Waarom experimentele muzikanten Amnesia Scanner & Freeka Tet niet bang zijn van artificiële intelligentie

Tobias Cobbaert

Een album uitbrengen en daarna touren met het nieuwe materiaal? Op Strobe.rip pakten de experimentalisten van Amnesia Scanner & Freeka Tet het andersom aan, wat resulteerde in hun meest aanstekelijke én menselijke project tot nu toe. Met (iets) minder stroboscopen.

Het is een beetje bevreemdend om de gezichten van de Finnen Ville Haimala en Martti Kalliala, samen het duo Amnesia Scanner, en Frans multidisciplinair artiest Freeka Tet zo helder te zien tijdens ons Zoomgesprek. Na het trio onlangs in levende lijve te zien op Rewire Festival hadden we namelijk geen idee hoe ze er echt uitzagen. Deels omdat hun outfits hen moeilijk herkenbaar maakten, maar vooral omdat de hyperintense stroboscooplichten het onmogelijk maakten ook maar iéts helder te zien.

Die desoriënterende, flitsende lichten passen perfect bij de muziek van Amnesia Scanner. Sinds Haimala en Kalliala, beiden met een achtergrond in de architectuur, het project in 2014 oprichtten, specialiseren ze zich in bevreemdende muziek waarbij verknipte beats en gemuteerde vocals voor een bizar maar aanstekelijk geheel vormen. In de vreemdere krochten van de muziekwereld leverde het ze alvast een cultstatus op.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het duo heeft nooit alleenrecht over Amnesia Scanner geclaimd. Haimala beschrijft het project als ‘een vreemd laboratorium, een experimentele ruimte waarin het fijn is om gasten uit te nodigen en te zien wat eruit komt.’ Eén van die gasten is Freeka Tet, waar Amnesia Scanner al regelmatig mee samenwerkte. Nadat alle partijen aan elkaar werden voorgesteld door Bill Kouligas, oprichter van het platenlabel Pan, ontstond al snel een vruchtbare samenwerking. Eerst was er Anesthesia Scammer, een liveconcept dat eigenlijk op tour moest gaan, maar dankzij de pandemie tot een enkele show werd beperkt. In plaats van bij de pakken te blijven zitten, organiseerde het drietal dan maar een reeks livestreams onder de naam Unplugged. En omdat die samenwerking naar meer smaakte, is er nu het gezamenlijke album Strobe.rip.

Jullie zeggen dat Amnesia Scanner steeds blijft evolueren dankzij experimentatie in zowel de online als de echte wereld. Dit album zou jullie dichter bij het laatste brengen. Hoezo?

Ville Haimala: Vooral door hoe het ontstaan is. Eerst was Strobe.rip een liveperformance. Vroeger waren onze optredens veel afstandelijker, maar Freeka gaf ons de middelen om eindelijk live te kunnen zingen via allerlei gekke apparaten. Plots stonden de mensen achter Amnesia Scanner veel centraler in de shows. En de muziek is ook ontstaan tijdens die shows. Het podium was ons labo, en na elke show hebben we aan de nummers geschaafd om tot het resultaat te komen dat nu op de plaat staat.

Ik herinner me nog levendig het gevoel van de overweldigende lichtflitsen op Rewire Festival, en nu brengen jullie een album genaamd Strobe.rip uit. Vanwaar die obsessie met stroboscopen?

Haimala: Stroboscopen zijn altijd een deel van onze mythologie geweest. Onze eerste shows bestonden letterlijk alleen maar uit rook en flitsende lichten. (lacht) Ondertussen zijn we daar een klein beetje uit gegroeid, maar er blijft iets waanzinnig schuilen in dat bombarderen van de zintuigen. Het is bijna hallucinogeen, alsof je via een portaal een andere wereld binnenstapt.

Martti Kalliala: Ja, dat hallucinogene effect mag je letterlijk nemen. Zo’n gevoel raast echt fysiek door je lichaam. Lichten zijn een simpel, maar heel effectief middel. Al schuilt er nog meer achter die albumtitel. Daar kan Freeka je alles over vertellen.

Freeka Tet: Zoals gezegd is Amnesia Scanner met dit project wat menselijker geworden. Dat is waar de ‘rip’ in Strobe.rip ook voor staat: we begraven dat idee van die extreme stroboscopen een beetje. Tijdens onze shows zijn ze nog steeds heel aanwezig, m        aar ze zijn niet meer het begin en het einde. De menselijke performance mag wat centraler staan. Langs de andere kant is die titel dan net weer heel online. Zoals gezegd is de plaat ontstaan aan de hand van onze liveshows, en elk van die liveshows had een andere titel, die verwees naar een specifieke website-url. Strobe.rip was de titel en website van onze eerste show.

Ook de albumhoes lijkt heel online. Het is een simpel, wit vlak met in dikke letters een heel rare, beschrijvende zin, alsof het een prompt is om in te geven in een image generator die op artificiële intelligentie werkt.

Haimala: Je hebt zeker gelijk dat het een prompt is, maar wij zien het meer als een instructie voor je brein. Natuurlijk, als je die zin gaat ingeven in een van de AI-generators krijg je interessante resultaten. Maar in een wereld waarin we constant worden overladen met beelden en informatie, vonden we dat er iets moois en intiems schuilde in zo’n prompt voor je eigen brein, waarmee je een intiem resultaat krijgt dat enkel zichtbaar is voor jezelf.

Dat gezegd zijnde, momenteel is er in de creatieve wereld veel angst rond de rol die artificiële intelligentie. Zelf hebben jullie al regelmatig met AI gewerkt, bijvoorbeeld met de gegenereerde zangstem van het fictieve Oracle op jullie vorige album Tearless. Hoe kijken jullie naar de huidige paniek?

Haimala: Persoonlijk deel ik die angst niet, zeker niet als het over muziek gaat. Het klinkt misschien cool dat iedereen hun eigen, persoonlijke nummer kan genereren via AI. Maar als je gaat nadenken over muziek als sociaal gegeven dat mensen samenbrengt, is er net iets heel krachtig aan mensen die allemaal hetzelfde nummer op hetzelfde moment horen. Door die traditionele, verbindende functie van muziek denk ik dat er altijd een menselijke component zal zijn. Als we het hebben over louter functionele muziek, zoals Spotifyplaylists om op te fitnessen of te relaxen, dan denk ik dat die binnenkort wel automatisch gegenereerd zal worden. Maar als we eerlijk zijn, de muziek die momenteel in die afspeellijsten staat is nu al zo functioneel dat ze even goed door een algoritme gemaakt kan zijn.

Kalliala: Daar sluit ik me bij aan. Natuurlijk zullen er discussie komen over bijvoorbeeld de rechten op je stem en hoe die door AI gebruikt mogen worden, maar dergelijke dingen zijn overal gaande. Daarin staan we niet alleen als muzikanten. Daarnaast heb ik een heel utilitaire relatie met AI, het is gewoon een handig hulpmiddel. Sommige mensen lijken bang dat er zoveel muziek en content gegenereerd zal worden dat we geen tijd meer zullen hebben om overal aandacht aan te geven, maar is dat nu niet ook al het geval?

Tet: Volgens mij gaat AI-kunst ook heel snel saai worden. Al die content is gegenereerd door wat op het internet te vinden is, en gaat uiteindelijk eindeloos doorverwijzen naar zichzelf. Het nieuwe gaat er heel snel af zijn. Vergelijk het met van die moodboards op Pinterest. In 2010 waren die cool en fris, maar als je in 2016 naar die website ging zag je exact dezelfde content omdat het systeem constant zichzelf voedde. Daarnaast denk ik dat creativiteit voor een groot deel draait rond persoonlijke fouten, de manieren waarop jij iets ‘verkeerd’ doet. Als je alles automatisch laat genereren, is het onmogelijk om daar een persoonlijke touch in te steken.

Wat ik leuk vind aan jullie muziek is dat jullie met heel rare geluiden werken, maar die gebruiken om nummers te maken die eigenlijk best catchy zijn.

Haimala: Zeker op dit album is dat het geval, waarschijnlijk opnieuw door die menselijkheid. Toen we begonnen met Amnesia Scanner klonken we nog meer als een collage van rare geluiden. Langzaam maar zeker begonnen we dan meer echte ‘songs’ te schrijven. Mijn relatie met muziek is ook altijd gebaseerd geweest op songwriting. Ik was nooit de synthesizernerd wiens appreciatie voor elektronische muziek volledig technologisch was. Het is net leuk om uit die gekke geluiden iets aanstekelijks te knutselen.

Tet: Volgens mij heeft het ook te maken met de manier waarop Strobe.rip ontstaan is. De normale gang van zaken is dat je eerst een album uitbrengt, en dat je erna mee gaat touren. Tijdens die shows pas je de nummers dan nog een beetje aan om live krachtiger over te komen, en dan ga je je afvragen waarom je niet die versie op plaat hebt gezet. (lacht) Doordat wij op de omgekeerde manier hebben gewerkt, hebben we geen schetsen uitgebracht maar de meest potente, aanstekelijke versies van de nummers.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ride, de lead single van het album, was voor jullie doen zelfs verbazingwekkend groovy.

Haimala: Dat nummer is eigenlijk als ongelukje ontstaan. We waren in de studio aan het experimenteren met rare geluiden, en daar hebben we dan zodanig hard mee geprutst tot het als een Spaans gitaarloopje begon te klinken. Dan zijn we het als een uitdaging beginnen zien om daar iets aanstekelijk van te maken. (lacht)

Ik vind het saxofoonlijntje erin erg leuk.

Tet: Je hebt Ville net heel blij gemaakt.

Haimala: Daar hebben we een grote discussie over gehad. Ik was voorstander van de saxofoon. Grappig genoeg is die melodie eigenlijk het moment waarop AI het meest aanwezig is op het album. Eerst schreven we de melodie, daarna hebben we die gevoed aan een generator die alle geluiden in saxofoon omzet.

In de perstekst voor het album lees ik dat het nummer Scorpions, Bats & Spiders een soort doodverklaring is voor ‘deconstructed club music’, een verzamelterm voor experimentele elektronische muziek waar jullie vaak mee geassocieerd worden.

Kalliala: Om eerlijk te zijn voelde die term al een tijdje niet zo nuttig meer. Het is geen groot statement of zo, we vonden het gewoon grappig om die term zo te begraven. Ik denk niet dat iemand erdoor gechoqueerd zal zijn.

Tet: Waar het ook mee te maken heeft, is dat de afstand tussen onze muziek en onze visuele concepten heel klein is. Tijdens het schrijven hadden we een soort visioen van een lege club, een plaats die niet meer bestaat en waar niets meer leeft. Het begraven van deconstructed club music kan je ook daarmee verbinden.

‘DJ, please recycle,’ wordt er constant herhaald in dat nummer. Een andere song heet dan weer Abandoned.club. Mag ik dat interpreteren als ergernis met een steeds homogener wordende clubcultuur?

Kalliala: Het staat je vrij om dat te interpreteren zoals je wil.

Haimala: Misschien bedoelen we dat recycleren wel op een ecologische manier. (lacht)

Grapjes terzijde, jullie vorige album Tearless werd omschreven als ‘een relatiebreuk met de planeet’. Hoe is die relatie op Strobe.rip? Zijn jullie weer bij elkaar?

Haimala: Strobe.rip is een hoopvoller album dan Tearless. Uiteraard zijn we nog steeds bezorgd om de planeet, maar deze keer richten we ons meer op oplossingen.

Tet: Heb je dat gelezen van die man die de aarde in bubblewrap wilde wikkelen om de zonnestralen ergens anders heen te richten en zo de opwarming van de aarde te stoppen? Ik sta aan zijn kant.

De laatste jaren hebben we nochtans heel wat crisissen doorstaan. Waar komt die hoop vandaan?

Haimala: Uit noodzaak. Ik denk dat het leven heel deprimerend zou zijn zonder het geloof dat beterschap mogelijk is.

Tet: We komen ook net uit een pandemie, dus in die zin voelt alles ondertussen weer een beetje beter. Daarnaast, in de eerste weken van de pandemie stroomden er allerlei berichten binnen over het water dat weer helderder werd en dolfijnen die weer in de rivieren zwommen. Dat stemde me hoopvol: het idee dat de planeet zichzelf weer heel snel kan genezen als we onze menselijke bullshit eventjes opzij schuiven.

Haimala: Een post-menselijke wereld kan heel mooi zijn.

Tet: Absoluut. Ik wil gewoon tussen de dolfijnen gaan leven.

Strobe.rip

Nu uit via Pan Records

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content