Sufjan Stevens & Angelo De Augustine schreven de soundtrack voor uw dvd-verzameling
Dat deed hij niet alleen: hij vond een gelijkgestemde in Angelo De Augustine, met wie hij in het hutje van Bryce Dessner van The National songs verzon bij een heel pak films. Niet bij Call Me by Your Name, wel bij Night of the Living Dead – maar zo anders klinkt het resultaat niet.
‘Het was alsof we op bosklassen waren en we elke dag een film moesten bespreken’, zo herinnert Angelo De Augustine zich de opnames van A Beginner’s Mind, de plaat die hij en Sufjan Stevens samen opnamen in de houten hut van The National-gitarist Bryce Dessner in upstate New York. Stevens kent u als de enigmatische superster die u met Carrie & Lowell op een spoeling van de ziel trakteerde. De Augustine moet het, hoewel gezegend met bovengemiddeld songwriterstalent, met een kleine spionkop stellen.
Bijna alle films waarop de plaat geïnspireerd is, gaan over conflict, desillusie of onrecht. Van Dorothy die zich onveilig voelt in Oz over seriemoordenaars tot Mad Max. En daar bedenken wij dan prachtige harmonieën bij.
Sufjan Stevens
Wel zit hij al vier jaar op Stevens’ eigen Asthmatic Kitty-label. De twee deelden ook al eens het podium, en enkele vrijblijvende schrijfsessies later had Stevens het gevoel dat hij werkte met iemand ‘with a familiar sensibility’. Waarop ze een maand in Dessners hut in upstate New York gingen hokken. Veertien songs leverde dat op, alle veertien gebaseerd op een film. Van The Thing over Point Break en Clash of the Titans tot Hellraiser III. De inspiratie is soms donker, soms campy, vaak allebei, de muziek die eruit voortkomt klinkt hemelsblauw. Simon & Garfunkel, overgoten met Sufjansaus.
Sufjan Stevens:We hebben elkaar voor het eerst zo’n zes jaar geleden ontmoet toen ik nog een studio in Brooklyn had. Angelo was iets verderop aan een soloalbum aan het werken. Denison Witmer (singer-songwriter, ook getekend op Stevens’ label, nvdr.) heeft ons aan elkaar voorgesteld.
Angelo De Augustine: (grappend)That was fifty years ago.
Stevens: Dat had zomaar gekund. Je zag er alleszins uit als een kind. (lacht) We hebben na die eerste ontmoeting even geen contact gehad, tot jij je tweede plaat Swim Inside the Moon wilde uitbrengen. Op een sublabel van Secretly Canadian, niet?
De Augustine: (droog) Ze hielden er niet van en wilden ze dus niet uitbrengen. So I had this record that didn’t really have a home. Dus heb ik Sufjan ernaar laten luisteren.
Stevens:Je hebt mij toen verteld dat hun feedback was dat de muziek te krakkemikkig klonk. Ze hadden je gevraagd om de plaat opnieuw op te nemen, in betere kwaliteit, maar daarin ben je niet meegegaan. En terecht. Wat ik te horen kreeg, was ontzettend mooi. Ja, Swim inside the Moon is een slaapkameropname, maar het is wel een hele goeie plaat. Ik heb ze op mijn label uitgebracht. Dat was een no-brainer. En goedkoop, want de plaat was al klaar. (lacht)
Van uitgespuwd tot opgepikt door je held. Niet slecht, Angelo.
De Augustine:Held? (lacht) Bij onze eerste ontmoeting wist ik niet eens dat Sufjan een muzikant was. (droog) Ik dacht dat hij een vriend van Denison was die een dagje meekwam. Ik heb Sufjans muziek later opgezocht. I really enjoyed it. Het werd me hoe langer, hoe duidelijker dat we veel gemeen hebben. We zijn allebei verhalenvertellers pur sang. Je ontmoet zelden zo’n gelijkgezinde, dus ik koester deze vriendschap enorm.
Wie nam het voortouw in de beslissing om samen songs te schrijven?
Stevens: Ik heb Angelo tijdens een livesessie op piano begeleid. Hij had het daarop over demo’s, waar we dan samen aan gewerkt hebben, en dat is mij zo goed bevallen dat ik dacht: waarom schrijven we niet sámen? Angelo had een vertrouwde gevoeligheid, we spraken dezelfde taal. We zijn beiden folkies, we houden er beiden van om mooie melodieën te schrijven, maar de woorden zijn niet ondergeschikt aan de muziek. Voor we het wisten, lag er een album, bijna onbedoeld.
De Augustine: Ik had voordien nog nooit met iemand samengewerkt. Ik ben graag baas over mijn eigen ideeën, maar het voelde heel natuurlijk om het stuur met Sufjan te delen.
Stevens: Ik ben erg kieskeurig, ik werk niet met de eerste de beste artiest samen. Ik heb al een plaat met Bryce Dessner gemaakt, maar dat was een andere benadering. Bryce is een muzikant, geen songwriter. Met Angelo deel ik een stiel. Het is altijd afwachten of je twee meningen op elkaar kunt afstemmen, maar hier was dat het geval.
Ben je bij een samenwerking voorzichtiger zodat je geen vakgeheimen prijsgeeft?
Stevens: Goh… (droog) Een song schrijven is heus niet zo mysterieus als mensen vaak denken. Ik heb geen gouden formule, ook al denken velen van wel. (lacht) Een songwriter leidt een eenzaam bestaan dat enige structuur vraagt: je zet de muzikale lijnen uit, bedenkt een melodie, voegt er woorden aan toe . Meer niet. De magie gebeurt wanneer je er midden in zit. Dan worden er dingen aan je geopenbaard.
Muzikale held? Bij onze eerste ontmoeting wist ik niet eens dat Sufjan een muzikant was.’ Angelo De Augustine
Hoe belanden jullie eigenlijk in Bryce Dessners hut?
Stevens: Ik ken Bryce nu zo’n tien jaar, en hij heeft altijd dat buitenverblijf op twee uur rijden van New York gehad. Soms trokken we er samen heen om tot rust te komen. Maar intussen is hij met vrouw en kind naar Frankrijk verhuisd. Sinds dat huis hier onbewoond is, rijd ik er regelmatig naartoe om te checken of alles nog in orde is. Bij wijze van bedankje had hij Angelo en mij voorgesteld om er een maand aan het album te werken.
Eigenlijk ben je housesitter in bijberoep.
Stevens:Exact! (lacht hard) Intussen woon ik daar in dezelfde straat. Dat maakt het ook iets makkelijker om te kijken of hij geen inbrekers over de vloer heeft gehad. Het is hier erg landelijk. Je zit in de bergen, omringd door bossen. Er is hier geen afleiding. Je kunt als songwriter niet beter zitten.
Welke song hebben jullie daar het eerst geschreven?
Stevens: Reach Out, waarvoor ik mij heb laten inspireren door Wim Wenders’ film Wings of Desire (uit 1987, hier beter bekend als Der Himmel über Berlin , nvdr.).
De Augustine:Het was op dat moment nog niet de bedoeling om elke song op een film te baseren. Dat idee kwam pas later. Om de werkdag af te ronden keken we altijd samen naar een film, en op een bepaald moment merkte ik dat de onderwerpen van de films – onbewust – in de songteksten slopen.
Stevens: Wings of Desire is een van mijn favoriete films, maar Angelo had die nog nooit gezien. Ik ben altijd een grote Wenders-fan geweest. Ik ben opgegroeid met U2 en de band tussen die groep en hem heeft mij altijd geïntrigeerd. Een song over Wings of Desire schrijven was mijn reactie daarop. En plots waren we elkaar films aan het voorstellen. We hebben samen naar Return to Oz (1985) gekeken. En naar Bring It On (2000) – de cheerleaderfilm, ja. (lacht) Maar er staan ook songs op A Beginner’s Mind over films die Angelo of ik nooit hebben gezien. Soms surften we naar Wikipedia en maakten we op basis van de synopsis een nummer. (lacht)
Werkten jullie met een dagplanning?
Stevens: Ja. Angelo en ik zaten met z’n tweeën in dat kleine oude huis, dat van nog vóór de Burgeroorlog dateert, echt een klassieke houten hut met een open haard. Je hebt hier nauwelijks bereik en er valt niets te beleven. Dat filmidee zorgde voor structuur. ’s Avonds keken we een film of deden we research, de dag erop maakten we een song, eerst apart en in de vooravond brachten we ons werk samen. Je kunt het vergelijken met een songwriterskamp.
In Reach Out, dat Wings of Desire-nummer, klinkt het : ‘I would rather be a flower than the ocean, I would rather be devoured than be broken.’ Waarover gaat dat?
Stevens: Die film gaat over engelen die ervan dromen om mens te zijn. Ze zijn bereid het eeuwige leven in te ruilen voor een bestaan van vreugde én verdriet. Ze willen een beter persoon zijn door een belangrijk privilege – onsterfelijkheid – op te geven. Ze willen léven, want wat is het nut van een bestaan zonder risico’s? Ze willen zich in de mensenwereld mengen en mensen in nood helpen. Die song gaat over connectie, maar het is evenzeer een boodschap van hoop.
Jullie zingen verder over zombies en goedkope actiefilms, maar toch voelen die songs als een balsem voor de ziel. Het album is in dat opzicht vintage Sufjan Stevens: het ráákt je.
Stevens:Bijna alle films die op A Beginner’s Mind aan bod komen, gaan over conflict, desillusie of onrecht. Dat gaat van Dorothy die zich onveilig voelt in Oz over seriemoordenaars tot de postapocalyptische anarchie van Mad Max. Een groot deel van de films waarop we ons inspireerden, is ronduit gewelddadig. Conflict is de rode draad doorheen het album, terwijl Angelo en ik elkaar vinden in de manier waarop we een zekere donkerte inkleden door daar prachtige harmonieën bij te bedenken. Hoe brutaal een onderwerp ook is, er zit schoonheid in de song. Daar vinden mensen aansluiting bij.
Muziek als therapie?
De Augustine: Een song schrijven kan een therapeutisch effect op mij hebben, maar dat is zeker niet de reden waarom ik muziek maak.
Stevens: Het is veelal door pijn dat je schoonheid opwekt. Een song schrijven blijft een moeilijk proces. Ik beleef er doorgaans maar weinig plezier aan. Het is ploeteren door mijn gedachten in de hoop dat je aan het eind een bevredigend gevoel hebt. Maar als ik daar eenmaal in slaag, valt er een enorm gewicht van mijn schouders. Het heeft iets therapeutisch, maar vooral horen dat anderen een connectie vinden met je muziek, is deugddoend.
Ook ‘pets help us get through this mess’, zoals jij, Sufjan, onlangs op je website postte.
Stevens: In het begin van de pandemie heb ik een hond in huis gehaald, Joku. Ik ben opgegroeid met meer dan één huisdier, maar hoewel ik dagelijks met onze honden ging wandelen, had ik er geen band mee. Joku is mijn eerste eigen hond, en ze is ontzettend loyaal. Tijdens de pandemie zag ik hoe mensen naar troost in de somberheid zochten, en dat is exact wat Joku mij heeft gegeven. Een huisdier heeft mij door de ellende gegidst: ik vind dat een mooie gedachte.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
A Beginner’s Mind
Uit op 24/9 via Asthmatic Kitty.
Sufjan Stevens
Geboren op 1 juli 1975 in Detroit, later verhuisde zijn familie naar Holland, Michigan. Daar richt hij in 1999 met zijn stiefvader Lowell Brams platenlabel Asthmatic Kitty Records op.
Debuteert in 2000 als soloartiest met A Sun Came. Breekt in 2005 door met de indiefolkklassieker Illinois.
Brengt in 2015 het hartverscheurende Carrie & Lowell uit, een ode aan zijn overleden moeder.
Experimenteert graag, wisselt elektronicaprojecten af met soundtracks, allerhande samenwerkingen en meditatieve platen.
Angelo De Augustine
Folkie uit Thousand Oaks, Californië die in 2014 debuteert met Spirals of Silence.
Heeft een typerende hoge stem die songs draagt die in het verlengde liggen van Elliott Smith en Sufjan Stevens.
Vindt in 2017 onderdak bij Stevens’ label Asthmatic Kitty waarop hij zijn tweede en derde album Swim Inside the Moon (2017) en Tomb (2019) uitbrengt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier