Rock Herk: Tussen de regen en de gitaren
Van garagerock tot emocore over postrock de diverse affiche van Rock Herk zorgt wel voor elk soort muziekfan. Een eerste snelle update rechtstreeks van de weide.
Campus Plunderaars met plastieken zwaarden
Een festival openen op de middag is allesbehalve een eenvoudige opdracht. Gelukkig zijn hardcorefans vrij punctueel, want de Vice Stage was al mooi gevuld. Voor Campus Rock Herk mocht onveilig maken, hield de groep een strooptocht langs Vlaamse jeugdhuizen en een aantal buitenlandse zalen. De taferelen van hun veroveringstocht roepen herinneringen op aan de plundering van Harald de Viking die in 836 een groot deel van Antwerpen in as achterliet. Het zal dus ook niemand verwonderen dat het er stevig aan toe gaat met Campus. Hun laatste EP “Empathy” is weer een lofzang aan loeiharde hardcore en screamo.
Wanneer Campus de Vice Stage opkwam, brachten ze een energieke stormram met zich mee. Helaas vertaalde dat zich niet naar hun set. De nummers waren duidelijk niet voorzien van genoeg buskruit en deze knalden allesbehalve tijdens de eerste 15 minuten. Tevergeefs probeerde ze het publiek warm te maken voor hun nieuwe songs, maar “Empathy” en “Lone Wolf” klonken als veertien-in-een-dozijn emo. Soms neigde hun show zelf naar pathetisch geschreeuw.
Campus blijft wel tot het einde proberen om het onderste uit de kan te halen, maar het kalf was al lang verdronken. Misschien hadden ze een mindere dag, maar als dit plunderaars moeten zijn dan waren ze voorzien van plastic zwaarden.
Polaroid Fiction Bijna de stoute neefjes van Evil Superstars
De groep heeft zijn plaats op het festival te danken aan hun overwinning op Limbomania. Naar eigen zeggen maken ze een mix van hip hop, jazz en math rock. Op papier klinkt dat zeker en vast zeer veel belovend, maar op papier ging Oranje ook het Europees kampioenschap voetbal winnen. Het experimentele opzoeken is ook makkelijker gezegd dan gedaan.
De nervositeit viel te lezen op hun gezichten. De drummer sukkelde zelfs wat om het juiste ritme te vinden. Er was ook weinig te merken van dat beloofde experiment. Je kreeg een groep te horen zoals je er op elke lokale rockrally wel eentje vindt.
Het keerpunt in hun set kwam tijdens hun cover van Paul McCartney zijn hit “Live & Let Die”. Het brave kantje was er af en ze klonken al meer als de stoute neefjes van de Evil Superstars. Er was meer maturiteit en de songs konden blijven boeien. Ze misten duidelijk wel ervaring om meteen meer lef te tonen. Jammer, want het potentieel was er. De durf en de uitvoering was een andere zaak.
Dum Dum Girls Hypnotiserende gitaren
De Dum Dum Girls hebben zich ontpopt tot de vaandeldragers van dromerige garagerock. Het merendeel van hun songs bevatten een stevige dosis shoegaze en een hoop verwijzingen naar groepen zoals The Sangri La’s en The Ronettes. Er zal iets in het water zitten in L.A. want dit bloedmooi viertal blijft maar touren en muziek uitbrengen. Ze hebben een al een tour achter de rug met MGMT, Vampire Weekend, Beach House en andere lievelingen van de Amerikaanse indiescene. Aan stoppen met optreden denken Dum Dum Girls nog even niet.
Vanaf het openingsakkoord van “He Gets Me High” zette gitarist-zangeres Dee Dee een stoomtrein in. Zonder achterom te kijken, vlamden ze zich magistraal door nummers als “Bhang, Bhang, I’m a Burnout”.
De gitaarpartijen en zang van Dum Dum Girls werken hypnotiserend. Ze lieten het publiek alle hoeken van de tent zien en zonder het te beseffen zaten we al aan hun hitje “Bedroom Eyes”. Alsof het noodlot er voor iets tussen zat, kreeg de groep af te rekenen met wat technische problemen met het drumstel. Gelukkig, toonden ze over voldoende professionalisme en speelde ze “Jail La La” alsof het een racewagen is.
De stem van Dee Dee heeft wel merkbaar onder het lange touren geleden. Haar toonvastheid was tijdens een aantal nummers even zoek. Het is maar een detail bij een zeer sterke set. Oh, terloops misschien, ze zagen er alle vier weer verrukkelijk uit, maar dat zal niemand verbazen.
Steak Number Eight Nijdigheid In Songs
In een recent interview omschreef zanger en gitarist, Brent Vaneste, het geluid van Steak Number Eight “als Mastodon die seks heeft met ISIS en dat Nirvana er dan over pist”. Onze excuses moest u aan het eten zijn, maar Brent spreidt hier wel een sterk staaltje zelfkennis tentoon.
De West-Vlamingen maakten van het podium een tweede thuis. Ze speelden ook vandaag met een ongelofelijke nijdigheid. Het beste aan de groep is dat ze live hun kwaadheid goed weten te kanaliseren in songs. De hele set baande zich weg met brutale oprechtheid.
Zelfs Hercules lijkt op een zwakkeling vergeleken met de kracht waarmee Steak Number Eight “The Sea Is Dying” speelde. Maar-waarom oh waarom- op het einde kwam er wat sleet op de zaak. Jammer, want ze waren zeer dichtbij een meesterlijke set.
Ef prefab postrock
Het Zweedse Ef is nu naarstig aan het werken aan de opvolger voor hun laatste worp “Mourning Golden Morning”. In de begindagen waren ze nog een postrockband pur zang. Vandaag proberen ze ook links en rechts in het oog te houden wat er nog gebeurd in het muzikale landschap. Zo zou je hoe langer hoe meer drone en ambient invloeden horen.
Dure beloftes zo te zien, want daar kwam niet veel van in huis. Ef trakteerde het publiek op afstompende postrock. Ze hadden niet lang nodig om zich te ontpoppen tot de prefab binnen hun genre. Natuurlijk kunnen we naar Sigur Ros verwijzen, maar het zou de Ijslanders oneer aan doen. Zij zijn tenminste niet zo een regelmaat voorspelbaar.
Een hele set lang onder de middelmaat blijven steken, dat is een kunst die niet aan ons besteed is.
The Raveonettes The Comeback Kids
Vroeger werden The Raveonettes in adem uitgesproken met The Kills en The White Stripes. De politie moest anno 2004 nog menig caféruzies bedaren met de vraag wie het beste man-vrouw duo was van de drie. Ondertussen zijn The Raveonettes een beetje van de radar verdwenen, maar bleven ze platen uitbrengen van afwisselende kwaliteit.
Op vorige tours namen ze interessante gasten mee. Zo hadden ze een paar jaar geleden nog Maureen Tucker van The Velvet Underground kunnen strikken. Deze keer was er niemand van dit allure. Zo jammer was dit nu ook weer niet, want het draait vooral rond het duo Wagner-Foo.
The Raveonettes begonnen zeer sterk met klassiekers zoals “Love In A Trashcan” en “Great Love Sound”. Ze klonken lekker vuil, om vingers en duimen van af te likken. Ze wouden duidelijk zich opnieuw bewijzen. Wanneer “Dead Sound” uit de gitaar van Wagner vloog, was dat een duidelijk statement. Garagerock van het zuiverste kaliber.
Alleen wanneer ze zich aan tragere nummers waagden, zakte de pudding een beetje in elkaar. Het nieuwe nummer “She Owns The Streets” was ook maar een mager beestje. Twee nummers later herpakten ze zich terug en gingen zelfs verder. Met “Attack Of The Ghost Riders” verdienen ze de titel van “The Comeback Kids”.
Hun afsluiter “Ally, Walk With Me” schelde als zinderende finale en gepast einde van set. The Raveonettes zijn terug!
Piet Van de Velde
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier