Rockweduwe Xandra Brood: ‘Mijn eerste nacht met Herman? Op een oude matras tussen halfvolle glazen’

Xandra en Herman Brood © Patricia Steur

Er is al veel geschreven over Herman Brood. Nu, vijftien jaar nadat hij ‘bungy ging zonder elastiek’, komt daar een stem bij die meer dan het liederlijke leven vooral lief en leed met hem gedeeld heeft: weduwe Xandra Brood doet haar relaas in het boek Rock ‘n’ Roll Widow. ‘Maar vraag me niet op welke plaat welk nummer staat.’

Dit is een fragment uit het coverinterview met Xandra Brood. Lees het volledige verhaal deze week in Knack Focus.

Zeventig zou Brood dit jaar geworden zijn. Herman Brood als bejaarde: het lijkt een haast absurde gedachte, en dat was ze waarschijnlijk ook voor hemzelf. Toen in 2001 – hij was pas 54 – zijn door seks, drugs en rock-‘n-roll totaal opgebrande lichaam het finaal dreigde te begeven, besloot hij de regie helemaal zelf in handen te houden en van zijn dood de ultieme Herman Brood-act te maken: ‘Ik ga nu bungy zonder elastiek. genade – pappa’, schreef hij in zijn afscheidsbriefje. Waarna hij op klaarlichte dag van het dak van het Amsterdamse Hilton sprong, recht de legende in.

Rockweduwe Xandra Brood: 'Mijn eerste nacht met Herman? Op een oude matras tussen halfvolle glazen'

Zijn laatste wens stond ook in zijn afscheidsbrief: ‘Rous door zoals ik deed, met Grieg, B.I. G, Lou, en treur? niet! Maak er een? feest van.’

Doorrousen zoals Herman dat deed, heeft zijn weduwe Xandra wijselijk niet gedaan – ‘ik vind het tegenwoordig gewoon heerlijk thuis’, zegt ze – maar samen met journalist Rutger Vahl heeft ze nu wel een boek geschreven over haar zowat twintig jaar in de Herman Brood-rollercoaster: Rock ‘n’ Roll Widow.

Daarin staat geen enkel argument om het bekende beeld van Brood als Nederlands Nationale Knuffeljunk te ontkrachten: de meisjes, de drank, de drugs en al zijn andere zwakheden worden niet weggemoffeld, integendeel zelfs. Grote delen van het boek lezen dan ook als een schelmenroman van de tragikomische soort: op de ene pagina zit je te lachen als Brood weer eens in een dolle, absurde situatie terechtgekomen is (die keer dat bij de douane op Schiphol alle alarmen tegelijk begonnen te piepen omdat hij met een in aluminiumfolie verpakte voorraad speed het vliegtuig probeerde te nemen, waarna de beambte hem gewoon door liet lopen omdat meneer Brood dat vast ‘alleen maar voor eigen gebruik wilde meenemen’); en op de volgende worden details beschreven die bijna te pijnlijk voor woorden zijn (op het einde van zijn leven was Broods lichaam zo compleet opgeleefd dat hij incontinent werd).

Herman met dochter Lola, op vakantie: hij was een extreem liefhebbende vader
Herman met dochter Lola, op vakantie: hij was een extreem liefhebbende vader

Máár, zo lijkt Xandra Brood ons duidelijk te willen maken, dat is wel maar een deel van het plaatje: Herman was behalve een rock-‘n-roller, een aandachtzoekende showman en een junk ook een extreem liefhebbende vader en een zeer toegewijd artiest.

XANDRA BROOD: Ja, dat is het wel een beetje. Tot nu toe kwamen alle documentaires en alle boeken over hem altijd van mannen. Hoe hij met zijn gezin omging is toch weer een andere insteek.

Kijk, als er over hem geschreven werd of als er een documentaire gedraaid werd, vond Herman die aandacht altijd heel fijn. En dan maakte hij daar absoluut ook gebruik van. Maar thuis was hij gewoon Herman: daar was hij zichzelf, en hoefde hij geen rol te spelen.

Tot nu toe kwamen alle documentaires en alle boeken over hem altijd van mannen. Hoe hij met zijn gezin omging is toch weer een andere insteek

Brood groeide op in het benepen Nederland van de jaren vijftig: een verlegen jongetje, met een loensend oog en een brilletje. Om zijn verlegenheid te overwinnen ontdekte hij al snel twee middelen die hij tot het einde zou blijven gebruiken: drank en peppillen.

Heeft die jeugd in de jaren 50 hem niet tot het einde bepaald?

BROOD: Dat weet ik niet. Op één punt is hij zeker níét in de typische jarenvijftigomgeving opgegroeid: hij heeft geen strenge jeugd gehad, en ook geen heel gelovige. Zijn ouders zijn heel goed met hem omgegaan. Ik heb zijn moeder nog vrij goed gekend – zijn vader niet meer – en ik weet absoluut zeker dat zij altijd alles van Herman geaccepteerd hebben. Het was een ontzettend warm gezin.

Was hij op school niet een soort outsider, door zijn slechte ogen en dat brilletje?

BROOD: Dat vind ik een moeilijke, want ik was daar natuurlijk zelf niet bij. Ik weet wel dat zijn moeder zei: ‘Het was een ander kind.’ En dat brilletje vond hij zelf heel erg vervelend, maar ik weet niet of hij daar echt mee gepest werd. Want je hoorde achteraf ook wel dat hij toch heel populair was op school. Maar ik denk dat school sowieso niet erg aan hem besteed was: hij was liever met muziek en tekenen bezig.

De kleine Herman: 'Dat brilletje vond hij vervelend, maar of hij daar nou echt mee gepest werd?'
De kleine Herman: ‘Dat brilletje vond hij vervelend, maar of hij daar nou echt mee gepest werd?’

Fast forward naar het Amsterdam van begin jaren tachtig: het verlegen jongetje is – in navolging van zijn idool Little Richard – uitgegroeid tot een bekende rockster, de bekendste rockster van de lage landen. De dan 24-jarige Xandra Jansen werkt in de Richter, destijds dé discotheek waar iedereen met naam en faam naartoe wilde. Herman Brood, bijna twaalf jaar ouder dan Xandra, is er vaste klant aan haar bar, maar aanvankelijk ziet ze zijn avances niet zitten, omdat ze denkt dat hij het niet echt meent.

Tot hij uiteindelijk zelfs het meest onbroodse doet wat er te bedenken valt: als hulpje lege glazen ophalen voor haar. ‘Waarschijnlijk de eerste en de laatste keer dat ik hem iets huishoudelijks heb zien doen.’ Maar wel voldoende om haar eindelijk overstag te laten gaan.

Om te ontdekken wat voor leuke muziek Herman eigenlijk wel niet heeft, ben ik speciaal naar het Vondelpark moeten gaan.

Xandra Brood beschrijft hun eerste nacht in haar boek, en dat is nu niet bepaald wat je van een glamoureuze rockster zou verwachten:

Herman sliep in de voorkamer, waar alleen een oud matras lag. Geen gordijnen, geen televisie, geen boekenkast, geen planten, niets aan de muur. Aan woninginrichting deed hij niet. De vloer was smerig en overal stonden lege en halfvolle glazen met onduidelijke inhoud. Hoe we op zijn matras zijn beland, herinner ik me niet en hoe de eerste keer was, is me evenmin bijgebleven, maar wel dat ik gezegd heb: ‘Steek hem er nou maar in, want dan kan ik gaan slapen.’

Niet écht wat ik als romantiek zou omschrijven.

BROOD: Héél romantisch kan ik Herman niet noemen, neen. (lacht) Hij was niet iemand die leuk kaarsjes neerzette en voor een intiem etentje zorgde.

Toen je hem ontmoette, had je geen enkele van zijn platen, en ook in het boek laat je je niet echt uit over zijn muziek. Vond je die eigenlijk wel goed?

BROOD: In de tijd dat ik hem net had leren kennen woonde ik in de straat naast het Vondelpark. Toen hij daar optrad, ben ik eens gaan luisteren, en ik dacht: ‘Hé, hij heeft eigenlijk wel hele leuke muziek!’ (lacht) Maar om dat te ontdekken, ben ik dus wel speciaal naar het Vondelpark moeten gaan. En je moet mij ook niet vragen op welke plaat welk nummer staat: ik ben er nooit totaal in gedoken, er zijn mensen die er veel meer over weten. Maar ik ging wel regelmatig en graag mee naar optredens: dat was sowieso heel gezellig.

Xandra Brood met carnaval.
Xandra Brood met carnaval.

Het stel trouwt in 1985, en uiteraard wordt ook dat huwelijk meteen een onderdeel van de Grote Herman Brood-show: wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand hem vraagt of hij Alexandra Adriana Henriëtte Jansen tot zijn wettige echtgenote wil nemen, staan alle camera’s en persfotografen in stelling om het beeld van de dag te schieten. Maar in plaats van gewoon ‘ja’ te antwoorden, laat Herman een bijzonder ongemakkelijke stilte vallen.

BROOD: Waarna hij ‘Nou, u overvalt mij nu wel een beetje’ antwoordde, en de zaal helemaal ontplofte. (lacht) Dat had hij vooraf helemaal voorbereid, hoor. In de auto op weg daarnaartoe had hij het me helemaal uitgelegd: ‘Xandra, als die ambtenaar dat vraagt, moet jij zo antwoorden.’ Maar toen hij het dan écht deed, dacht ik wel: jezusmina.

Geert Op de Beeck

Rock ‘n’ Roll Widow van Xandra Brood is nu uit bij Nijgh & Van Ditmar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content