Sylvie Kreusch op wolkjes: ‘Ik heb even een identiteitscrisis gehad. Niks ergs, hoor!’
Drie jaar na de relatieperikelen en het hartzeer van haar solodebuut Montbray rebelleert Sylvie Kreusch met het speelse, fantasierijke Comic Trip tegen haar imago van femme fatale. ‘Het mocht deze keer wat meer goofy zijn.’
‘Als het mistig is, dan zie je hier helemaal níks’, zegt Sylvie Kreusch, terwijl we haar uitzicht bewonderen. ‘Dan is het alsof je aan het einde van de wereld zit.’ Op deze mooie nazomerdag biedt het hoekappartement dat Kreusch deelt met haar lief Flor Van Severen vanop de twaalfde verdieping een fenomenaal panorama, tot ver voorbij de drie torens die de Gentse skyline bepalen.
‘Home is on the highest floor’, klinkt het op haar tweede album Comic Trip, dat deze week verschijnt. Noemt ze haar nestje in Gent écht thuis, polsen we voor de zekerheid bij Kreusch, die er lang een nomadische levenswandel op nahield. ‘Zeker. Ik heb voor de jongste gemeenteraadsverkiezingen hier zelfs een eerste keer gestemd’, zegt ze. ‘Dus hoor ik er officieel bij, hé? Ik voel me hier in ieder geval meer op mijn gemak dan in Antwerpen. Daarmee doel ik niet op al mijn vrienden of mijn netwerk ginder. In Gent hangt gewoon een mooiere energie. Maar op termijn hoop ik wel buiten de stad te belanden. Ergens waar meer rust en privacy is, en vrijheid voor de beestjes.’ Met ‘beestjes’ heeft Sylvie het over de inmiddels beroemde Kratje Kreusch (de dertienjarige reu die haar sinds 2020 overal vergezelt, en meer dan vijfhonderd volgers telt op Instagram, nvdr.), maar ook op Van Severens gevlekte viervoeter Gust. ‘En er mogen nog veel meer hondjes bijkomen, wat mij betreft. Want dat is mijn grote droom: een soort boerderijtje met een hele roedel oude honden die ik adopteer; sukkelaars die anders een spuitje zouden krijgen in het asiel, maar die ik nog enkele jaren een mooie oude dag kan bezorgen. Maar goed, dat is misschien eerder iets voor wanneer ik zélf aan mijn oude dag toe ben. (lacht)’
○ ○ ○
Eerst nog Comic Trip, dus. Anders dan de break-upplaat Montbray zijn de toon en inhoud van het album positief, hoopvol en speels. De kinderkoortjes op de achtergrond bij Hocus Pocus en de titeltrack zijn daarvan een mooi voorbeeld. Daarnaast is er ook het plagende ’I could be your bride’ in Ride Away. In Sweet Love (Coconut) is sprake van ‘trouw zijn aan geloften’, en in het artwork bij Ding Dong is Kreusch te zien in een witte bruidsjurk. Tel dat allemaal op en … heeft Sylvie Kreusch ons misschien heuglijk nieuws te melden? ‘Ik had wel gedacht dat sommige journalisten die kinderstemmetjes en trouwreferenties zouden linken. Maar nee, trouwen wil ik niet. Een baby, dat wel. En Flor ook. Meer zelfs: mocht ik geen zangeres zijn, dan was ik al lang zwanger geweest. Samen een kindje op de wereld zetten is toch de ultieme bevestiging van je liefde voor elkaar? En ja, dat soort wolkjesromantiek heeft de plaat mee geïnspireerd. Maar met het leven dat ik nu heb – waarin alles een jaar op voorhand voor me wordt vastgelegd – moeten we die “ultieme bevestiging” wel concreet inplannen, dat kan niet anders. Niet dat ik de muziek dan on hold zal zetten. Een actieve muziekcarrière hebben én moeder zijn is geen kwestie van óf dit óf dat. Charlotte Adigéry en Eefje de Visser hebben dat bewezen. Hun kinderen zijn gewoon deel van de crew. Zo zou ik het ook willen doen.’
○ ○ ○
‘Ik moest een beetje meer graven en zoeken’, zegt Sylvie Kreusch over de songs op Comic Trip. ‘Omdat het geen songs zijn die ik als het ware heb uitgekotst, zoals voor Montbray. En ik wilde met het speelse op deze plaat ook rebelleren tegen het imago van mysterieuze femme fatale dat ik steevast opgekleefd krijg. Het mocht wat meer goofy zijn, om er een woord op te plakken. Er zit in elk geval meer zelfspot en relativering in deze plaat. Het laatste wat ik wil, is dat ik mezelf als artiest te serieus neem. Ik ben er altijd voor op mijn hoede dat ik geen karikatuur van mezelf word.’
Op het artwork en de promofoto’s bij Comic Trip is Sylvie blond, maar inmiddels zijn haar haren opnieuw gekleurd in het donkere, vurige rood waarmee ze de voorbije jaren bekend werd. ‘Ik heb efkes een identiteitscrisis gehad’, klinkt het lachend. ‘Niks ergs, hoor. Dat maak je bij elke plaat die je maakt wel mee. En dat blond past bij de soms naïevere sfeer van de plaat, besefte ik achteraf.’
De titel Comic Trip is een knipoog naar Comic Strip, een nummer van Serge Gainsbourg en de hoogblonde Brigitte Bardot, dat samen met het al even guitige Bubble Gum te vinden is op hun in 1968 verschenen compilatiealbum Bonnie & Clyde. ‘Het is een periode die sowieso altijd deel uitmaakt van het moodboard in mijn hoofd’, zegt Kreusch. ‘En die plaat was zeker een inspiratie, met die perfecte combinatie van speels en sexy.’ Kreusch verwijst ook naar Nancy Sinatra, de dochter van Frank, die zich in de jaren zestig een stoeipoesimago aanmat. ‘Ik hou erg van de muziek die ze maakte met producer en songschrijver Lee Hazlewood. Ze flirtten daarin ook met geluiden uit de country and western, waarvan je in sommige songs op Comic Trip subtiel de sfeer hoort doorsijpelen.’
Een song uit Montbray die perfect op deze nieuwe plaat had gepast, tussen de ‘positieve liefdesliedjes’ (dixit Kreusch) en alle kinderlijke, idyllische fantasie, is Shangri-La, dat zijn titel haalde bij het aards paradijs uit de utopische roman Lost Horizon van James Hilton. The Shangri-Las was ook de meidengroep uit de sixties wier naïeve harmonieën we op Comic Trip her en der horen echoën, zoals in het afsluitende Can’t Get It Done. Onder meer in hits als Leader of the Pack en Out in the Streets zongen The Shangri-Las over tragische liefdes en bad boys. Maar wat horen we in Home? ‘Oh god, I’m in love with a momma’s boy / Would she mind sharing you with me?’
‘Vallen voor bad boys, daar ben ik uitgegroeid’, glimlacht Kreusch. ‘Dat hoort bij jong zijn, hé? En ik ben nu minder jong, maar ik heb meer zelfrespect. En ja, Flor ís een volbloed mama’s-kindje. Het nakomertje van wie de navelstreng nog niet helemaal is doorgeknipt. Maar zijn sterke band met zijn moeder – die twee zijn vooral echt keigoede vrienden – maakt wel dat hij veel respect voor vrouwen heeft. Niks op tegen, hoor, een momma’s boy. Integendeel, ík vind dat sexy!’
Twee songs op Comic Trip doorbreken de kinderlijke fantasiewereld waarin Sylvie Kreusch naar inspiratie ging graven. Daddy’s Selling Wine in a Burning House noemt ze de persoonlijkste song die ze al geschreven heeft. ‘De titel lijkt nogal poëtisch en abstract, maar je mag hem letterlijk interpreteren. Mijn vader heeft ooit een wijnhandel gehad, en toen ik nog kind was, is die echt afgebrand. Hij heeft er zelfs even voor in de gevangenis gezeten, omdat de politie dacht dat hij hem zelf in de fik had gestoken om te frauderen. Wat niet klopte, mijn vader is echt de braafste, correctste burger die je kan tegenkomen. Maar mijn onschuldige wereldje brokkelde volledig uit elkaar. Mijn ouders waren net gescheiden, mijn vader belandde in een depressie, en vervolgens in de gevangenis. En zoals ik in de song beschrijf, schermde ik me voor alles af, ver weg in mijn droomwereldje. Pas enkele jaren geleden is de impact van dat alles naar boven gekomen, tijdens mijn eerste therapiesessie.’
Soms voelt Kreusch zich bijna schuldig bij de therapeut, legt ze uit. ‘Ik excuseer me haast op voorhand. Ik, die met mijn first world problems iemands tijd kom verdoen, terwijl zoveel mensen het veel erger hebben. Ik worstel daar soms mee, geef ik toe, met die gevoeligheid van mijn generatie, die het toch zo goed heeft in het Westen.’
Ook in de afsluiter Can’t Get It Done heeft Kreusch het over oude trauma’s en patronen. ‘Do you need another broken heart / To live up to this dream?’ vraagt ze zich af. En op het eind pepert ze zichzelf in: ‘You know you can get it done / You can get it done.’
‘Het gaat onder meer over faalangst. En ik sta ook heel hard in het leven met een houding van: “Het kan elke dag weer gedaan zijn”. Ook in relaties heb ik dat. Een soort zelfbescherming is het, uit een diepgewortelde schrik om aan nieuwe dingen te beginnen. Dan kan ik soms echt panikeren. Maar het lukt me steeds beter om die faalangst los te laten. Vandaar de peptalk voor mezelf: you can get it done. Ik vond dat mooi om dit album mee af te sluiten.’
○ ○ ○
Deze zomer trok Kreusch met Van Severen voor een korte vakantie naar Los Angeles, waar ze logeerden bij een goede vriend van mama Van Severen in Brentwood. ‘Dat is die wijk waar alle sterren wonen. We hebben er de full Hollywood experience kunnen beleven. Zalig, om door die hele film- en muziekgeschiedenis te lopen – of te rijden, eigenlijk. Met zo’n antieke slee, daar mag dat nog. Lage-emissiezones, dat kennen ze niet in LA.’ Het hoogtepunt in Los Angeles, volgens Kreusch: hun bezoek aan het Joshua Tree National Park, een even mythische als mystieke plek waar dankzij onder meer Gram Parsons, U2, en Queens of The Stone Age muziek in de woestijnlucht hangt. ‘We zijn er onder meer in een oud café beland waar de tijd écht was blijven stilstaan. Met cowboys die met hun gitaar op de rug in de rij stonden aan te schuiven voor het vrij podium. Als ik nog eens terugkeer, wil ik zulke plekken nog meer opzoeken.’
Brengt het haar aan het dromen, even te vertoeven in het walhalla van de Amerikaanse glamour- en entertainmentindustrie? Dat Comic Trip al een jaar geleden werd afgewerkt heeft bijna alles te maken met de focus van Kreusch en haar management op onder meer Groot-Brittannië, Frankrijk en de rest van Europa. ‘Die deals met labels en zo vragen veel tijd’, klinkt het. Maar kijkt ze ook nóg verder?
‘Toen ik net terug was van LA kreeg ik via Instagram een tof berichtje van Rick Nowels, een songschrijver die aan de eerste albums van Lana Del Rey heeft meegewerkt. (Nowels werkte ook al samen met Lykke Li, Dido, en Madonna, nvdr.) Nu, het gebeurt wel vaker dat zulke mensen vrijblijvend contact leggen via sociale media. Het betekende niks concreets, voor alle duidelijkheid. Maar toch: zo vlak na onze trip, en door die link met Lana Del Rey, toch een groot voorbeeld voor mij en mijn generatie artiesten… waarom zou ik het niet eens proberen, dacht ik, een tijdje naar LA gaan? Een maand of twee, zien of ik daar iemand vind met wie het klikt, om samen te schrijven. Ik kan er maar uit leren, denk ik, en wat heb ik te verliezen? En dan trek ik me met plezier terug in mijn home on the highest floor.’ Of in dat droomboerderijtje dus.
Comic Trip
Uit op 08.11 via Sony.
Sylvie Kreusch
Geboren in 1991 in Wilrijk.
Raakt bekend met de band Soldier’s Heart, die in 2013 de eerste editie van De Nieuwe Lichting wint en drie jaar later het album Nighty Night uitbrengt.
Maakt na de split van Soldier’s Heart enkele jaren deel uit van Warhaus, de band van haar lief, Maarten Devoldere van Balthazar.
Schrijft de breuk met Devoldere van zich af op haar eerste soloalbum Montbray (2021), genoemd naar het dorpje in Normandië waar ze tijdens corona vaak vertoefde en aan haar songs werkte.
Brengt deze week de opvolger Comic Trip uit, en stelt het album volgende maand voor met twee uitverkochte shows in de AB.
Had tijdens de Radio 1 Sessies eind deze maand graag een duet gezongen met Herman van Veen: ‘Het is mijn droom om samen met hem Toveren te zingen. Ik word al heel m’n leven zó warm van dat nummer.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier