Staat nog op de bucketlist van Jessie Ware: Barbra Streisand
Wordt op Pukkelpop in elk geval een feestje: de passage van Jessie Ware, die er sinds haar wedergeboorte als discokoningin steeds zelfverzekerder de zweep op legt.
‘Jezus, ik klonk echt wel negatief toen.’
We hebben Jessie Ware, die ons te woord staat vanuit haar Londense huiskamer, net verteld over die keer elf jaar geleden toen we haar op Pukkelpop spraken. Ze was nog niet lang gepromoveerd van achtergrondzangeres naar soloartiest en haar debuutalbum Devotion zou pas een week later verschijnen. De toekomst oogde nog behoorlijk onzeker, net als Ware zelf. Ze deed toen uitspraken als ‘Ik heb het soms moeilijk om mijn cool te bewaren’, ‘Ik moet sterker in mijn schoenen leren staan’ en ‘Ik ben de nachtmerrie van elke stylist’.
Jessie Ware: Het ging ook allemaal zo snél. Ik had enkele jaren daarvoor al eens op Pukkelpop gestaan, als achtergrondzangeres bij Jack Peñate. Maar die tweede keer waren alle ogen alleen maar op mij gericht. Ik had nog maar enkele singles op zak en was bang om door de mand te vallen. Zelfrelativering en zelfspot waren manieren om me te wapenen. Ik had echt nog een lange weg te gaan.
Dat werd beeldig geïllustreerd door hoe je die de dag op torenhoge hakken het podium op wandelende, tergend traag en hypergeconcentreerd. ‘Om niet op mijn bek te gaan’, zei je.
Ware: Dát doe ik niet meer, hoge hakken dragen tijdens mijn optredens. Zo zie je maar: nu ik sta wél stevig in mijn schoenen. (lacht) Zulke dingen kun je blijkbaar enkel leren met vallen en opstaan. Letterlijk.
Devotion werd uiteindelijk erg goed onthaald, net als opvolger Tough Love (2014). Maar na de geboorte van je eerste kind en de lauwe ontvangst van je derde album Glasshouse (2017) zou je even overwogen hebben om de microfoon aan de wilgen te hangen. Klopt dat verhaal?
Ware: Doorbreken, diep vallen, opnieuw rechtkrabbelen, tot discokoningin gekroond worden: het is een narratief dat goed werkt – ook voor mij, hoor – maar de werkelijkheid is genuanceerder. Eerlijk: ik was op een bepaald moment vooral bezig met te overleven in de netelige muziekbusiness. Ik probeerde te veel in bepaalde vakjes te passen, te doen wat ik dacht dat de mannen in pak van me verwachtten.
Weet je, als vrouw in de muziek ben je sowieso een tikkende tijdbom. Ik wilde moeder worden maar wist niet of dat te combineren viel met mijn carrière. Ik had het gevoel dat ik niet de artiest kon zijn die ik wilde zijn en dat ik mijn succes dus niet verdiende. Ik legde mezelf zó veel druk op en mijn zelfvertrouwen zakte naar een dieptepunt. Uiteindelijk ben ik van label en management veranderd, op zoek naar een omgeving waarin het opnieuw veilig voor me voelde om echt creatief te zijn. Waar ik de bom kon ontmantelen. En dat is gelukt.
Want in de coronazomer van 2020 volgde What’s Your Pleasure?, de plaat van de disco-ommekeer.
Ware: In de songs van Glasshouse had ik mezelf meer dan ooit heel erg blootgegeven, maar achteraf besefte ik dat ik eigenlijk niet dat type artiest ben. En dat dat oké is. Ik ben Taylor Swift niet, die haar levenservaringen en diepste emoties van zich af schrijft – en dat heel goed doet, trouwens. Ik functioneer beter in een wereld die ik zelf kan verzinnen.
Een wereld waarin je echtgenote, moeder en dansvloerdiva kunt zijn. En waar de titel van je vorige album nog een vraag bevatte, staan er nu twee uitroeptekens.
Ware: Van dingen in vraag stellen naar commanderen: goede evolutie, toch? (glimlacht) De echte ommekeer is er gekomen tijdens de Amerikaanse tournee voor Glasshouse. Ik was op een bepaald moment doodop, volledig leeg, ik had mijn dochter al bijna vier weken niet gezien… maar in New York stond ik voor een enthousiast, grotendeels gay en queer publiek dat echt alles gaf tijdens de show. Zij hebben me erdoor gesleurd. ‘Ik heb meer songs met energie en beats nodig’, bedacht ik me achteraf. Toen wist ik dat mijn volgende album een echte dansplaat moest worden.
Róisín Murphy is de échte discokoningin. Ik ben slechts een gravin.
De lgbtq-community heeft je tot de disco bekeerd?
Ware: Ze heeft me aangemoedigd. Hun energie heeft ervoor gezorgd dat ik de lat hoger heb gelegd en dat ik harder ben gaan werken aan mijn muziek en mijn performance. Ik wilde iets terugdoen, omdat ze me zo liefdevol omarmd hebben. Maar om indruk te maken op die gemeenschap moet je alles uit de kast halen.
That! Feels Good! klinkt soms heel camp, maar vooral veel warmer en organischer dan zijn voorganger. Er zitten ook flinke porties funk en soul in. Een song als Hello Love bijvoorbeeld…
Ware: Daar ben ik echt wel héél trots op! Het klopt wat je zegt, van die soul. Daaruit putten brengt de beste songs in mij naar boven. Elf jaar geleden had ik een nummer als Hello Love niet kunnen schrijven, nu kan ik teren op mijn ervaring en maturiteit. Dat is ook zo mooi aan de queer community: het maakt niet uit dat je een 38-jarige vrouw van Joodse afkomst met drie kinderen uit Noord-Londen bent die discoliedjes zingt. Zo lang je het maar met persoonlijkheid, met glamour en inzet doet, word je deel van de familie.
Je nieuwste single is Freak Me Now, voor de gelegenheid in een herwerkte versie met Róisín Murphy. Naar mijn gevoel kwam dat idee niet uit de koker van de mannen in pak.
Ware: Ik heb ze in elk geval niet horen protesteren. (grijnst) Róisín en ik hebben een goede klik, en mijn bewondering voor haar als pionier, songschrijver en entertainer is groot. Ze is een artiest in de meest omvattende betekenis van het woord. Zij is de échte koningin. Ik ben slechts een gravin. (lacht) Ik dacht eerst van Freak Me Now een soort Lady Marmalade te maken, zoals de versie van Christina Aguilera en co. destijds, met een hele hoop zangeressen. Maar toen Róisín meteen al aan boord kwam, was mijn bucketlist eigenlijk al compleet.
Murphy was een van de vele gasten die de voorbije jaren aanschoven bij Table Manners, de culinaire podcast die je al zes jaar samen met je moeder Lennie presenteert. Welke naam staat daar nog bovenaan in je bucketlist?
Ware: Barbra Streisand. Die wil ik heel, heel graag eens te gast. Omdat ik van haar stem hou, van haar humor, van haar veelzijdigheid als zangeres, actrice en performer. Complete fabulousness, die vrouw. Het zou een droom zijn om met haar eens brood te mogen breken. Maar als we sir Paul McCartney en Dolly Parton kunnen krijgen, dan moet Barbra ook lukken, me dunkt.
Een van je recente gasten was Andrew Ridgeley van Wham!, naar aanleiding van de Netflixdocumentaire over die groep. Wat is het voornaamste dat je daarvan is bijgebleven?
Ware: In de eerste plaats hoe mooi de vriendschap tussen Andrew en George Michael was, en hoe Andrew zijn beste vriend oprecht aanmoedigde om solo de megastar te worden die hij voorbestemd was te zijn, zonder een zweem van bitterheid. Zo genereus je eigen ego opzijzetten, daar kunnen veel artiesten iets van leren. Ik vond het ook prachtig om zien hoe getalenteerd en vooral onbeschaamd zichzelf ze op die jonge leeftijd waren. Ze maakten oprecht plezier, soms op een erg goofy manier, met hun grappige dansroutines en zo. Heel vertederend.
In die docu komt ook het plakboek dat Ridgeleys moeder bijhield aan bod. Heb jij ooit zoiets gehad?
Ware: Een plakboek niet, maar ik had wel posters op mijn slaapkamermuren. Vooral van voetballers, eerlijk gezegd. Ik was fan van Manchester United. In die tijd waren Ryan Giggs en David Beckham daar de posterboys. De eerste popsterren met wie ik dweepte, waren Take That, en dan vooral Robbie Williams. Die is ook al te gast geweest bij Table Manners. Via Zoom, gelukkig voor hem. (lacht)
Nog één vraagje over Pukkelpop, toen en nu. Elf jaar geleden stond je op het podium met gitarist, bassist en drummer, maar géén achtergrondkoortje. Zoiets moet je verdienen, zei je toen. Ben je intussen breder omringd?
Ware: Deze keer heb ik wel degelijk mijn eigen achtergrondzangers. Én dansers. Én een geweldige band. Ik kijk ernaar uit om mijn Belgische fans te verwennen zoals het hoort. En ja, mijn zweep breng ik mee. (knipoogt)
Jessie Ware
Op zaterdag 19.08 om 16u40 in de Marquee op Pukkelpop.
Jessie Ware
Geboren op 15 oktober 1984 in Londen.
Evolueert van door r&b, neosoul en dubstep beïnvloede pop naar disco en dance.
Zingt in 2021 een duet met Kylie Minogue, Kiss of Life.
Werkte op haar recentste album That! Feels Good! (2023) samen met producer Stuart Price, die eerder Pet Shop Boys, Madonna en Dua Lipa bijstond.
Presenteert sinds 2017 samen met haar moeder Lennie de succesvolle culinaire podcast Table Manners.
Ging voor haar nieuwste single Freak Me Now in zee met Róisín Murphy.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier