Een smaakvolle maar onhippe mengelmoes van genres die in de jaren tachtig jonge harten sneller deden slaan. De tweede editie van Sinner’s Day was alweer fantastisch.
Hoogtepunt: de prachtsong ‘Killing Moon’ van Echo & the Bunnymen, één van de weinige meezingmomenten
Dieptepunt: euhm… die Nina Hagen, what the fuck?
Beste quote: “Turn the lights down. Jesus Christ, it’s Halloween.” (Ian McCulloch heeft last van het licht – ondanks zijn zonnebril)
De eerste Sinner’s Day in 2009 was een groot succes, en dus mocht het dit jaar allemaal wat meer zijn: zaal erbij, en dubbel zoveel groepen. Wat niet veranderde was het concept: een smaakvolle maar onhippe mengelmoes van genres die in de jaren tachtig jonge harten sneller deden slaan, in de vorm van performers die destijds populair waren en nu nog steeds op hun benen kunnen staan.
De oerpunkers van The Damned hadden zo op het laatste nippertje nog afgezegd omdat hun zanger last had van zijn rug. Wie de band recent nog gezien heeft weet dat die mens van nog wel wat andere dingen last heeft – de groep is inmiddels gemuteerd tot een ietwat gothische new waveact – maar goed, dat zou op Sinner’s Day niet echt een bezwaar geweest zijn. Gelukkigen wilden de Kids invallen, en stond er nog een tamelijk legendarische punkact op de affiche: de U.K. Subs, alstublief.
Eén van de allereerste Britse punkbands met een paar platen die zich in het gezelschap van ‘Never Mind the Bollocks’ niet hoeven te generen, en dat ondervonden we al gauw aan de lijve: de innerlijke puber in één van de al wat oudere zondaars ging aan het duwen en trekken, en voor we het wisten werd er vooraan gepogood dat het een lieve lust was – of moeten we zeggen: doodzonde?
In de club trad ondertussen bassist Jah Wobble aan, ooit nog met John Lydon in Public Image Ltd., maar nu toch al enkele decennia verslingerd aan dub en wereldmuziek en dus met een kluit Japanse muzikanten op het podium, die hun traditionele klanken van een scheut onmetelijke cool voorzien zagen door de opgewekte baslijntjes van de heer Wobble zelve. Nadien zakte de set wat in: de Marcia Aitken-cover ‘I’m Still in Love With You’ duurde veel te lang voor een set van drie kwartier en de hits aan het einde kwamen niet echt uit de verf.
Over Marky Ramone’s Blitzkrieg kunnen we kort zijn: we begrijpen dat mensen nog eens graag uit de bol gaan op Ramoneshits en dat ze zich daarvoor minder generen als er toch tenminste nog één Ramone mee op het podium staat, maar wij hadden hier echt geen boodschap aan. Gelukkig waren er in de club de Zwitserse Young Gods, die met hun akelige soundcollages, elektronische effecten en daverende ritmes rillingen door de zaal joegen: aardedonker maar toch dansbaar, zo mogen we het horen op Sinner’s Day.
Hoewel Marcel Vanthilt en zijn Arbeid Adelt! vol vertrouwen openden met ‘Ik sta scherp’ kregen ze de zaal niet echt mee – we durven denken dat het aantal mensen dat geneigd is om in het kader van tooggesprekken te beweren dat die muziek van Arbeid Adelt! zo slecht nog niet was toch weer wat is afgenomen: eigenlijk is de muziek niet veel bijzonders en zijn de teksten bijzonder onnozel. Wel cool: Jah Wobble die meedeed in ‘Death Disco’, al bij al gepikt van P.I.L., en die gitaargewijs de toch ook legendarische Luc Van Acker te lijf ging, terwijl die dekselse Marcel even zijn muil hield. Ha!
Heaven 17, een voortvloeisel van the Human League die hier vorig jaar nog stonden, klonk daarna plots wel erg glad en heeft blijkbaar ook geen hits te veel – toen ze bij nummer vier of vijf aan een nieuwe song begonnen, kozen wij het hazenpad richting club, waar Mark E. Smith in de coulissen stond te zwijmelen tot The Fall mocht beginnen. Een zogenaamd belangrijke band, met een kenmerkende sound die oneindig veel andere bands geïnspireerd heeft, maar eerlijk gezegd waren we van hun liveprestatie toch maar matig onder de indruk. We snappen best dat heel wat muzikanten met dit ‘ruwe materiaal’ aan de slag zijn gegaan, maar wat de band er vandaag zelf van bakte smaakte niet echt naar meer – al kon dat de in twee microfoons tegelijk wauwelende Smith vast aan zijn reet roesten.
Het contrast kon niet scherper zijn met het concert van Marc Almond, ooit nog de zanger van Soft Cell. Almond ziet eruit als een transgenderversie van David Schwimmer (mét nektapijt), heeft steevast wat tijd nodig om de juiste toon te vinden, zwelgt in kitsch en dramatiek, maar hij staat op het podium met de flair en de overgave van iemand die denkt dat hij het wel nooit zal maken maar ten overstaan van zijn badkamerspiegel een superster is. Wie allergisch is aan elektropop, cabaret en musicals vond dit vast vreselijk, maar wij vonden dit eigenlijk een heel geslaagd concert, met heel wat goede songs en ‘Tainted Love’ als spetterende apotheose. Jammer dat zijn Brelcover de mist in ging, de schuld van het – dat was helaas een beetje een constante – falende geluid.
Wat die over slappe bluesrock grommende troela met haar griezelschmink daar vervolgens zo hoog op deze mooie line-up stond te doen was ons een raadsel. Wie het weet mag het zeggen. In de club waren ondertussen de – vorig jaar nog gecancelde – Psychedelic Furs begonnen. Zanger Richard Butler ziet er inmiddels uit als een pensioengerechtigde lerares plastische opvoeding, maar zijn ‘Bowie after smoking’-stem (dat hebben we gepikt van een Amerikaanse collega) is gelukkig nog geheel intact. Zo’n prominente sax en toch zo’n scherp randje: knappe, bezwerende set van een ondergewaardeerde band.
Headliner op het hoofdpodium was Echo & the Bunnymen. Ian McCulloch was ongegeneerd zijn onbeweeglijke, onverstaanbare zelf, maar zingen doet hij feilloos, en ook de rest van de band vond moeiteloos de juiste donkere, melancholische toon. Op Rock Zottegem enkele jaren geleden viel het zo niet op, maar in de Ethiasarena bleek dat Echo & the Bunnymen probleemloos een grootse sound kunnen neerzetten, en dat ze meer prachtsongs hebben dan we zo uit het blote hoofd kunnen opnoemen.
Afsluiten was weggelegd voor The Orb, toch meer een act uit de jaren negentig, en bovendien een voor niet-fans niet zo heel dansbare: de new-wavehits die in afwachting van hun set gespeeld werden vielen klaarblijkelijk veel beter in de smaak bij de meeste aanwezigen dan de bedwelmende mix van house, dub en vergezochte samples waarop een zowaar nuchtere én vrolijke Alex Paterson ons vergastte. Nochtans was het een hele goede set, maar pakweg Lords of Acid – Maurice Engelen vertoefde in de VIP-ruimte, en Deborah Ostrega is vermoedelijk ook wel binnen handbereik – was meer op zijn plaats geweest.
Niettemin: alweer een fantastische Sinner’s Day. We kijken nu al uit naar volgend jaar, al zal dat niet aan de eerste naam voor 2011 – The Mission – gelegen hebben.
Tim Vernimmen
Setlist UK Subs:
CID
I Live in a Car
NY State Police
Squat 69
Emotional Blackmail
Kicks
Left 4 Dead
Rockers
Sinners Day
Bitter & Twisted
Limolife
Endangered Species
Tomorrow’s Girls
Warhead
Riot
Stranglehold
Setlist Jah Wobble:
Taiko Dub
Cherry Blossom Dub
Koririkio
Haokai Bon Uta
Java
I’m Still in Love With You
Visions
How Much Are They
Invaders
Z Beat
Setlist The Young Gods:
Color Code
Freeze
El Magnifico
Supersonic
About Time
Kissing the Sun
Everythere
I’m the Drug
Super Ready Fragmente
Setlist Heaven 17:
FGT
Penthouse
Play to Win
Geisha Boys
IGMYFILMW
And That’s No Lie
Crushed
Come Home with Me
Sign Your Name
Let Me Go
Temptation
Being Boiled
Setlist Marc Almond:
Glorious
Tears Run Rings
Torch
Nijinsky Heart
Bread & Circus
Child Star
The Devil OK
Jacky
The Idol
Brilliant Creatures
Bedsitter
Sleaze
Joey Domenico
Tainted Love
Setlist Psychedelic Furs:
Dumb Waiters
Pretty in Pink
Sister Europe
Heartbeat
Love My Way
The Ghost in You
In My Head
Highwire Days
Heaven
Setlist Echo & the Bunnymen:
Going Up
Rescue
Villiers
Do It Clean
Seven Seas
Dancing Horses
Think I Need It Too
Zimbo
All That Jazz
Never Stop
Back of Love
Killing Moon
The Cutter
Nothing Lasts Forever
Lips
Setlist The Orb:
Chucks Peaks
Towers of Dub
No Change for Gold
U.F.Orb
Walk
Outlands
Kan Kan
Dolly Unit
Fluffy Medley
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier