De Amsterdamse Sophie Straat verruilt op haar nieuwe plaat de smartlap voor ongenuanceerde, harde protestsongs. ‘Als je niet pro-queer en pro-Palestina bent, ben je gewoon fucked up.’
‘Alles gaat kapot en er komt regen na de zonneschijn!’
Het is twaalf uur ’s middags in het Warandepark in Brussel en de bassen dreunen. Sophie Straat speelt op Boterhammen in het Park, het middagfestival van de Ancienne Belgique. Het is de laatste show voor ze haar nieuwe album Wie de fak is Sophie Straat dropt. In haar openingsnummer Vannacht zingt de Amsterdamse over revolutie en anarchie. Achter ons krijgt een kind een lolly van zijn grootmoeder en naast ons eten twee mannen een sandwich met een gigantisch stuk kaas. Vooraan halen enkele goed voorbereide fans de eerste Palestijnse vlag boven.
Het is een bizarre context voor Straats geëngageerde muziek. Maar het deert haar niet. Wanneer Straat afsluit met Vrijheid, gelijkheid en zusterschap, haar feministische anthem voor de nieuwe generatie, heeft het publiek niet enkel zijn boterhammen binnengespeeld, maar ook gedanst én zijn geweten opgeschoond.
Met een kwinkslag tegen de schenen schoppen is altijd al deel geweest van Straats repertoire. De zangeres brak door tijdens de pandemie met ’t Is niet mijn schuld. Haar debuutplaat was een afgeleide van haar afstudeerproject als fotografe aan de kunstacademie van Den Haag, waarvoor ze politieke smartlappen schreef over bakfietsen, xenofobe buurtbewoners en gentrificatie. Daarna ging het snel. De plaat leverde haar een Edison voor beste album op – de Nederlandse tegenhanger van de MIA’s – en tourde door de Benelux met een genre dat op zijn zachtst uitgedrukt onhip geacht werd. Met Tweede Kamer, dat ze schreef samen met Goldband, scoorde ze allicht als eerste Nederlandse ooit een ska-hit over de Kamerverkiezingen. En in 2023 haalde ze in Vlaanderen dan weer de pers met haar optreden op Pukkelpop, waar ze Papa bracht, een protestnummer over de dood van Sanda Dia.
Toch voelt Wie de fak is Sophie Straat als een radicaler hoofdstuk voor de Amsterdamse. Muzikaal schiet ze alle kanten op: Dansen met de dood experimenteert met breakbeat, Liefdesliedjes, met de band Ploegendienst, is onversneden punk, Old and Wise is een ballade over verloren naïviteit en in Trop pour toi, met Chibi Ichigo, zingt ze een stuk in het Frans.
Waar ze voorheen uitsluitend samenwerkte met Goldband-producer Wieger Hoogendorp, dook ze nu ook in de studio met onder anderen Ricky Cherim, van Meetsysteem. Maar vooral de toon is bijtender. In Let Me Tell You Something ’Bout My Country zingt ze over haar thuisland, dat ze beschrijft als een plek van ‘oorlog en destructie’, ‘gedreven door imperialisme’. Dat doet ze in het Engels, ‘zodat iedereen zou weten hoe fucked up Nederland is’.
Straat is niet alleen pissed. In Interlude, het missionstatement van Wie de fak is Sophie Straat, weerklinkt vooral teleurstelling. Met name in haar thuisland, dat ‘volgepropt met regels zit’, en ‘waarvan het verhaal eigenlijk allang is opgeschreven. Want we weten allemaal wie er eindigt met macht en geld, en wie met pech en ellende komt te zitten.’ Maar wanneer we haar na haar show vragen of ze de plaat zelf als een shift ziet, ontkent ze.
Sophie Straat: Ik heb Groen Amsterdam vijf jaar geleden geschreven. Ik maakte toen smartlappen omdat het project dat nodig had: dat was de muziek van Oud-Amsterdam. Maar het is niet dat ik een smartlapkenner of liefhebber ben. Ik vind juist helemaal niet dat ik ben veranderd. Ik heb net het gevoel dat ik nu meer ben wie ik ben. Ik ben niet meer bezig met hoe iets moet klinken volgens een concept. Ik maak nu de muziek die ik zelf zou willen horen.
De titel, Wie de fak is Sophie Straat, heeft anders wel wat weg van een identiteitscrisis.
Straat: Weet ik veel wie ik ben. Ik probeer er ook niet meer achter te komen. Je bent nooit één ding. Maar de vraag wie we zijn, lijkt wel het grote existentiële vraagstuk van mijn generatie. Iedereen wil erg authentiek en speciaal zijn, maar waarom eigenlijk? Waarom willen we zo graag anders zijn dan de ander? Als tiener ben ik bijvoorbeeld alternatieve muziek beginnen te luisteren. Maar uiteindelijk kom je er toch achter dat je opnieuw tot een groep behoort die zich ook niet in de mainstreammuziek kan vinden. Die drang om uit te blinken, is zo individualistisch. We zouden ook kunnen samenkomen en collectief een plan bedenken. Als we hier toch met z’n allen zijn, wat kunnen we dan met z’n allen doen?
‘Iedereen wil erg authentiek en speciaal zijn, maar waarom eigenlijk?’
Is het daarom dat je Sophie Straat een beweging noemt?
Straat: Dat zal mijn manager geschreven hebben in de perstekst. Maar ik snap wel waar het op slaat. Artiest zijn, is egocentrisch. Ik wil geen popster zijn. Ik wil een organisator zijn. Samenkomen is veel leuker dan op je eentje op een podium staan terwijl de rest naar je staat te gapen.
***
Protestfest is voor Straat een van de manieren waarop ze meer organisator kan zijn dan popster. Op dat eendagsfestival in de Amsterdamse Paradiso zet ze sinds 2023 elk jaar muziek om in verzet. Bij de eerste editie ging de opbrengst volledig naar Vluchtelingenwerk Nederland, sinds vorig jaar gaat het naar Palestina. Straat was een van de eerste artiesten op de frontlinie van het protest tegen het geweld in Gaza. In januari bracht ze Vlinder uit, de eerste single van Wie de fak is Sophie Straat. In het nummer zingt ze op eightiessynths onverbloemd ‘Terwijl de kinderen maar sterven / Schreeuwen moeders van verdriet’, maar richt ze ook haar pijlen op de zwijgende leiders, die ‘veinzen: ich habe es nicht gewusst’. Toen ze het nummer in mei live bracht op het Bevrijdingsfestival in Zwolle, dat de bevrijding van Nederland na de Tweede Wereldoorlog herdenkt, legde ze haar optreden stil toen de bewaking Palestijnse vlaggen uit het publiek haalde.
‘Artiest zijn, is egocentrisch. Ik wil geen popster zijn.’
Toch is Straat terughoudend om zichzelf een activist te noemen. ‘Is het een leugen? Nee. Maar het is niet mijn werk om op de barricaden te staan. Als je naar radicale gelijkheid streeft, is dat een gedachtegoed, geen maatschappelijke rol. Ik geloof dat als je pro-Palestina bent, je ook pro-queer bent, en andersom. Ik geloof ook dat we dat allemaal moeten vinden. Maar die ideeën zie ik niet als activisme. Ik zie het eerder omgekeerd. Als je niet pro-queer en pro-Palestina bent, ben je gewoon fucked up.’
Straat geeft wel toe dat de oorsprong van de plaat gedeeltelijk op de barricaden ligt, met name toen er in november rellen uitbraken na de voetbalmatch tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv. ‘Die hooligans hebben Amsterdam toen helemaal kapotgemaakt. Het was puur racisme’, vertelt ze. Kort nadien voerde burgemeester Femke Halsema een noodverordening in, waarbij een zesdaags demonstratieverbod ingevoerd werd. Toen Straat alsnog ging demonstreren, werd ze geconfronteerd met politiegeweld. ‘Ons recht om te demonstreren was ons ontnomen. Op straat komen is het enige wat we kunnen doen tegen de genocide. En wat krijg je terug? Je wordt op de grond geslagen. Zo wordt opkomen voor rechtvaardigheid gecriminaliseerd. Dat is de wereld op zijn kop. Toen heb ik wel een switch gemaakt, ja. Ik besefte dat er geen hoop was.’
‘Omringd door politie, geen enkele reden / Een agent slaat me neer, is dit dan het leven?’ zing je in Om 6 gaan we eten. Dat klinkt fatalistisch.
Straat: Ja, dat slaat op de teleurstelling in het leven. Alles valt toch tegen. Is dit het dan? Dat gevoel is wel blijven hangen, ja.
Slaat die zin ook op activisme-moeheid?
Straat: Nee. Uit activisme haal ik net kracht. Ik zou ook niet zeggen dat ik levensmoe ben, maar wel moe. Moe van al dat fascistische gezeik.
‘Ik zou ook niet zeggen dat ik levensmoe ben, maar wel moe. Moe van al dat fascistische gezeik.’
In Slapen! beeld je je in dat je 365 dagen lang alleen maar slaapt. Een verwijzing naar Een jaar van rust en kalmte van Ottessa Moshfegh?
Straat: Klopt. Ik vond het een heel grappig boek. Ik vond het ook een fijne uitdaging om eens een boek als uitgangspunt te nemen. Een beetje zoals Lil Nas X deed met Call Me By Your Name. Slapen! gaat over pessimisme, teleurstelling en zelfsabotage. Over bang zijn voor wat er kan komen, en het dan maar niet doen, want dan is het chiller als het nooit is gebeurd. En soms zijn er ook gewoon dagen waarop ik hoop dat het allemaal zo snel mogelijk voorbij is.
Gaat het nu beter?
Straat: Dat weet ik niet.
Is Protestfest een antwoord op dat pessimisme?
Straat: Ik voel me niet veilig op betogingen. Ik wil een plek organiseren en creëren waar je je wél kan uitspreken, zonder dat je gecriminaliseerd wordt. Ik voel me zo machteloos tegenover dat onrecht. Het enige dat je kan doen is met een fucking vlag zwaaien. En ongenuanceerd zeggen: fuck Israël. Er is een genocide in Gaza, gesteund door Israël en Nederland. Dat moet je kunnen zeggen zonder dat je op de grond gegooid wordt. En zonder die bullshit van ‘we tolereren hier geen vlaggen’.
Is de houding tegenover vlaggen niet opener geworden intussen? Ik heb het gevoel dat ik nooit eerder zo veel Palestijnse vlaggen heb gezien als deze zomer.
Straat: Nu zijn ze er ineens wel, inderdaad. Supergoed hoor, dat organisaties dat nu plots wel tolereren. Maar het is écht te laat. Dit had twee jaar geleden moeten gebeuren, toen de genocide begon. Nu voelt het leeg, alsof het een trend is. In plaats van die vlag omhoog te houden, kan je je misschien ook eens ongenuanceerd uitspreken.
Zoals jij in Let Me Tell You Something ’Bout My Country?
Straat: Ja, iedereen mag het zien. We kunnen allemaal doen alsof we een soort van beschaafd, tolerant land zijn, maar dat is gewoon niet zo. Kijk naar al die fucking oorlogsmisdaden die we hebben gepleegd – en nog steeds plegen. We zijn de laatsten die slavernij hebben afgeschaft. We hebben Indonesië, Zuid-Afrika en Suriname gekoloniseerd. We zijn dieven. Je ziet wie er profijt heeft gehad van onze geschiedenis, en wie de lul is. En dan maar zeggen dat we een tolerant land zijn en mensen maar moeten inburgeren. Maar inburgeren in wát, eigenlijk?
Wie de fak is Sophie Straat
Vanaf 03.10 uit in eigen beheer.
Sophie Straat
Speelt op 15.11 in Club AFF, Hasselt, op 21.11 in Het Bos Antwerpen, op 19.03.26 in Ancienne Belgique. 20.03.26 in 4AD, Diksmuide, sophiestraat.com
Sophie Straat
Echte naam Sophie Schwartz.
Geboren in 1994, heeft een Amerikaanse vader en een Britse moeder.
Groeit op in volkswijk De Pijp in Amsterdam.
Breekt in 2020 door met Groen Amsterdam, een smartlap over gentrificatie, die ze schrijft voor haar afstudeerproject aan de kunstacademie in Den Haag.
Wint met haar debuut ’t Is niet mijn schuld een Edison, een Nederlandse MIA.
Neemt na De smartlap is niet dood afscheid van het volkse genre en schrijft sindsdien geëngageerde nummers in een brede waaier van genres, van postpunk tot breakbeat.