Openingsdag Gent Jazz: De geest van Ornette!
Gent en freejazz, het is een oude liefde. De openingsdag van Gent Jazz werd een ode aan de pas overleden Ornette Coleman. Geen easy listening, maar wie meeging op de trip, is nog een paar dagen high.
Vooraleer het Gent Jazz Festival populaire publiekstrekkers als Van Morrison, Neneh Cherry, Ginger Baker of Lady Gaga op ons loslaat, kan het zich een paar dagen wentelen in zijn core business: de ‘echte’ jazz. Tijdens de openingsdag was het sleutelwoord ‘avontuur’: muziek die lak heeft aan hokjesdenken en die als grote gemene deler de voorliefde voor het verkennen van het ongehoorde heeft.
Festivaloverste Bertrand Flamang heeft nooit zijn passie voor vrij geïmproviseerde jazzvormen onder stoelen of banken gestoken. Met deze eerste dag leverde hij meteen zijn visitekaartje af. Jammer genoeg haakte het grote publiek af.
Het festivalterrein ziet er mooier dan ooit uit. Twee tenten huisvesten twee podia. Daarrond en daartussen drank- en snackbars en een drietal grote terrassen. Nieuw is een heuse balkontribune in de ferm uit de kluiten gewassen tent van de main stage. En de garden stage, die is verhuisd naar de gezellige boomgaard van de Bijlokesite, die geleidelijk in de plooi valt als stadsoase.
Keenroh XL (***): Jonge veulens met oude ruiters
De jonge veulens van Keenroh kregen vorig jaar een aanmoedigingsprijs toegestopt in het licht van het Jong Jazztalent Gent-concours. Part of the deal was dat ze dit jaar het feest mochten openen.
In zijn doordeweekse gedaante is Keenroh een ongebruikelijk duo van piano en fluit. Speciaal voor Gent Jazz lieten Thijs Troch en Jan Daelman zich een repertoire bij mekaar schrijven door een aantal oudere rotten in het vak. Dat brachten ze met een negenkoppige ‘Extra Large’ bezetting, waarin opvallende namen zaten als trompettist Bart Maris of drummer Teun Verbruggen. Ook de fenomenale tubaspeler Michel Massot was van de partij als vervanger voor zijn jongere collega Niels Van Heertum, die momenteel op theatertour is bij Jan Fabre.
Ondanks het eenmalige (?) karakter van dit ensemble viel meteen hun hechte samenspel op. Wat aftastend begon als een fanfare die leek te wachten op haar dirigent in een stuk van Jozef Dumoulin, viel stevig in de plooi in een pointillistische groove die ons herinnerde aan de hoogdagen van KD’s Decade. Onmiskenbaar de hand van Kris Defoort, die voor dit project de sterkste composities afleverde.
Er werd voortdurend een mooie balans gemaakt tussen compositie en improvisatie en tijdens Miles Behind van Ben Sluijs werd er zowaar ook even geknipoogd naar swing en bop. Afsluiten deden Keenroh XL met een cartoonachtig stuk dat evengoed uit de pen van Raymond Scott had kunnen vloeien.
Een meer dan geslaagde opener, die gerust wat meer belangstelling had kunnen verdragen dan het handvol luisteraars dat langzaam de tent binnendruppelde.
Kris Davis ‘Infrasound’ (***): Niet voor doetjes
De Canadese pianiste Kris Davis is een bedeesde, wat muisachtige verschijning op het podium. Erg veel communiceerde ze niet met publiek. Dat liet ze over aan haar muziek.
Haar Infrasound Octet valt op door een wel erg ongebruikelijke bezetting: de diepe, fluwelen en omfloerste klank van de basklarinet staat centraal, met een batterij van maar liefst vier spelers, waar ook onze Joachim Badenhorst deel van uitmaakt. Ze brachten langoureuze, bij wijlen donkere stukken die borrelden over soms erg intense ritmes van de sterk spelende drummer Tom Rainey.
Het was muziek van contrasten – tussen het minimalisme van processie-achtige composities en het maximalisme van compacte solo’s van Davis zelf of van gitarist Nate Radley. Tussen aftastende exploraties van timbres en klankkleuren en strakke, hoekige melodische passages.
Een concert waarin free impro à la Jimmy Giuffre en avant-jazz de confrontatie aanging met progrock en Rock-In-Opposition. Niet voor toevallige luisteraars, maar wie de moeite deed om de uitbundige festivalsetting te vergeten, maakte een intens en mooi concert mee.
Jack DeJohnette’s ‘Made in Chicago’ (**): De sprong in het diepe
En dan de grote jongens. De legendes. Twee jaar geleden bracht drummer Jack DeJohnette – die vooral bekend is als toortsdrager van Tony Williams’ vuur in het zogenaamde Lost Quintet van Miles Davis en later als één derde van het Ballads-trio van Keith Jarrett – voor het jazzfestival van Chicago een aantal sleutelfiguren uit het avant-garde muzikantencollectief AACM (Association for the Advancement of Creative Musicians) weer samen. De opname van dat concert verscheen eerder dit jaar op cd en onderstreepte hoe een jazztraditie die ondertussen al bijna zestig jaar oud (‘out’) is toch nog relevant, boeiend en actueel kan zijn.
Speciaal voor de vijftigste verjaardag van de AACM, doen DeJohnette en zijn kornuiten het nog eens dunnetjes over met een Europese tournee die zal culmineren in hun thuisland op het Newport Jazz Festival. Hun eerste stop was Gent.
Free Jazz en de Arteveldestad zijn altijd al goeie bedgenoten geweest. Pianist Muhal Richard Abrams is bijna 85 jaar oud en zijn koolscheppen van handen lijken aan die lange armen van hem moeiteloos de grond te kunnen raken wanneer hij achter de piano zit. Maar hij speelt nog altijd met dezelfde overgave als weleer.
Ook zijn jongere collega’s, toch ook niet meer piep, lijken de passie van de eeuwige jeugd te bezitten. Er werden ideeën uitgewisseld in hoog tempo, met als rode draad de afgemeten roffels op DeJohnette’s droge snare drum. Alleen saxofonist Roscoe Mitchell gaf een soms vermoeide indruk. Maar deze oude rakkers kunnen nog kabaal maken als de besten.
Wie mee de sprong in het diepe wou maken, beleefde een muzikale trip. Wie daar geen zin in had, stootte eens te meer op de clichés van het genre.
Bill Laswell presents The Master Musicians of Jajouka (feat. Bachir Attar) with Material (***): De tanden uit je bek getrild
Hij heeft wat van Urbanus, die Bill Laswell. Maar dan een die nooit lacht. Deze bassist en producer koos Gent uit om zijn allernieuwste project in première te laten gaan: een ontmoeting tussen zijn eigen punk-funkband Material en de Marokkaanse meestermuzikanten van Jajouka. Zij hebben hun legende vooral te danken aan een album dat werd geproducet door wijlen Brian Jones en dat op het label van The Rolling Stones werd uitgebracht. Spannend, vooral omdat niemand goed wist wat het resultaat van deze merkwaardige samenwerking zou zijn.
In traditionele klederdracht verschenen de Master Musicians op het podium, onder de charismatische leiding van Bachir Attar. Op de tonen van hun sufi trancemuziek, gespeeld op schalmeien, viool en percussie-instrumenten, schoven een voor een de leden van Material aan. Kippenvel wanneer deze vreemde klanken samensmolten met de groovy funk en de hypnotische kracht van beide genres wederzijds werd versterkt.
Alleen werd er met zo’n oorverdovend volume gespeeld dat je tanden uit je gebit dreigden te trillen. Daardoor vergleed de bijdrage van Jajouka bij momenten tot een exotisch sausje over een voor westerse oren meer vertrouwde souljazz met bluesy solo’s en aanstekelijke funk- en reggaeritmes.
Hoogtepunt was de eigenwijze versie van Ornette Colemans ‘Dancing in Your Head’. De geest van de betreurde Coleman waarde per slot van rekening al een hele dag over Gent Jazz en dit eerbetoon was aandoenlijk. Wie de oorspronkelijke opname kent, wist dat de Jajouka daar ook hadden op meegespeeld. Het culmineerde in een partijtje, waarbij het publiek eindelijk de netjes genummerde stoeltjes verliet om uitbundig mee te dansen. Enkelingen bleven dansen in hun hoofd.
Garden Stage: Ernst Reijsiger rules!
Tussen de bedrijven door kon je afzakken naar de gezellige Garden Stage, waar de Cubaanse pianist David Virelles met Mboko (***) smeulende rituele muziek bracht van zijn thuisland. Dit is een band om in het oog te houden. In het voorjaar van volgend jaar kun je ze opnieuw meemaken in de Kraakpand-concertreeks van de Bijloke.
Afsluiter om middernacht op datzelfde kleine podium was het trio van cellist Ernst Reijsiger met pianist Harmen Fraanje en de Senegalese zanger en multi-instrumentalist Mola Sylla (*****). Waar Laswell er tevoren niet in was geslaagd om een volwaardig huwelijk tot stand te brengen tussen muzikale tradities, deed dit magische trio dat met overtuigend gemak én met smaak. Hun intieme concert werd hét onbetwistbare hoogtepunt van deze eerste dag. Muziek op mensenmaat, met een warm kloppend hart en bloedstollend mooi.
Alles viel in de plooi: avontuurlijk, genre- en grensoverschrijdend, hedendaags, maar tijdloos tegelijk. En zo eindigde de eerste dag van Gent Jazz zoals hij was begonnen – met een klein publiek van fijnproevers.
Frederik Goossens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier