The Tallest Man On Earth speelde gisteren een verbluffende soloset in een uitverkocht De Roma. Het werd een magische avond vol weemoed, melancholie en rauwe schoonheid.
The Tallest Man On Earth is terug, en hoe. Drie jaar geleden waren de fans en critici nog verdeeld over zijn Dark Blind Home tour, omdat de Grootste Meneer – bij de Zweedse burgerlijke stand gekend als Kristian Mattson luistert – zijn solovoorstellingen inruilde voor een reeks optredens met band. Dat niet iedereen die keuze smaakte, snappen we, want als er iemand is die niet meer nodig heeft dan zes snaren, dan is het Mattson wel.
In De Roma warmde hij kabbelend op met To just grow away en Like the wheel, twee relatief luchtige nummers die het publiek de kans gaven om in de sfeer te komen en heerlijk weg te dromen. Slechts één noot had Mattson nodig om op slag de aandacht te grijpen. Die zou hij voor de rest van de avond niet meer loslaten.
De vonk sloeg pas echt over toen de Zweed I won’t be found inzette, dat meteen heel wat gelukkige kreten uitlokte. Zwaaiend en draaiend stormde Mattson met zijn gitaar het podium rond. Mocht de microfoon hem niet aan één punt hebben geketend, hadden we er ongetwijfeld een hele dansvoorstelling bovenop gekregen.
Pas toen de Zweedse snarenvirtuoos zijn banjo vastnam, bespeelde hij ook onze meest gevoelige hartsnaren.
Mattsons enthousiasme werkte meer dan aanstekelijk. Tijdens The Gardener, zagen we hoofden meedeinen op de maat, voeten die zich met moeite konden inhouden – die verdomde stoelen ook – en kelen die in samenzang werden opengesperd. ‘I’m a very lucky little man that I can experience something like this’, zei een getroffen Mattson dankbaar.
De kleine Zweed nam voor een eerste keer plaats achter de piano om een feëerieke versie van Little Nowhere Towns te brengen. Het contrast tussen de luchtige, bijna lichtvoetige pianomelodieën en de rauwe vocals viel live nog meer op dan op plaat en zorgde meteen voor kippenvel.
Een tweede kippenvelmoment was de uitvoering van het prachtige Love is all, dat Mattson op het einde vakkundig uitrafelde tot enkel de woorden ‘Just let them go’ bleven nazinderen in de donkere, stille ruimte. Gelukkig kon The Tallest Man On Earth ook lachen met zijn eigen ellende. ‘If this is your first show, you’ll find out: it’s just a bunch of sad lovesongs’, merkte hij grijnzend op.
Mattsons opmerking stelpte de wonden slechts tijdelijk. Luttele tellen later werden die weer brutaal opengekrabd door songs als Revelation Blues en Forever is a very long time, balancerend tussen energiek gitaarspel en allesverterende tristesse.
Wie dacht dat hij zijn emotionele dieptepunt nu wel had bereikt, had het mis. Pas toen de Zweedse snarenvirtuoos zijn banjo vastnam, bespeelde hij ook onze meest gevoelige hartsnaren. De rauwe uithalen van Mattsons stem in combinatie met zijn snelle vingerbewegingen tijdens Time of the blue deden tranen opwellen. Ook tijdens het mijmerende Somewhere in the mountains, somewhere in New York voelden we iets prikken in onze ooghoeken.
Met 1904 kwam er terug leven in de brouwerij en mochten de zakdoeken eindelijk weer worden opgeborgen. ‘I like your enthusiasm. And your voice‘, lachte Mattson wanneer een van zijn vele fans hem toejuichte. Insgelijks, Kristian.
Na een korte cover van Aretha Franklins I Say A Little Prayer, waarbij The Tallest Man andermaal bewees dat hij een geboren verhalenverteller is, speelde Mattson een prachtige versie van I’m a stranger now. Het publiek werd uitgenodigd om als tweede stem te fungeren – we deden zo goed ons best dat Mattson zelfs een stapje in de zaal zette.
Eindigen deed onze grote man met klassieker King of Spain en The Dreamer. Een staande ovatie later bracht hij met plezier een bisronde, waarvan vooral Kids on the run uren later nog nazinderde.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier