Singer-songwriter Kara Jackson wil niemand discrimineren: ‘Iedereen kan een dickhead zijn’
Kara Jackson is een unieke nieuwe stem in de singer-songwritersgilde. En niet alleen dankzij haar diepe contralto.
De Amerikaanse Kara Jackson (24) staat vol getatoeëerde odes aan haar muzikale rolmodellen. In 2019, nog voor ze een noot muziek had uitgebracht, werd ze uitgeroepen tot National Youth Poet Laureate. Maar wat u vooral moet onthouden is dat ze met haar lp Why Does the Earth Give Us People to Love? misschien wel het beste debuut van 2023 afleverde.
Sobere countryfolk is geen rayon waarin veel jonge, vrouwelijke, zwarte artiesten vandaag bedrijvig zijn. Voor Jackson was het nochtans evident: haar familiewortels liggen in het zuidelijke Georgia, waar muzikale storytelling al eeuwen meegaat. Toch doet de zangeres en gitariste niet alleen aan narratieve fictie. In haar songs draait ze persoonlijke ventielen van rouw en liefde open en verwerpt ze valse bescheidenheid (‘I am pretty top notch’). Dat alles in een poëtische maar onverbloemde taal en in muzikale patronen die zich niets aantrekken van praktijken zoals strofes en refreinen. Binnenkort komt Kara Jackson voor het eerst naar België.
Als kind was ik gefrustreerd omdat de volwassenen die ik kende lang niet zo serieus waren als ik.
In veel liedjes zinspeel je op hoe belangrijk het is om jezelf niet tekort te doen. Is dat jouw natuurlijke neiging of heeft iemand je die ingeprent?
Kara Jackson: Goede vraag. De twee, denk ik. Ik heb mezelf altijd al willen bewijzen. Ik was dat rare kind dat zich voortdurend druk maakte over een of ander onrecht. Volgens mijn moeder stapte ik op mijn vierde naar mijn kleuterjuf met de vraag: ‘Waarom doodt God zo veel zwarte en bruine mensen?’ (glimlacht) Ik heb altijd al een scherp oog gehad voor ongelijkheid. Waarom kon een ander kind op school zich geen lunch permitteren en ik wel? Nog later ontdekte ik feminisme en was het hek helemaal van de dam. (lacht)
De song Why Does the Earth Give Us People to Love? gaat over het verlies van je jeugdvriendin aan kanker enkele jaren geleden. Draagt dat nummer nog dezelfde emotionele last als toen je het schreef?
Jackson: Het is in elk geval geen lied dat ik vaak live speel. Dus ja, dat blijft lastig. Nochtans spreekt het veel mensen aan, omdat het hen verzoent met hun eigen rouw. Zo’n collectieve ervaring blijft bijzonder. Ik ben geneigd te denken dat iedereen anders is. Maar het is cool als mensen zich kunnen verenigen dankzij gemeenschappelijke ervaringen. Rouw is iets vreemds. Men zegt dat tijd alle wonden heelt. Maar soms kan oud verdriet zich jaren later nog als heel vers manifesteren.
Naast verdriet uit je ook woede en angst in je songs. Maar humor ontbreekt evenmin. ‘I wanna be as dangerous as a dancing dragon’, allitereer je vlot in No Fun/Party.
Jackson: Weet je, na een tijd loop je zo over van zware gevoelens dat je intuïtief naar humor grijpt om te kunnen herademen. Als kind was ik gefrustreerd omdat de volwassenen die ik kende lang niet zo serieus waren als ik. (lacht) Tot het mij daagde dat te veel ernst je opvreet. Mijn oudere broer was de clown van de klas. Ik was altijd boos. Maar je moet geregeld kunnen lachen als je nog energie wilt opbrengen om de ernstige zaken aan te pakken.
In Dickhead Blues zet je de exen die jou niet waard waren te kijk. Het nummer begint met een voicemailopname van een man die je een gelukkige verjaardag wenst, gevolgd door de aanmoediging: ‘Keep killin’ ‘em, smack a white man. ’ Is dat een staande uitdrukking?
Jackson:(lacht) Nee, dat is gewoon iets tussen mijn broer – wiens stem je hoort – en mij. Hij heeft zich altijd vrolijk gemaakt over mijn sérieux, over hoe ik op de meisjesschool feministische complotten zou hebben gesmeed om mannen te bijten. (lacht) We vonden zijn spot wel passen bij een nummer dat eveneens denigrerend is.
Moeten we die ‘dickhead’ breder zien? De blanke man misschien?
Jackson: Ha! (fijntjes) Iedereen kan een dickhead zijn. Ik wil niemand discrimineren.
Je eert je muzikale voorbeelden graag met tatoeages. Ik heb weet van Joan Baez, Joanna Newsom, Daniel Johnston en Pete Seeger.
Jackson: Mijn allereerste tatoeage was een verwijzing naar Silver Dagger, een folkballade die ik heb leren kennen via Joan Baez. Ik was geobsedeerd door dat lied, over een jonge vrouw die zich realiseert dat de vent met wie ze iets is begonnen doortrapt is. Ze zweert de rest van haar leven alleen te zullen blijven. Dat was ook voor mij lang een verleidelijk streven. (lacht) Ik heb het moeilijk met relaties en vond het cool dat ik een voorbeeld kon nemen aan iemand uit de negentiende eeuw. Donna Summer, van wie mijn moeder een grote fan was, staat ook twee keer op mijn lijf. Ze maakte popliedjes en zong fabelachtig goed. Dat intrigeerde mij.
De namen die ik noemde lijken me geen vanzelfsprekende idolen voor een jonge Amerikaanse vrouw van kleur.
Jackson:(glimlacht) Ik ben onlangs naar I Am a Noise gaan kijken, de nieuwe docu over Joan Baez. Ik was de jongste in de zaal en waarschijnlijk ook de enige van kleur. Mijn ouders hadden haar platen omdat ze naar alles luisterden wat ze goed vonden. Voor sommige mensen was dat subversief. Zo ben ik dus niet alleen opgegroeid met Aretha Franklin maar ook met Jim Croce, The Beatles en Joni Mitchell. Van grenzen ben ik me nooit bewust geweest. Pas toen ik aan de bak probeerde te komen met mijn eigen liedjes besefte ik dat ik een apart geval was. (lacht)
Hoe ziet jouw publiek eruit?
Jackson: Tamelijk divers, hoor. Natuurlijk wil ik luisteraars aanspreken die eruitzien zoals ik. Dat vond ik belangrijk toen ik me voornam om dit te doen. Maar uiteindelijk speel ik voor iedereen. Het blijft me verwonderen hoe je mensen die demografisch zo van elkaar verschillen samen krijgt in een ruimte omdat ze van bepaalde muziek houden.
In wie vond jij een voorbeeld?
Jackson: Iemand als Corinne Bailey Rae, voor wie ik laatst een voorprogramma heb gedaan. Esperanza Spalding. Of verder terug in de tijd: Marian Anderson, een van de weinige zangeressen met een lage contraltostem zoals ik. Of gewoon vrouwen die een podium inpalmen met een gitaar, zoals Joni Mitchell: als je dat als kind ziet, dan sterkt je dat in de overtuiging dat dat ook voor jou is weggelegd.
In 2019 werd je National Youth Poet Laureate. Hoe kijk je daarop terug?
Jackson: Het was een eer, maar ik ben niet meer zo verankerd in het milieu van de poëzie, slam en spoken word als vroeger. Vanaf mijn veertiende was poëzie een manier om mijn identiteit te vormen, een uitlaatklep voor de stortvloed aan emoties en frustraties waarmee je als zwart pubermeisje nu eenmaal worstelt. Het bevrijdde me. Ik wist bijvoorbeeld niet dat dichter een beroep kon zijn. Laat staan dat ik een laureaat kon worden. Het was hetzelfde verhaal als bij muziek: ik zag vrouwen met een boek in de hand het podium innemen en dat was zo cool. Dat je je leven kon wijden aan iets creatiefs zou anders misschien nooit bij mij zijn opgekomen.
Why Does the Earth Give Us People to Love?
Uit bij September.
Kara Jackson
Speelt op 07.11 in Botanique, Brussel
Kara Jackson
Geboren in 1999 in Chicago.
Wordt in 2019 de derde National Youth Poet Laureate, twee jaar eerder werd Amanda Gorman de eerste.
Publiceert in 2019 de poëziebundel Bloodstone Cowboy.
Brengt datzelfde jaar in eigen beheer haar eerste, enkel met gitaar en stem gevulde ep A Song for Every Chamber of the Heart uit.
Werkt voor haar debuut-lp Why Does the Earth Give Us People to Love? samen met singer-songwriter Kaina en multi-instrumentalisten Nnamdï en Sen Morimoto, vrienden uit Chicago.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier