Thuis bij Lous and the Yakuza: ‘Nu pas wordt het succes tastbaar’
De afgelopen zomer schudde ze Chris Martin, Alicia Keys en Damon Albarn de hand. Niets lijkt de opmars van Lous and the Yakuza te kunnen stuiten. Knack Focus bezocht de zangeres in haar Brusselse woonst.
‘Ik weet niet hoe ik het huis heb achtergelaten’, zegt ze verontschuldigend. Lous snelt naar haar voordeur, maar pauzeert even voor ze de klink beroert. Haar Brusselse woning blijkt nochtans meer galerie dan stort: de grote witte muren zijn bekleed met kleurrijke schilderijen van haar eigen hand. Het multitalent van Marie-Pierra Kakoma, zoals de burgerlijke stand Lous and the Yakuza kent, beperkt zich niet tot zingen, schrijven en componeren.
Ze schuifelt op haar felblauwe sloffen naar het terras, waar ze een blik op de tuin werpt. ‘Voor mijn vertrek was het gras nog dor. Plots ziet het weer groen en ligt de tuin er verwilderd bij. (verwonderd) Misschien is het tijd om een tuinier in te schakelen.’ Het tuintafereel is er een dat je ofwel extreem luie mensen toeschrijft, ofwel mensen die nooit thuis zijn. Lous behoort tot de tweede categorie.
Ik ben niet getekend op Jay-Z’s label, hè. Ik betáál Roc Nation om mij te managen. Wat is daar zo speciaal aan?
Ze is net terug uit New York, waar ze een showcase heeft gespeeld onder het toeziend oog van Belangrijke Mensen, onder wie de bazen van Sony Music en Columbia Records en het team van Roc Nation, het managementbureau van Jay-Z waar ze sinds kort bij is aangesloten. Over de samenwerking tussen Roc Nation en Lous is dit jaar al veel inkt gevloeid, ‘en ik heb nooit begrepen waarom’, zegt ze. ‘Waarom was de pers zo enthousiast omdat ik nieuw personeel heb? (grijnst) Ik ben niet getekend op het label van Jay-Z, hè. Ik betáál Roc Nation om mij te managen. Wat is daar zo speciaal aan?’
In vergelijking met alles wat de voorbije jaren in haar leven gebeurd is, is dat inderdaad nog niet eens zo bijzonder.
In de laatste zes maanden speelde Lous and the Yakuza zes keer in voetbalstadions in het voorprogramma van Coldplay (op voorspraak van Chris Martin zelf) én tourde ze met Alicia Keys langs arena’s in Europa en Amerika. Ze opende voor Gorillaz in Duitsland, is met Kisé te horen op de soundtrack van FIFA 23 en mag Madonna tot haar bewonderaars rekenen. Tussendoor ontwierp ze het interieur van een coworkingspace in Brussel (nog zo’n hobbyproject, hoeveel uren zouden haar dagen tellen?) en staat ze geregeld voor de camera als een van de gezichten van Louis Vuitton.
***
Het gaat Lous and the Yakuza voor de wind sinds ze eind 2019, schijnbaar uit het niets, de aandacht trok met Dilemme, een mix van trap en chanson. Wat het succes van Dilemme, los van de intussen meer dan 70 miljoen streams, zo opvallend maakte, was de weg die eraan voorafging. In 1996 werd Marie-Pierra Kakoma geboren in Congo als dochter van twee vooraanstaande dokters. Op haar vierde verhuisde ze naar België. In 2005, in de nasleep van de genocide, verhuisde het gezin naar Rwanda – haar moeder is Rwandese – maar op haar vijftiende trok ze met haar zus weer naar hier. Zonder ouders, maar met een plan: een platencontract versieren en de wereld veroveren.
Zo’n avond in het Koning Boudewijnstadion… Het houdt gewoon geen steek wat mij overkomt. Ik moet daar vaak om lachen.
Haar ouders waren echter niet te spreken over dat plan en draaiden op een bepaald moment zelfs de geldkraan dicht. In de plaats van in de hemel belandde Lous in de hel: ze kwam in financiële problemen en leefde maandenlang op straat, waar ze in aanraking kwam met drugs. Maar de droom om het te maken doofde niet uit. Ze bleef schrijven en versierde uiteindelijk een platencontract bij Columbia, de thuishaven van Beyoncé, Miley Cyrus en Diplo. Op haar debuutplaat Gore (verschenen in volle pandemie) bundelde ze haar horrorverhalen, die ze met de hulp van El Guincho (de rechterhand van Rosalía) verkleedde als catchy r&b-trap.
Diezelfde El Guincho hielp haar ook met Iota, haar tweede album, dat er later deze maand aan komt. Ditmaal opent ze geen nieuw blik trauma’s, maar zoomt ze in op haar turbulente liefdesleven. ‘Ik heb veel gewonnen in dit leven, maar waar blijft de ware?’ grinnikt ze. ‘Ik ben bereid om mijn criteria bij te stellen om alsnog een lief te vinden.’
Wat hebben de boerenjaren je vooralsnog wel opgeleverd?
Lous: Ik leid nu een comfortabel leven, al heb ik dat niet alleen aan de muziek te danken. Integendeel. Het is dankzij de muziek dat ik een gebouw heb kunnen ontwerpen en dat ik op de radar van Louis Vuitton ben verschenen. Ik zou willen zeggen dat ik minder stress heb, omdat de geldzorgen van vroeger verleden tijd zijn, maar dat klopt niet helemaal. Lous and the Yakuza is een bedrijf met werknemers. Het grootste deel van de tijd doe ik administratief werk – sociale bijdragen betalen, ervoor zorgen dat het papierwerk in orde is, enzovoort – en zaakvoerder zijn is nu eenmaal geen simpele job. Maar ik ben vooral dankbaar. De laatste jaren hebben mij geleerd dat er effectief mensen naar mijn muziek luisteren, wat het mooiste geschenk is dat je mij kon geven.
Ik heb ook veel verloren, hoor, waaronder vrienden. Er zijn er die boos werden wanneer ik niet kwam opdagen op een verjaardagsfeestje. Ze denken dat het succes mij naar het hoofd is gestegen, gewoon omdat ik er niet altijd ben. Mon manque de présence physique, ça a été problématique. Er wordt mij verweten dat ik veranderd ben sinds het succes.
Is dat het geval?
Lous: (schudt van nee) Het zijn eerder de mensen die zijn veranderd, in de manier waarop ze zich gedragen wanneer ze mij zien. In Frankrijk is geld nog een groter taboe dan hier. Wanneer je succesvol bent, veronderstelt men dat je rijk bent en plaatsen ze je automatisch hoger dan henzelf. Ik voel echt dat sommigen onwennig zijn wanneer ze in mijn buurt komen. Waarom zou je mij op een piëdestal plaatsen omdat ik zing en succes heb? Brandweermannen redden levens, maar naar hen kijk je toch niet dagelijks op? Hen beschouw je toch niet als idolen? Terwijl zij écht een job van levensbelang uitoefenen. Je déteste l’idolâtrie.
Ik geloof oprecht in gelijkheid. Ik ben heus niet beter dan jij vanwege mijn status. Op de dag van mijn eerste show van het jaar, in La Maroquinerie in Parijs, stonden er in de namiddag al fans aan te schuiven. Ik ben op hen toe gestapt: ‘Mais qu’est-ce que vous foutez là?’ Het idee dat mensen die in het bezit zijn van een ticket, en dus zeker zijn van een plaats, zes uur op voorhand komen opdagen, blijf ik een vreemd fenomeen vinden. Lachwekkend ook. ‘Ik ben het maar’, denk ik dan. Doe toch eens normaal. (lacht)
Wanneer heb je jezelf voor het laatst in de arm geknepen?
Lous: Tijdens de shows in het voorprogramma van Coldplay. Ik had drie maanden eerder mijn eerste volwaardige soloconcert gespeeld – in La Maroquinerie, voor 500 man – en plots stond ik in het Stade de France. ‘C’est quoi ce bordel?’ was het enige dat ik vanbinnen kon opbrengen. Het went ook niet, in stadions optreden. Ik heb zo’n avond in het Koning Boudewijnstadion geen enkele keer als normaal ervaren, zelfs niet een béétje. Het houdt gewoon geen steek wat mij overkomt. Ik moet daar vaak om lachen.
Ik heb mijn hele leven in het Engels gezongen. Ik maak één album in het Frans en ik breek door in Italië en Denemarken. (komt niet bij van het lachen) In Italië, waar niemand Frans kent, behaal ik een gouden plaat, maar in Frankrijk en in België niet? Een van mijn grootste doelen in het leven was om gelauwerd te worden om mijn schrijftalent, maar nu blijkt dat het merendeel van mijn fans niet eens begrijpt waarover ik zing. (lachje) Het is allemaal te absurd voor woorden, maar ik zie er de schoonheid van in.
Heb je overwogen om van het Frans naar het Engels te switchen?
Lous: (lacht)
Waarom lach je?
Lous: Damso (de Brusselse rapper is al sinds haar dakloze jaren Lous’ beste vriend, nvdr.) heeft mij deze ochtend exact dezelfde gevraagd. ‘Je moet het in het Engels proberen’, zegt hij dan. En ik krijg die opmerking dagelijks, terwijl ik door de jaren heen 52 Engelse nummers op SoundCloud heb gezet waar geen haan naar kraaide. Ik hou van het Frans, cette langue est fabuleuse, al is het daarom niet uitgesloten dat ik ooit nog Engelstalige nummers zal uitbrengen. Het is trouwens niet omdat Roc Nation in de States zit dat ze verwachten dat ik in de toekomst naar het Engels overschakel. Een van de voorwaarden om met elkaar in zee te gaan was dat ze zich niet moeien met de creatieve keuzes die ik maak.
“Je moet het in het Engels proberen”, zegt Damso. Ik heb door de jaren 52 Engelse nummers op SoundCloud gezet waar geen haan naar kraaide.
Klopt het dat je een tijdlang in het Swahili hebt geschreven?
Lous: Ja. Misschien zien die nummers ooit wel het daglicht, maar ze waren niet geschikt voor Iota, omdat ze niet aansluiten bij het verhaal dat ik met dit album wil vertellen. De nummerkeuze is een belangrijk deel van het maakproces – ik heb een duidelijke visie van wat kan en wat niet. Iota is een liefdesalbum.
Lubie, de samenwerking met Damso, is er pas op het laatste moment bij gehaald. We hebben dat nummer twee jaar geleden opgenomen, in volle pandemie, maar nadien had ik het veilig opgeborgen. Tot ik op zoek was naar een nummer dat een liefdesverklaring is en ik Lubie opnieuw tegenkwam. Ik heb de telefoon opgepakt, Damso gebeld en hem gezegd dat hij op mijn plaat staat. (lacht)
Wanneer wist je dat liefde het centrale thema van Iota zou worden?
Lous: Het was geen bewuste keuze, maar ergens voelde ik wel de behoefte om over de liefde te praten, als tegenreactie. Met Gore had ik pas een plaat gemaakt die inhoudelijk behoorlijk somber was. Maar ik heb ook over de liefde geschreven omdat ik de laatste jaren in verschillende liefdesdrama’s verwikkeld zat.
Weten de ex-lieven over wie je zingt dat er een nummer over hen is geschreven?
Lous: De meesten zullen het zelf moeten ontdekken. Ik heb wel een gênante situatie meegemaakt. Er waren vrienden op bezoek, onder wie een ex-lief, en Iota speelde. Plots hoor ik La money beginnen, wat specifiek over die ene kerel gaat. Ik dacht: ofwel skip ik dit nummer, maar dat gaat opvallen en is een teken van zwakte, ofwel sluit ik mezelf op en laat ik dit overwaaien. Ik ben naar mijn kamer gevlucht en heb de deur op slot gedraaid. Dat is dé remedie voor alle gêne. Sluit jezelf in je kamer op en doe alsof er niets gebeurd is. (lacht)
‘Tu m’en voulais, parce que je faisais plus de money’, zing je in dat nummer. Hoe kun je voor zo’n macho vallen?
Lous: (lacht hard) Iedereen reageert op dezelfde manier op La money: bestáát dat type mannen echt nog? Alle actrices, mannequins en zangeressen die ik ken, worden geconfronteerd met mannen die gefrustreerd zijn wanneer blijkt dat je meer verdient dan hen. La guerre d’ego est sans fin. Er zijn veel meer mannen die zich vastklampen aan het klassieke rollenpatroon dan je zou denken. Een man moet de grootverdiener zijn, degene die zijn familie onderhoudt. (serieus) Mij treft ook schuld, hoor. Dat ik voor zulke mannen val, is mijn eigen fout. Ik zou meer tijd kunnen nemen om iemand te leren kennen voordat ik verliefd word. Het zou mij veel miserie bespaard hebben, maar ik word telkens opnieuw halsoverkop verliefd. (lacht) C’est ma petite malédiction à moi.
Je hebt een extreem hoge aaibaarheidsfactor. Je bent bovendien bereikbaar. Na je show op het Core-festival in Brussel nam je uitgebreid de tijd om je fans te bedanken.
Lous: Na mijn twee eerste shows, in Parijs en Lyon, ben ik in tranen van het podium gestapt. Tranen van blijdschap. Weet je, ik krijg al jaren te horen hoe goed mijn muziek wel niet gestreamd wordt. Op een bepaald moment kreeg ik een bericht: proficiat, je hebt 150 miljoen streams gehaald! Maar wat heb je aan die boodschap als je je daar niets bij kunt voorstellen? Het is pas dit jaar dat ik heb ontdekt dat er effectief mensen van vlees en bloed achter die streams zitten. Voordien dacht ik dat ik in The Truman Show zat. (lacht) Nu pas wordt het succes tastbaar.
***
Op Spotify streamen maandelijks 1 miljoen mensen de muziek van Lous and the Yakuza. Haar grootste commerciële succes behaalde ze in Italië, mede dankzij samenwerkingen met Italiaanse sterartiesten als Sfera Ebbasta en Thasup. ‘Ik wil eerder opvallen met wat ik maak en de manier waarop dan met verkoopcijfers’, zegt ze. ‘Damso heeft mij eens voorgesteld: “Kom, we maken een hit samen, dan scoor je ook in Frankrijk gouden platen.” Maar hits scoren interesseert mij niet. Ik wilde destijds een nieuwe, minimalistische stijl van Franstalige muziek introduceren.’
Op Gore liet ze thema’s als kolonialisme, armoede, seksueel geweld en prostitutie aan bod komen, wat behoorlijk uniek was voor een popartiest. Lous and the Yakuza schuwt evenmin het engagement. In 2020 was ze een van de organisatoren van de Black Lives Matter-optocht in Brussel. In de tussentijd begon ze ook aan de oprichting van veldhospitalen in moeilijk bereikbare gebieden in Rwanda. ‘Je moet niet wachten tot je 35 bent en een huis, een auto en kinderen hebt voor je een bijdrage kunt leveren aan de mensheid’, zei ze daarover in De Standaard.
Je hebt in de Gore-periode gretig gebruik gemaakt van je status en stem om verandering teweeg te brengen. Maar met je expliciete teksten heb je ook mensen tegen de schenen geschopt, onder wie je familie. Die moest via je muziek vernemen wat je allemaal had meegemaakt.
Lous: Ik was vooral bang voor hun reactie op Quatre heures du matin(waarin ze over de aanranding zingt waarvan zij het slachtoffer was, nvdr.), maar uiteindelijk heeft niemand mij aangesproken over passages uit mijn teksten. Geen enkele keer. Ze weten waarover het gaat, maar ze praten er niet over. Dat is eigen aan Afrikanen en in het bijzonder aan Rwandezen. Die zijn doorgaans zeer introvert.
Mijn moeder begrijpt nu waarom ik zo boos was. Ze heeft zich geëxcuseerd. C’était très gênant. “Geen probleem, mama”, stamelde ik om er snel vanaf te zijn.
Denk je dat je ouders het er onderling over hebben gehad?
Lous: Nee, daar ben ik zeker van. Dit album zal makkelijker zijn voor hen. Liefdesverdriet is immers geen tragedie, een aanranding wel. Mijn moeder zal deze keer eerder denken: die smeerlappen hebben het hart van mijn dochter vertrappeld, maar ze moet nu niet aanhoren hoe ik door de hel ben gegaan. Dat was in het bijzonder voor haar een bittere pil, omdat zij zich achteraf heel schuldig voelde. Ik heb haar enorm gekwetst met Gore. In het begin was ik ook ontzettend hard voor mijn ouders in interviews. Zij hadden mij laten vallen als een baksteen – ik was boos, en die frustratie ventileerde ik tegenover journalisten. Mijn mama had liever dat ik loog dan dat ik jullie de waarheid vertelde.
(verbaasd)
Lous: Ze begrijpt nu wel waarom ik zo boos was, hoor. Ze heeft zich geëxcuseerd, wat een bijzondere ervaring was. C’était très gênant. Ik wist niet wat er gebeurde, dus probeerde ik snel van onderwerp te veranderen. ‘Geen probleem, mama’, stamelde ik om er snel vanaf te zijn. Maar hoe onwennig het ook was, op dat moment is er een enorm gewicht van mijn schouders gevallen. Ik wist niet dat ik op excuses zat te wachten tot ik ze kreeg. Het leek wel alsof mijn wonden van het ene op het andere moment waren geheeld.
En je vader?
Lous: Die praat niet over gevoelens. Het enige wat hij doet, is Cicero citeren. (lacht) Ik heb zelden een gesprek met hem dat niet over filosofie of politiek gaat. Maar een tête-à-tête met hem over Gore? Dat zat er niet in. Je moet weten dat mijn papa zijn pensioen vult met het corrigeren van andermans memoires. En hij gaat nog wekelijks naar de Latijnse mis. C’est un personnage fascinant, maar wel een geval apart.
Iota
Uit op 11/11 via Columbia Records.
Lous and the Yakuza
Geboren als Marie-Pierra Kakoma in Lubumbashi in 1996, haar vader is Congolees, haar moeder Rwandese.
Groeit op in Congo, België en vervolgens Rwanda.
Beslist op haar vijftiende van Rwanda naar Brussel te verhuizen om haar droom na te jagen: artiest worden.
Kiest voor Lous als artiestennaam. Niet toevallig een anagram van soul. Yakuza verwijst naar de Japanse maffia en haar liefde voor manga’s.
Debuteert in 2020 met Gore, een mix van chanson en trap, geproduceerd door El Guincho, de rechterhand van Rosalía.
Waar Lous op Gore door de loopgraven van haar ziel ploeterde, is haar tweede worp Iota een liefdesalbum.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier