Tien jaar ‘AM’ van Arctic Monkeys: Alex Turner als romanticus in een onromantische wereld

Toen Arctic Monkeys in 2013 op de proppen kwamen met hun vijfde langspeler, regende het vijfsterrenrecensies. Volgens NME was AM niet alleen de beste plaat van het decennium, ze luidde voor de groep ook ‘een gouden tijdperk in’. De songs klonken zowel nieuw als vertrouwd, experimenteel als donker, en tien jaar later zijn de meeste ervan nog steeds geheide live-klassiekers.

Er valt nauwelijks een band te bedenken die een snellere opgang heeft gemaakt dan de Arctics. Hun debuut Whatever People I Say I am, That’s What I’m Not uit 2006 deed, dankzij een handig georkestreerde internethype, alle verkooprecords sneuvelen. Tijdens de eerste week na de release werden van de plaat meer exemplaren gesleten dan van de rest van de Britse top-twintig samen.

Natuurlijk kwamen de superlatieven niet zomaar uit de lucht vallen. Arctic Monkeys grossierden in rauwe gitaarriffs en onstuimige ritmen, rockten met een intensiteit en een urgentie die je in popmuziek nog zelden tegenkwam en verstonden de kunst het muzikale lexicon van voorgangers als The Strokes of The Libertines naar hun hand te zetten en te verfijnen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De gebalde energie en vastberaden attitude van het viertal werkten aanstekelijk, terwijl de gevatte teksten van Alex Turner over het uitgaansleven in Sheffield voor velen herkenbaar waren. Maar na het initiële succes dreigde de stormachtige artpunk van het gezelschap een procedé te worden. Wilden Arctic Monkeys niet in herhaling vervallen, dan waren ze wel verplicht hun comfortzone te verlaten en nieuwe muzikale horizonten op te zoeken. ‘We zagen ons nooit als de zoveelste saaie indieband’, onderstreept de zanger. ‘Vanaf het begin waren we vastbesloten ons te blijven ontwikkelen’.

In 2009 trokken de Monkeys naar de VS, waar ze, met de hulp van Josh Homme, de frontman van Queens of the Stone Age, hun oer-Britse indie-invloeden ruilden voor een zwaardere sound. Turners scherpzinnige kronieken over zijn avonturen in de Noord-Engelse pubs en bars werden nu verdrongen door elliptische verhaaltjes met een donkere rand. De resulterende lp, Humbug, ging dan ook volledig in tegen het beeld dat pers en publiek op dat moment van Arctic Monkeys hadden gevormd. Na het niet door iedereen even enthousiast ontvangen Suck It and See besloot het kwartet een plaat op te nemen zoals het er nog nooit eerder één had gemaakt.

Goe vur in den otto

Alex Turner en zijn maats waren intussen verkast naar Los Angeles, al brachten ze ook tijd door in Josh Hommes Rancho de la Luna studio in Joshua Tree. Dat er in de Californische woestijn niemand op hun handen keek, werkte bevrijdend: ‘Josh Homme leerde ons onze instincten te volgen’, herinnert Turner zich. ‘Plots hadden we het gevoel dat alles kon en dat bracht een nieuw soort energie mee. Oké, de onbevangenheid en naïviteit van onze begindagen waren verdwenen, maar intussen had ik Leonard Cohen en Scott Walker ontdekt en waren we betere songwriters geworden. En nu we meer zelfvertrouwen hadden gekweekt, durfden we het al eens aan een sprong in het ijle te wagen. We waren meer dan ooit bereid te experimenteren en legden onszelf in de studio geen enkele beperking op.

‘Op AM wilden we niet langer klinken als vier kerels in één kamer, maar kregen we zin de mogelijkheden van de studio af te tasten en begonnen we de klank van onze instrumenten te manipuleren. Niet dat we vooraf een duidelijk idee hadden van waar we zouden uitkomen. Het enige dat we wisten was dat onze nieuwe plaat goed moest klinken in de auto, want dat is nu eenmaal de plek waar je in L.A. de meeste tijd doorbrengt’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

AM zou dus een op grooves gebouwde Westcoastplaat worden. Eentje waarop nogal wat Amerikaanse referenties te ontdekken vielen. Zo identificeerde Alex Turner zich als tekstschrijver steeds nadrukkelijker met hiphop-artiesten zoals Dizzee Rascal en Roots Manuva, terwijl Arctic Monkeys in ritmisch opzicht meer dan eens verwezen naar R&B- en G-funksterren, type Pharrell Williams en Dr Dre. ‘Allemaal zijn het verhalenvertellers die inspiratie putten uit het leven van alledag’, legt Turner uit. ‘Maar mijn invloeden komen van overal. Ik hou minstens evenveel van John Cale als van Method Man, en ben net zo verslingerd aan The Stooges als aan Drake of Outkast.’ Gevolg: de songs op AM klonken fris en verrassend, zonder dat de vertrouwde identiteit van de Monkeys in het gedrang kwam. Het toonaangevende Amerikaanse webmagazine Pitchfork bedacht voor de vernieuwde sound van de groep zelf de term ‘skinny-jeaned funk’.

Surrealistisch

Dit keer waren alle leden van Arctic Monkeys bij het compositieproces betrokken en in hun rusteloosheid lieten ze op AM verschillende stijlen vrolijk met elkaar in botsing komen. Op Arabella goochelden ze bijvoorbeeld zowel met de productietechnieken van TLC en Aaliyah als met heavy metal uit de seventies, getuige de naar War Pigs van Black Sabbath verwijzende monsterriffs van gitarist Jamie Cook. Een recensent van het Britse muziekmagazine Mojo noemde het nummer dan weer een kruising van Destiny’s Child met ZZ Top.

In I Want It All schilderden de Monkeys met de glamrockkleuren van T. Rex, terwijl elders drummer Matt Helders en bassist Nick O’Malley de falsetstemmetjes van de Bee Gees ten tijde van Saturday Night Fever imiteerden. Interview magazine omschreef de sound van de vijfde Monkeysplaat als ‘retro badass’, maar daar was Turner het niet mee eens: ‘Er zitten zeker ook moderne ingrediënten in’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In No. 1 Party Anthem liet Alex Turner zijn verbeelding bevruchten door John Lennon. De even surrealistische als woordspelerige tekst van Arabella deed bij momenten zelfs denken aan die van I am the Walrus. ‘John had de gewoonte je als luisteraar op sleeptouw te nemen met ongewone beelden die schijnbaar geen betekenis hadden, maar tegelijk het nonsensicale ver overstegen’, aldus de opper-Monkey. De laatst genoemde heeft er nooit een geheim van gemaakt dat Arabella echt bestond, maar voelde er weinig voor haar ware identiteit te onthullen. Algemeen werd aangenomen dat Turners toenmalige vriendin, de Californische actrice en mannequin Arielle Vandenberg, voor haar model had gestaan.

Hét sleutelmoment tijdens het schrijven van AM was het ontstaan van R U Mine?, dat als het ware de springplank naar de plaat vormde. Het was één van de vele nummers waarin seks en lust centraal stonden: een rocker met striemende beats die ontleend leken aan Straight Outta Compton van gangsta rappers N.W.A. Een ander hoogtepunt was de stuiterende R&B van Why’d You Only Call Me When You’re High?, over, alweer, een femme fatale die Turners smachtende tekstberichtjes amper een antwoord waardig vindt.

Rockaristocratie

Dat de verwachtingen voor de vijfde langspeler van Arctic Monkeys hoog gespannen waren, is een understatement. De groep, die in de VS nog maar net een succesrijke tournee met The Black Keys achter de rug had, mocht op 27 juli 2012 optreden tijdens de openingsceremonie van de Olympische zomerspelen in Londen en hun performance werd wereldwijd door 900 miljoen televisiekijkers gevolgd. Van de weeromstuit mochten de Arctics een jaar later als headliners opdraven tijdens de meeste grote Europese festivals. In amper zeven jaar tijd waren de lads uit Sheffield opgeklommen tot het topje van de rockaristocratie.  

Vanaf de release werd veel gespeculeerd over de precieze betekenis van de titel AM. De één las er de initialen van Arctic Monkeys in, de ander ontwaarde een verwijzing naar de in Angelsaksische landen gebruikelijke tijdsaanduiding Ante Meridiem (vóór de middag). Niet veel later zou Alex Turner echter toegeven dat hij het idee gepikt had van het artwork van VU, een restjescompilatie van The Velvet Underground uit 1985. AM staat dus voor Amplitudemodulatie, een vorm van modulatie waarbij de hoogte of de laagte van een signaal wordt gevarieerd om het door te geven. Meestal gaat het om de draaggolf van een radiozender. Dit fenomeen zou trouwens meteen ook als uitgangspunt dienen voor het hoesontwerp.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoewel Alex Turner niet zo’n liefhebber was van allianties met muzikanten van buiten de groep, waren op AM toch enkele opvallende gastbijdragen te horen. Pete Thomas, vooral bekend van Elvis Costello’s begeleidingsbands The Attractions en The Imposters, viel in voor Matt Helders toen die even ‘out’ was wegens een gebroken hand. Thomas was overigens méér dan een huurling. Volgens Turner zouden Arctic Monkeys er zonder hem wellicht nooit in geslaagd zijn het springerige, naar Motown verwijzende Snap Out of It tot een volwaardige song uit te werken. Bill Ryder-Jones, mede-oprichter van The Coral maar tegenwoordig vooral bekend als solo-artiest, maakte zijn opwachting in Firesides, terwijl Josh Homme zijn hoogste stem leende aan songs als One for the Road en de discorocker Knee Socks.

Erotische obsessie

‘Alex Turner is een uitgesproken romanticus, die noodgedwongen in een onromantische wereld leeft’, noteerde een recensent van Pitchfork destijds, naar aanleiding van Do I Wanna Know?, de door een monolitische riff van Jamie Cook aangezwengelde opener van AM waarin Turner een erotische obsessie van zich af zingt. En het is lang niet de enige keer dat je als toehoorder wordt meegezogen door een onderstroom van bitterheid, cynisme en paranoia. De meeste songs op de plaat zijn verhaaltjes over onbeantwoorde liefdes en, vaker nog, over lust, frustratie, isolement en misantropie.

‘Ik heb er geen probleem mee dat mensen aannemen dat ik over mijn privéleven schrijf’, vertelde Turner aan Mojo. ‘Weet je, wanneer je een roman leest, krijg je na een poosje de indruk dat de personages je vrienden zijn geworden. Ik zou het dus fijn vinden mochten mijn liedjes op de luisteraar een soortgelijk effect hebben. Op die manier prikkelen ze je fantasie meer dan wanneer je naar een film kijkt en meteen, pakweg, Drew Barrymore herkent. Er zijn een heleboel dingen die ik je over mijn teksten zou kunnen vertellen, maar de enige die weet waar ze écht over gaan, ben ik zelf. Maakt niet uit: als je er iets anders in hoort, is dat, wat mij betreft, net zo cool’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Voor afsluiter I Wanna Be Yours gebruikte Alex Turner een tekst van de Engelse punkdichter John Cooper Clarke uit 1982, die hij zelf van een melodie voorzag. Het resultaat is doorvoelde, dromerige soul die haaks staat op de decadentie van de meeste andere nummers uit de plaat: ‘I Wanna be your vacuum cleaner / Breathin’ in your dust / I wanna be your Ford Cortina / I will never rust / If you like your coffee hot / Let me be your coffee pot’. Ironisch genoeg slaagt Turner er enkel in zijn hart te laten spreken als hij zich van reclametaal bedient.

AM, een meeslepende plaat die geen enkel zwak nummer kent, werd zeer goed ontvangen en blijft tot op heden het origineelste, coherentste en best verkochte werkstuk uit de discografie van Arctic Monkeys. Josh Homme noemt het ‘a really cool, sexy after-midnight record’ en NME hoorde er genoeg diepgang in om het, met enige zin voor overdrijving, op  één lijn te zetten met het beste van David Bowie, The Beatles, Stevie Wonder of Bob Dylan. ’41 minutes and 47 seconds of near-perfection’, noteerde de scribent van dienst. De zes singles uit AM staan, zoals afgelopen zomer nog bleek tijdens het concert van Arctic Monkeys op Rock Werchter, na tien jaar alleszins nog altijd garant voor piekmomenten in de set. Of hoe de groep op haar vijfde lp voluit de tijdloosheid omarmde.

AM van Arctic Monkeys verscheen oorpronkelijk op 9 september 2013 bij Domino. Bronnen: Mojo, Q, Pitchfork, Spin, Interview, NME en The Guardian.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content