Wat Froukje vooral goed wil bewaren op haar eerste langspeler ‘Noodzakelijk Verdriet’

© National
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Eén kaap moest Froukje na de successen van de voorbije jaren nog ronden: deze week verschijnt Noodzakelijk verdriet, bij voorbaat al verzekerd van het statuut ‘als zoete broodjes’.

Froukje Veenstra – nog steeds maar 22 lentes jong – is de voorbije vier jaar aan sneltempo uitgegroeid tot een begrip in de Nederlandstalige pop. Haar eerste single Groter dan ik (2020), een op electropopbeats stuiterend protestlied over de klimaatcrisis, schreef ze terwijl ze nog op de schoolbanken van de Rotterdamse hogeschool Codarts zat. De door corona tussen vier muren vastgekluisterde generatie Z had er in één klap een spreekbuis voor haar frustraties over mens en planeet bij, een status die Froukje een jaar later nog eens stevig in de verf zette met de knaldranghymne Ik wil dansen. Er volgde een karrenvracht aan Nederlandse muziekprijzen (waaronder drie keer song van het jaar volgens 3voor12), twee uitverkochte Sportpaleizen in het voorprogramma van Bazart en een lange lijst festivaltriomfen, onder meer op de hoofdpodia van Lowlands, Rock Werchter en Pukkelpop.

© National

‘Ja, ik heb best al de ronde kunnen doen met ‘maar’ twee ep’tjes, hè’, glimlacht Froukje. ‘Maar een album is toch nog iets anders, een ander sentiment, waar ook nog steeds extra verwachtingen en een bepaalde druk aan vasthangen. Een ep is iets vergankelijker, vind ik. Met een volwaardige plaat stáát er echt iets, ben je écht gearriveerd. Het heeft iets bevrijdends.

Zoals dat hoort tegenwoordig verschijnt je album ook op vinyl. Heb je zelf een platencollectie in huis?

Froukje: Ik ben zeker geen fanatieke verzamelaar, maar ik vind het wel heel erg leuk dat het opnieuw zo goed gaat met de vinylverkoop. Dat mensen het de investering waard vinden, zorgt ook dat je goed nadenkt over de uitwerking van dat fysieke product. De meeste platen in mijn eigen bescheiden collectie komen uit de koffer van mijn vader, die hij me ooit doorgaf samen met zijn platenspeler. The Beatles en David Bowie, bijvoorbeeld. Hunky Dory van Bowie heb ik heel veel gedraaid.

‘Zelfs Froukje is geen product’, zing je op je album. Want zo voel je je soms ook zelf, een product?

Froukje: Als artiest en performer ontstaat er op een gegeven moment een soort splijting, een steeds grotere kloof tussen de persoon op het podium – je imago – en je eigen zelf in het dagelijkse leven. Dat is logisch, en met dat imago verkopen we ook de platen en de concerttickets. Toch is het een zoektocht: in hoeverre ben je ‘echt’ of ‘bedacht’? Maar die zelfbedachte versie van mezelf, dat plaatje, ook dat ben ík, snap je? Anders gezegd: soms maak ik mezelf misschien wel een product, maar niemand anders mag daaraan komen. En mijn binnenwereld verandert er niet door.

Je bent als artiest razendsnel gegroeid in een periode waarin de muziekindustrie door de pandemie op haar gat lag, en waarin je dus ook als je eigen zelf nauwelijks bewegingsvrijheid had. Intussen ben je een ster en wordt je bewegingsvrijheid vermoedelijk opnieuw ingeperkt. Of kun je in Nederland nog onbekommerd gaan stappen midden in de nacht, waar de zonde wacht, zoals je zegt in Kwijt?

Froukje: Bwoah… (lacht) Ik kan hier in Amsterdam prima over straat lopen, hoor, en ik kan ook gewoon de trein op. Als ik wil uitgaan, dan zet ik gewoon een capuchon op of zo.

Helemaal vrij verdwijnen in de massa heb je als jongvolwassene wel niet of nauwelijks gekend.

Froukje: Klopt, maar dat ik tijdens de pandemie zo’n grote professionele ontwikkeling heb doorgemaakt, compenseert enigszins het verlies van persoonlijke vrijheid. Ik heb dankzij mijn werk gelukkig veel kunnen leren. Voor mensen die tijdens hun opleiding nooit een stage hebben kunnen lopen, nooit een kutbaantje hebben gehad, was het veel schadelijker. Die zijn nu banger voor de buitenwereld dan ik.

‘Wie ben ik zonder liedjes?’ vraag je jezelf wel af in Zonder liedjes, over het gemis van optreden. ‘Wie ben ik als ik daar niet sta?/ Wie ben ik op een dondermiddag in november?/ En wie ben ik als dit overwaait?’

Froukje: Ik heb een leven dat heel leuk en heel breed is, met een grote berg mensen, evenementen en allerlei dingen, maar die berg steunt wel helemaal op mijn liedjes. Mijn identiteit daarvan loskoppelen vind ik echt moeilijk. Het is niet alsof ik ophoud te bestaan als ik niet schrijf, hè. Maar toch, wie ben ik dus zonder liedjes? Daar ben ik veel mee bezig geweest de voorbije tijd.

Tijd is een weerkerend thema op Noodzakelijk verdriet. In Zeeën van tijd weet je niet wat je aan moet met het surplus aan uren en dagen, in We hebben de tijd sus je de ongeduldigheid. Wat is het nu, te weinig of te veel?

Froukje: (lacht) Het is vooral, denk ik, mezelf proberen te overtuigen. Ik denk dat iedereen dat heeft in zijn twintigerjaren, nee? Het gevoel van: ‘Dit is mijn moment.’ Wat heb ik gedaan met mijn jaar? Heb ik genoeg meegemaakt? Of gaat het net te snel? Daar ben ik allemaal bijna obsessief mee bezig. Het hier en nu versus het grote geheel. Die twee liedjes zijn een poging om mezelf een beetje te temperen. Doe chill, het verstrijkt hoe dan ook. Elke seconde duurt altijd even lang.

In Naar het licht klinkt het zo: ‘Want de bladeren verdorren en jeugd is porselein.’ Porselein als in fragiel, of als in kostbaar?

Froukje: Als in beide. Want ook je jeugd is stuk voor je er erg in hebt. Laat ze uit je handen glippen en ze is er niet meer. Maar als je er goed mee omgaat, kun je het kind in jezelf altijd bewaren. En als je dát goed bewaart, dan heb je iets heel moois voor altijd.

Mooi gezegd.

Froukje: Ja, daar had ik nog niet zo over nagedacht, eigenlijk. Moet ik onthouden. (lacht)

Voor iemand die met een flinke portie gevoeligheid en engagement in het leven staat, hoe is de overwinning van de extreemrechtse Geert Wilders bij de Nederlandse verkiezingen bij jou binnengekomen?

Froukje: Keihard, natuurlijk. Heel kut. Janken. Anderzijds, ik geloof in de democratie, en als dit hetgene is waar de meerderheid van de mensen op dit moment voor gekozen heeft… Dan moeten we het maar proberen. En dan hopen dat het grandioos misloopt en dat iedereen weer bijdraait.

Kriebelt het op zo’n moment niet, om je gevoelens in een protestsong à la Groter dan ik te gieten?

Froukje: Op zich wel, ja. Maar ik probeer tegenwoordig wat weg te blijven van de grote thema’s in mijn muziek. Deels ben ik bang om het verkeerde te zeggen, de nuance te missen. Wat ergens een beetje slap is misschien, want op zich weet ik wel dat ik het kan. Maar de wereld staat zó in de fik dat ik denk dat het beter is om te focussen op de mens zelf. Op dat we allemaal best wel op elkaar lijken, in onze dagelijkse onzekerheden en zo, meer dan we verschillen.

‘Ik wil geen gedachten meer veranderen. Ik wil gewoon connecteren’, schrijft Kae Tempest in haar boekje On Connection.

Froukje: Precies! Ik bedoel, al die emoties die ik vanuit mijn eigen hoofd heb opgeschreven, waarvan ik echt dacht dat ik er alleen mee was, die trekken uiteindelijk toch volle zalen? Wat niet wil zeggen dat ik in de toekomst geen standpunt meer zal innemen of dat ik neutraal wil zijn. Wie weet, misschien komt er ooit wel nog een heel protestalbum uit gegutst. Het leven kan nog alle kanten op.

Noodzakelijk verdriet

Uit op 12.01 via Frok ’n Roll. Froukje staat op 14.03 in De Roma, Antwerpen en op 24.03 in de AB, Brussel. Beide concerten zijn uitverkocht.

Froukje

Volledige naam Froukje Veenstra.

Geboren op 4 september 2001 in Nieuwkoop, Nederland.

Debuteert op haar achttiende met de klimaatprotestsong Groter dan ik.

Brengt na de ep’s Licht en donker (2021) en Uitzinnig (2022) deze week haar eerste full album Noodzakelijk verdriet uit.

Voor fans van Eefje de Visser, De Jeugd van Tegenwoordig en Merol.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content