Van De Beren Gieren tot Charles Lloyd: dag 3 van Gent Jazz bracht ‘het mooiste wat u op een jazzpodium kunt zien’
De ‘dag van de klassieke jazz’ op Gent Jazz 2022 loste de verwachtingen goeddeels in – met een onverwachte uitschieter.
Dave Douglas & Joe Lovano (***): Goedmoedige aardbeving
Krachtiger kon de jazzdag van de grote kanonnen niet beginnen dan met deze powertandem uit New York. Lovano, de man met de meest vlezige tenorsound van de scene, was er al bij op de allereerste editie van Gent Jazz in 2002, toen nog Blue Note Festival. Douglas, de man met de lispeltoon op trompet, was er eerder al met John Zorn. Sinds 2013, intussen drie albums lang, storten ze zich als SoundPrints op het oeuvre en de spirit van tenorgigant Wayne Shorter. Op Scandal (2018) en Other Worlds (2021) vermengen ze Shorterklassiekers met eigen composities in de geest van de meester.
Hard hitters als zij weten hoe je een matineevoorstelling opent: met een aardbeving. Even de jongens van de mannen scheiden, even de pop uit De Bijloke verjagen. Van in de eerste minuut werd duidelijk dat drummer Rudy Royston óók zijn naam op de affiche verdiende: in de geest van Elvin Jones beukte hij zich een weg door de set.
Wie die eerste knal had overleefd, werd beloond met easygoing postbop, prachtige synchrone thema’s, glooiende landschappen en – het zal amateurastronoom Shorter groot plezier doen – de soundtrack bij de reis van de Voyager II.
Lovano had alvast niets dan lof voor Gent Jazz: ‘One of the truly inspiring festivals for all these years.’ Als hij het zegt.
De Beren Gieren (****): Met de hand op het hart
U kent ons: wij dragen De Beren al in ons hart sinds hun demo uit 2010. Drie jongens uit Gent die met een scheikundedoos ‘Let’s build a rocket, boys!’ riepen en daarmee de vaderlandse jazz in de fik staken. Met de jaren is de band, welja, robuuster geworden, maar de jongensachtigheid is er gelukkig nooit helemaal uitgesleten.
Twaalf jaar na hun debuut en verschillende passages op Gent Jazz en Jazz Middelheim later stonden ze op een ereplaats op de affiche. ‘Hey’, piepte pianist Fulco Ottervanger bij wijze van begroeting – maar het zelfvertrouwen zou met de minuut stijgen. Opener Animalcules uit hun album Less Is Endless (2021) was meteen vintage Beren: een meanderende oefening die halfweg in de plooi valt, met pianoverwijzingen naar Ahmad Jamal, en dan volgt de deconstructie. Het illustreert de typerende nieuwsgierigheid die deze band drijft: ‘Even kijken of die auto ook met drie wielen kan rijden?’ – die gedachte.
Heerlijk was ook het opgeviste Broensgebuzze II uit die demo van weleer. De Broensgebuzzes zijn korte miniatuurtjes die op al hun albums terugkeren, vergelijkbaar met de Gangsterisms van pianist Jason Moran of de Bagatelles van John Zorn. Nummer II, in dit geval, klinkt als een schalks wandelingetje over een bospad – hé daar, een konijn!
De zachte jacht op de volkswolf (uit One Mirrors Many, 2015), ‘iets Japans’, Gentse Leugentjes (Less Is Endless): nummer na nummer zag je de onderlinge verbazing en het speelplezier groeien. Ottervanger die zijn naam waarmaakte, Lieven Van Pée die als een grijnzend diertje over zijn contrabas hing, drummer Simon Segers die uitgroeit tot een medefrontman. Ze kregen van de volle tent een open doekje, en leken zelf even overdonderd door de ontvangst. Ottervanger vooraan op het podium, breed lachend en met de hand op het hart: het is misschien wel hét beeld van deze editie.
Charles Lloyd & the Marvels (****):
Hoeveel mensen kent u die na hun tachtigste hun beste werk maken? Leonard Cohen sloot het leven af met het snijdende testament You Want It Darker. Bob Dylan is dezer dagen uitstekend op dreef in het zog van het album Rough and Rowdy Ways. En in de jazz? U zult er niet veel vinden die zo fris, zo vurig en tegelijk zo elegant doorzetten als saxofonist Charles Lloyd (83).
De man meanderde zijn hele leven door het muzikale spectrum, van Memphis tot Athene, van LA tot Teheran. In 2021 bracht hij met Tone Poem een van de beste albums van het jaar uit. Lloyd brengt op zijn muzikale reizen werelden samen, en dat is precies wat het concert op Gent Jazz zo bijzonder maakte. Au fond is dit een hardcore jazzband, met Reuben Rodgers op bas en Kendrick Scott op drums. Maar stage right heb je Greg Leisz, icoon van de pedal steel, en gitarist Bill Frisell, als de brug tussen de jazz en de country.
Voor de country-novicen: nee, dit werd geen redneckgedoe. In de juiste handen wordt de pedal steel nu eenmaal ‘a church in a box’. Leisz leidt de weg, niet naar het volkscafé maar naar de kerk van Nashville. De ijle klank en buigzame noten maken het tot het ultieme etherische instrument – wat helemaal aansluit bij de levensfilosofie van Lloyd.
De tenorist beperkte zich niet tot zijn recentste album. Prayer en Tone Poem zijn weliswaar jong, maar met Defiant (uit Vanished Gardens, 2018), Booker’s Garden (bekend van Rabo de Nube, zijn magnifieke album met Jason Moran uit 2010) en When Miss Jessye Sings (uit zijn kwartetplaat uit 1991) putte hij uit ouder maar tijdloos werk. Daarbij gaf de voorman zijn band alle ruimte, compartimenteerde hij het kwintet tot spannende duo’s en trio’s, en gleed hij eroverheen met zijn klassieke, warme toon à la Lester Young. Geen noot te veel, geen noot te weinig. Lloyd blijft van het mooiste wat u op een jazzpodium kunt zien.
Jason Moran & Archie Shepp (**): Het is op
Hoeveel mensen kent u die na hun tachtigste níét hun beste werk maken? Nogal veel. Een van hen – en dat zeggen we met grote tegenzin – is Archie Shepp (85). Ja, de tenorist is een kanjer van de avant-garde. Ja, zijn connectie met John Coltrane is legendarisch. En ja, vorig jaar bracht hij met Let My People Go een album uit met Jason Moran. Een passage op de Belgische festivals zorgt begrijpelijk voor enige buzz. Maar soms is het vat af.
Moran (47) is zonder twijfel een van de belangrijkste pianisten van zijn generatie. De man staat diep in de traditie, gaat helemaal terug naar de tijd van de stridepiano en incorporeert doorgaans evenveel Monk als hiphopaffiniteiten in zijn werk. In De Bijloke bleef van zijn doorgaans beknopte, soms kubistische piano weinig over: de Texaan spreidde zich breed uit, als vangnet voor de moeizame Schepp.
Wat op plaat nog als ontroerende kwetsbaarheid klonk, werd live moeilijk te verteren. Opener Wise One van Coltrane werd een tergend lange oefening van korte horten overtonen. Duke Ellingtons Isfahan kreeg al iets meer lucht in de longen. De komst van de Franse zangeres Marion Rampal (haar stem zit in de hoek van Madeleine Peyroux) was dan ook meer dan welkom, al kon ook zij de meubelen niet redden. Het vocale duetje tussen de twee, Fats Wallers Ain’t Misbehavin’, was nog het best verteerbaar.
- Dave Douglas Joe Lovano
- John Zorn
- Wayne Shorter
- Rudy Royston
- Elvin Jones
- Bruno Bollaert
- WahWah vzw
- De Beren Gieren
- Jazz Middelheim
- Fulco Ottervanger
- Ahmad Jamal
- Jason Moran
- One Mirrors Many
- Gentse Leugentjes
- Lieven Van Pée
- Simon Segers
- Leonard Cohen
- Bob Dylan
- Tone Poem
- Reuben Rodgers
- Kendrick Scott
- Greg Leisz
- Tone Poem
- Booker’s Garden
- Rabo de Nube
- Lester Young
- Archie Shepp
- John Coltrane
- Let My People Go
- Marion Rampal
- Duke Ellingtons Isfahan
- Madeleine Peyroux
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier