ik bij het binnenwandelen van de studio aan Charlotte heb gesteld: ‘Herinner jij je nog het moment waarop je je voor het eerst aantrekkelijk voelde?’ Bij mij was dat nadat ik een liefdesbrief had gekregen van een meisje. Heel charmant. Voor Charlotte was dat eerder een kleine shock: ze werd aan de bushalte aangestaard en nagefloten door oudere mannen.
Adigéry: Explicieter zelfs: ze deden oraleseksgebaren. Ik was dertien. Je moet weten: voorheen werd ik nooit aanzien als potentieel aantrekkelijk. Ik had op school nooit een liefje. Daar werd ook een beetje mee gelachen. ‘En op wie ben jij verliefd, Charlotte?’ Waarop ze dat gingen verklappen aan die jongen, die mij natuurlijk niet zag staan. En dan waren er dus die oudere mannen aan de bushalte. Ik was onderweg naar de hockeytraining en droeg hoge kousen en een kort rokje. Ik vond dat rokje wel mooi, maar niet op een seksuele manier. Daar was ik mij toen helemaal nog niet van bewust.
Zeebroek: We hebben onze verhalen opgeschreven en er een echte coming-of-agesong van gemaakt, inclusief gepitchte stemmen die onze jonge en oudere zelf moeten voorstellen. Achteraf merkten we dat dat nummer wel iets zegt over hoe je als jongen je seksualiteit ontdekt in deze maatschappij, en als meisje. Jongens dringen dat veel meer op en meisjes moeten het – helaas – al te vaak ondergaan.
Adigéry: Zo voelt het wel, ja, alsof mijn seksualiteit mij is opgelegd. Dat opgelegd zijn beperkt zich niet tot die ene keer, dat is al mijn hele leven zo. Ik denk dat veel vrouwen dat zullen beamen.
In welke opzichten zijn jullie complementair aan elkaar?
Zeebroek: Ik ben van nature nogal gesloten en voorzichtig. Charlotte is veel opener. Zij leert mij dat ik me niet te veel mag afsluiten, en ik haar dat té open zijn ook gevaarlijk kan zijn, omdat je soms de verkeerde mensen toelaat.
Ook in de studio kunnen we een leuk pakket samenstellen. Charlotte is met andere muziek opgegroeid dan ik. Bij mij was dat vooral avant-garde: Zappa, Beefheart, Devo, The Residents. Maar ook Patti Smith, Neil Young en Talking Heads.
Adigéry: In mijn geval was dat veelal zwarte muziek. De soul van Al Green. Veel reggae. Antilliaanse muziek. Caribische muziek zoals Kassav’. En Franse chansons.
Zeebroek: We kunnen elkaar muzikaal uitdagen. Wat Charlotte heeft, is een zeer goed gevoel voor swing. Dat vind ik cruciaal.
In het begin zagen jullie dit project als een tussendoortje. Wanneer hadden jullie door dat er méér aan de hand was?
Zeebroek:Het keerpunt moet Zandoli geweest zijn, onze tweede ep. Toen die uitkwam, kregen we plots veel aandacht. We werden gedraaid op BBC 6 Music en Radio Nova in Frankrijk. We kregen goeie reviews van onder meer Pitchfork. Toen hebben we ook besloten om die nummers live uit te proberen, iets wat we met onze eerste ep niet eens één keer hadden gedaan. Als snel werd het onze main focus.
Adigéry: Het klinkt misschien raar, maar het was zo’n beetje als verliefd worden op je beste maat – en dan heb ik het níét over Boris. (lacht) Je hebt die persoon altijd al gekend, maar pas na jaren heb je door: ‘Hey, dit zou weleens iets meer kunnen worden!’ Ons project was de max vanaf dag één, maar het heeft tot Zandoli geduurd vooraleer we dachten: we moeten dit écht serieus gaan nemen.
De hele alternatieve muziekwereld nam Zandoli serieus. Neneh Cherry vroeg Charlotte Adigéry en Bolis Pupul mee op tour. Iggy Pop bejubelde hen op de radio. Jamie xx, Elijah Wood en Fever Ray uitten zich als fans. The New York Times, Billboard, Vogue, The Guardian, Gentlewoman en Interview schreven over hen. Hun muziek werd gebruikt in High Maintenance, The New Pope en het populaire voetbalspel Pro Evolution Soccer. Een eigen internationale tournee bleef niet uit, met eind 2019 en begin 2020 uitverkochte concerten in onder meer Londen en New York.
En net op het moment dat jullie debuutalbum klaarlag en er shows op onder meer Glastonbury gepland stonden, ging de wereld in lockdown. Klopt het dat jij daar aanvankelijk nog blij mee was ook, Charlotte?
Adigéry: Poeh, ja. Het deed deugd om de tijd weer te kunnen vastgrijpen en weer meer bij mijn man te zijn. We beleefden een soort tweede honeymoon. (lacht)
‘I’m scared you’ll forget my name’, klonk het al een stuk bezorgder in tussendoorsingle Bear with Me (and I’ll Stand Bare before You).
Adigéry: Ja, die angst is er wel degelijk geweest. Ik herinner me een Zoomgesprek met Canvas over een mogelijke documentaire waarin ik ben beginnen te huilen. Plots besefte ik het: fuck, we waren zó goed bezig. We hadden er net een tour in Amerika op zitten die megagoed was gegaan. We hadden op eigen houtje een show in New York uitverkocht en wisten dat we in mei voor een festival terug naar daar mochten. (wijst naar boven) We zaten dáár op de rollercoaster, en toen werd de stroom uitgetrokken. Zo voelde het. Écht heftig. Maar ik heb de knop vrij snel kunnen omdraaien. Ik merkte dat de mensen geïnteresseerd bleven. Er bleven op de sociale media volgers bij komen. We bleven berichtjes ontvangen van mensen die onze muziek zalig vonden. Dus dacht ik: ‘Het is voor iederéén zo, Charlotte. Go with the flow. Wu wei. ‘
Het heeft even geduurd vooraleer we ons gezamenlijk project serieus zijn gaan nemen. Zo’n beetje als verliefd worden op je beste maat – en dan heb ik het níét over Boris.
Charlotte Adigéry
Hoe zat dat bij jou, Boris?
Zeebroek: Ik heb géén honeymoon gevierd. (lacht) Maar ook ik genoot ervan om opnieuw meer thuis te zijn. Touren is wat ik het liefst doe, maar we hadden wel een verzadigingspunt bereikt. Altijd weer inpakken, vliegen, opstellen, soundchecken, spelen en vertrekken: dat begon te wegen. Ook omdat ik tussen het touren met Charlotte door ook nog ging deejayen en optreden met Hong Kong Dong en The Germans. Net als Charlotte heb ik ook momenten gehad waarop ik dacht: damn, het is jammer dat alles zo abrupt is stilgevallen. Maar zelfs toen we in het begin niet samen konden zijn, hebben we die vrije tijd gebruikt om nog een paar nieuwe nummers te schrijven voor de plaat.
In de kerstperiode van 2020 viel er nog een verrassing uit de lucht, Charlotte. Je kreeg het onverwachte nieuws dat je zwanger was. Nota bene op de dag dat jullie bij het gerenommeerde Parijse label Because een platencontract gingen tekenen.
Adigéry:Ja. Dan denk je toch wel even: hoe de fok gaan we dat hier doen? Létterlijk het eerste wat ik heb gedaan is ‘female artist; mother; combine’ gegoogeld. (lacht)
Zeebroek:Waren er veel artikels te vinden?
Adigéry: Niet echt. Een paar verhalen van artiesten in de visuele kunst, wat toch nog iets helemaal anders is. Ik moet zeggen dat ik op dat vlak nog een heel verouderd beeld van de muziekindustrie had. Ik dacht dat de platenfirma ging zeggen: ‘Oei, dit is wel een heel slechte timing, Charlotte.’ En dat mijn haters al klaarstonden om me neer te sabelen: ‘Haha, die mommy zijn we kwijt!’ Maar eigenlijk heeft iedereen er heel positief op gereageerd. Dat heeft me aangenaam verrast.
Zeebroek: Ik weet nog dat je mij die dag belde en ik meteen ben beginnen te lullen over een of ander first world problem van mij.
Adigéry: Ja en op het einde zei ik: ik moet nog iets vertellen. Waarop jij meteen: ‘Zijde zwanger?’ (lacht)
Zeebroek: Ahum, dat stelde mijn probleempje toch wel even in een ander daglicht.
Adigéry: Je hebt heel goed voor mij gezorgd, en Steph en Dave hebben er ook mooi op gereageerd. ‘We zullen een crèche beginnen bij Deewee’, zeiden ze. (lacht)
Op de albumhoes toon je trots je zwangere buik. Een middenvinger richting die verouderde muziekindustrie?
Adigéry: Misschien wil ik daar ergens inderdaad mee zeggen: ja, het kan, muzikant én moeder zijn. Al was dat voor mij verder ook niet echt een ding.
Zeebroek: Ik herinner me wel de lichte paniek toen jij zwanger was en er nog persfoto’s genomen moesten worden. Héél even vroegen we ons af hoe we dat moesten verstoppen. Niet, dus.
Adigéry: Ik wilde het niet verbergen, nee. Ook al omdat ik zwangere vrouwen altijd heel mooi gevonden heb en ik mezelf mooi zwanger vond. Vandaar ook dat ik vorig jaar op een Mechels festival hoogzwanger in een leotard heb opgetreden. Je zag werkelijk álles. (lacht)
Je wilt je zoontje Rocco straks mee op tour nemen. Heb je op dat punt advies kunnen inwinnen bij je tourmaatje Neneh Cherry, die destijds hetzelfde heeft gedaan?
Adigéry: Ja. Toen we met haar op tournee waren, stond mama worden nog niet meteen op mijn planning, maar ik vond het heel inspirerend hoe zij sprak over die tijd dat ze haar kinderen midden in haar carrière heeft grootgebracht. Ik heb nog vaak teruggedacht aan mijn gesprekken met haar. Terwijl alle labels het haar afraadden – dat waren écht nog andere tijden – besloot zij toch om jong mama te worden. Ze heeft naar zichzelf geluisterd, haar buikgevoel gevolgd. Dat is wat ik ook van plan ben te doen. Het zal een hele onderneming worden met Rocco, maar ik weet van mezelf dat ik een fikser ben, dus ook dit zal me wel weer lukken.
Uiteraard was de bedoeling van Blenda niet: “Moehaha, nu gaan alle witte mensen dat zingen, and that’s racist!’ Maar misschien is het wel goed als ze zich eventjes ongemakkelijk voelen.
Charlotte Adigéry
Racisme. Misogynie. Seksisme. Politieke correctheid. De cancelcultuur. Woke-denken. De thema’s die op Topical Dancer aan bod komen, zijn bepaald niet licht. Maar aan al te veel met de vinger wijzen willen Charlotte Adigéry en Boris Zeebroek zich naar eigen zeggen niet bezondigen. ‘Een tijdscapsule waarin we onze leefwereld en identiteit als millennials omschrijven’, noemde Adigéry de plaat in het Eén-programma De Columbus. We moeten er dus niet meer, maar ook niet minder dan dat achter zoeken?
Adigéry: We hebben wat ons bezighoudt gewoon op plaat gezet, ja. Het album is het resultaat van die gesprekken tussen Boris en mij waar we het daarstraks over hadden. Én een bescheiden uitnodiging voor de luisteraar om aan de gesprekken deel te nemen.
Zeebroek: Er is echt wel nagedacht over de toon die we aanslaan. De keuze voor humor is daarbij heel bewust.
En de keuze om beide kanten van de tegenwoordig zo veelbesproken slinger te belichten ook?
Zeebroek: Charlotte is iemand die de conversatie altijd belangrijker vindt dan haar eigen punt maken.
Adigéry:Preach.
Zeebroek: Dat is het probleem in dat hele debat: je hebt twee mensen die elk langs hun kant zó luid staan te roepen over wat er volgens hen allemaal moet veranderen dat ze achteraf haast niet meer kúnnen toegeven dat ze misschien fout zaten.
Adigéry: Velen hebben ook niet het concentratievermogen om naar je hele discours te luisteren. Ze hebben twee zinnen gehoord waar ze niet mee akkoord zijn en hup, hun mening is gevormd. Terwijl ik denk: lúíster nu toch eens gewoon naar elkaar. Als ik zeg dat het n-woord niet meer kan, lúíster dan naar de redenen die ik daarvoor heb, in plaats van meteen te reageren met: ‘Mogen we dat nu óók al niet meer?’
Nog zo’n sign of the times is dat je haast geen fouten meer mag maken of je wordt gecanceld. Kijk naar Michel Gaubert, de Franse dj en muziekverantwoordelijke van modelabels als Chanel en Dior. Wat hij gedaan heeft (Gaubert postte vorig jaar een filmpje waarin zijn gezelschap Aziatische maskers droeg en ‘Wuhan girls, wahoo!’ riep, nvdr.) was hoogst ongelukkig. Het is goed dat een Chinese minderheid naar wie in het verleden misschien niet geluisterd werd nu wél het woord krijgt. Maar die man – van wie we weten dat hij geen racist is – heeft zich wel uitgebreid geëxcuseerd en zijn fout toegegeven. Voor mij zou dat volstaan, maar voor velen is dat nóg niet genoeg. Wat moet hij dan doen? Publiekelijk twintig zweepslagen in ontvangst nemen?
Een journaliste bekende onlangs aan jou dat ze zich ongemakkelijk voelde nadat ze zichzelf erop had betrapt luidkeels ‘Go back to your country where you belong’ mee te zingen in de keuken.
Adigéry: Uiteraard was dat niet de intentie van Blenda. We hebben niet gezegd: ‘Moehaha, nu gaan alle witte mensen dat zingen and that’s racist!’ Maar ik ben wel blij dat ze dat vertelde. Ik heb haar gezegd dat het misschien goed is dat ze zich daar eventjes ongemakkelijk bij heeft gevoeld. Niet dat ik vind dat zij ergens voor gestraft moet worden of een bepaalde last moet dragen, maar zo’n onbehaaglijk gevoel kan mensen die ervoor openstaan wél inzicht geven in hoe hard het bij ons dan wel niet moet binnenkomen om zulke woorden naar het hoofd geslingerd te krijgen.
Zonder er een Ted Talk over te moeten geven: hopen jullie dat mensen iets zullen opsteken van Topical Dancer?
Adigéry:Absoluut.
Zeebroek: Niet dat wij daar zelf controle over hebben, maar als we bepaalde gevoeligheden kunnen blootleggen, mensen de ogen kunnen openen of tot inzichten kunnen brengen, zou dat natuurlijk super zijn.
Adigéry: Als we zeggen dat we niet moraliserend willen zijn, komt daar allicht ook een stukje Vlaamse bescheidenheid bij kijken dat wij zeker in ons dragen.
Zeebroek: Waren we Amerikanen of Nederlanders geweest, dan hadden we nu ongetwijfeld gezegd: ‘Onze ambitie is om de mensheid te hertekenen.’ (lacht)
Topical Dancer
Op 4/3 uit bij Because/Deewee. Charlotte Adigéry & Bolis Pupul spelen op 20/4 in de AB, Brussel. Alle info: abconcerts.be.
Bolis Pupul
Echte naam Boris Zeebroek.
Leeftijd 36.
Bekend van Hong Kong Dong, The Germans en WWWater.
Zoon van Kamagurka, die het werk Boris de wandelende clitoris naar hem vernoemde.
Charlotte Adigéry
Leeftijd 31.
Bekend van zichzelf en haar groep WWWater.
Werd in 2019 verkozen tot mens van het jaar in Knack Focus, en curator Kae Tempest vroeg haar in 2020 als enige Belgische artiest voor ons digitale Focus Music Festival.
WIE IS HUILE SMISSE?
Behalve hot topics bulkt Topical Dancer ook van de popculturele referenties.
Reni Eddo-Lodge in Blenda
De zin ‘I am here, because you were there’ komt uit het boek Waarom ik niet meer met witte mensen over racisme praat (2017) van schrijfster Reni Eddo-Lodge. ‘En hij stond op de pancarte die mijn vriendinnen en ik in 2020 de lucht in hebben gehouden tijdens de Black Lives Matter-optocht in Brussel’, dixit Charlotte Adigéry.
René Magritte in Ceci n’est pas un cliché
De evidentste, maar toch: goed verhaaltje. In deze song bundelen Adigéry en Zeebroek namelijk een niet gering aantal uitgeholde zinsnedes uit popsongs, te beginnen met ‘I was walking down the street’. ‘En nu denken mensen natuurlijk dat dat een cover is, alleen weet niemand precies van wie’, lacht Boris Zeebroek.
Will Smith in Huile Smisse
Huile Smisse is dus Will Smith in het franglais. ‘We houden van Frankrijk, ik ben er geboren en Boris heeft er intensief getourd’, zegt Adigéry. ‘Wat we hier doen, is respectvol lachen met de fiere Franse taal die ons weleens doet cringen. Ergens zing ik: ‘Mastiques tes mots, mais n’astiques pas’, wat zoveel betekent als: “Kauw goed op je woorden, maar masturbeer er niet op.”‘
David Byrne in Making Sense Stop
Het laatste nummer dat ze voor de plaat schreven. Adigéry had naar eigen zeggen alles gezegd wat er te zeggen viel. ‘Dus hebben we David Byrnes advies uit de jaren tachtig, Stop Making Sense, ter harte genomen en een song geschreven waarvan we de woorden verknipt en herschikt hebben tot ze geen enkele steek meer hielden’, zegt Zeebroek. ‘Dit is onze ode aan de onzin.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier