Nick Cave & The Bad Seeds imponeren het Antwerpse publiek met robuuste kwetsbaarheid

4 / 5
Nick Cave © Yvo Zels
4 / 5

Artiest - Nick Cave & The Bad Seeds

Datum - 30/10/24

Locatie - Sportpaleis Antwerpen

Met een bevlogen passage in het Sportpaleis toonde Nick Cave zich, op zijn 67e, nog altijd een van de grootste performers van dit tijdsgewricht. Samen met The Bad Seeds en een gospelkoortje tekende hij voor een tweeënhalf uur durende set die haast voortdurend piekte en verrassend goed aan elkaar hing.

De post-Birthday Party-periode van Nick Caves carrière is dezer dagen aan zijn veertigste verjaardag toe en in die tijdspanne heeft de artiest, zowel mentaal als stilistisch, een serieuze afstand afgelegd. De vleermuis van weleer, die zich bij voorkeur in donkere kelders ophield, is inmiddels een mainstream-ster geworden, die een breed publiek weet te mobiliseren en de Antwerpse concertarena twee avonden na elkaar helemaal doet vollopen.

Paradoxaal genoeg is die toegenomen populariteit een gevolg van een reeks trauma’s. In de jongste negen jaar verloor Cave zijn zonen Arthur en Jethro, zijn vriend en collega-muzikant Conway Savage, zijn moeder Dawn en zijn ex-vriendin (én oerlid van the Bad Seeds) Anita Lane. Geen wonder dat bijna al zijn platen sinds Push the Sky Away uit 2011 in het teken stonden van rouw en verlies.

Die tegenslagen in zijn privéleven hebben van de eens zo mensenschuwe Australiër, die graag provoceerde en de confrontatie opzocht, een warme persoonlijkheid gemaakt. Via zijn website The Red Hand Files communiceert hij openhartig over wat hem bezighoudt, beantwoordt hij vragen en staat hij fans die het moeilijk hebben met raad en daad bij.

Nick Cave
Nick Cave © Yvo Zels

Nick the Stripper gaat nu door het leven als St. Nick: een milde, wijze, benaderbare man die zijn existentiële en religieuze twijfels met de wereld deelt en in Faith, Hope & Carnage, het recente interviewboek van Sean O’Hagan, zijn niet aflatende zoektocht naar geloof en zingeving met de wereld deelt.

Een en ander heeft van hem een profane heilige gemaakt, die in de ogen van het publiek niets meer verkeerd kan doen. Zelfs als hij op de proppen komt met een serie bedenkelijke keramiekwerkjes, krijgt hij er meer aandacht voor dan kunstenaars die wél relevant zijn.

Handrem

Nick Cave laat het zich allemaal welgevallen. Als gewezen underdog werd hij zelfs uitgenodigd bij de kroningsceremonie van King Charles III en tegenwoordig zit hij al eens met een bisschop aan tafel. Voor wie zijn hele traject met The Bad Seeds heeft gevolgd, is het even wennen. Ook aan zijn onlangs verschenen, verrassend extraverte, achttiende plaat Wild God, waarop de artiest, na het verdriet om verloren geliefden, op zoek gaat naar vreugde en euforie.

Nick Cave gunt zichzelf een beetje licht op zijn nieuwste plaat ‘Wild God’

Ook al hangt de schaduw van de dood duidelijk nog over de breed georkestreerde songs, Cave omarmt nu de schoonheid van het leven en doet dat met een radicaal soort optimisme en met robuuste kwetsbaarheid.

In de meeste songs figureert een iets te opdringerig gospelkoor en ook de instrumentatie lijkt bij momenten geïnspireerd door liturgische erediensten. The Bad Seeds, die na Push the Sky Away in Caves werk geen rol van betekenis meer speelden, mogen op Wild God dan wel hun retour maken, dit keer wordt er gespeeld met de handrem op. De plaat is dan ook niet het meesterwerk waar sommigen het voor verslijten. Maar goed, er zijn ook mensen die geroosterde rupsen lekker vinden.

In het Sportpaleis kwamen, naast de classics, zo goed als alle nieuwe nummers aan bod en al vanaf opener Frogs zocht Nick Cave, in zijn streven naar verbinding, nadrukkelijk het publiek op. Hij drukte handjes, nam bloemen in ontvangst, danste en sprong op het podium, dirigeerde de toeschouwers, speelde vraag-en-antwoordspelletjes, vroeg de aanwezigen om mee te zingen tijdens O Children en gedroeg zich als een goedmoedige volksmenner. ‘I can make you do anything’, monkelde hij, zij het zonder enig cynisme. Cave hield in Antwerpen het midden tussen een evangelist en Elvis in Las Vegas en gooide daarbij zijn hele lijf in de strijd. Het contrast met Bob Dylan, een dag eerder in een belendende zaal, kon niet groter zijn.

Zoiets houdt echter ook risico’s in. Cave schuwde namelijk het grote gebaar niet (‘Are you ready to put your hands in the air?’) en ging bij het opvrijen van zijn publiek (‘You’re beautiful!’) geen enkel rock-‘n-rollcliché uit de weg. Wel vreemd dat hij tijdens het concert altijd dezelfde toeschouwer aansprak, een zekere Belgium, en alle anderen leek te negeren. Als performer zit Nick Caves gevoel voor dynamiek soms in subtiele details, zoals het a capellastukje in Joy, maar de wall of sound van The Bad Seeds grensde niet zelden aan bombast.

Onweer

Er wordt weleens beweerd dat de zanger met Wild God zichzelf bedoelt, maar dat is twijfelachtig: Caves opperwezen lijdt aan eigendunk en zelfbedrog. Colin Greenwood van Radiohead heeft, zo te zien, nu ook op het podium de bas van Martyn Casey overgenomen. Als echter één Bad Seed op het podium af en toe de show van de baas mag spelen is het wel zijn eerste luitenant, multi-instrumentalist Warren Ellis. De man speelde niet alleen gitaar, bas en keyboards, maar gaf met zijn schrapende viool ook songs als Final Rescue Attempt, The Mercy Seat en The Weeping Song een extra dimensie.

Nick Cave liet zich op weinig zwakheden betrappen, maar tussen de 22 nummers vielen toch enkele duidelijke hoogtepunten te onderscheiden. De grofkorrelige gitaar in Jubilee Street was bijvoorbeeld een verademing. Ook in het vier decennia oude From Her To Eternity speelden The Bad Seeds op het scherp van de snee. Het herinnerde aan de tijd toen de Black Crow King nog echt gevaarlijk mocht worden genoemd en was een product van neurose en ziekelijk verlangen.

Ook het onweer genaamd Tupelo klonk met zijn vervaarlijk aanrollende bas vuig en stuiterend. Een staaltje van superieur minimalisme in de geest van John Lee Hooker die op het punt stond enkele duivels uit te drijven. En ook het intussen bij de kijkers van Peaky Blinders bekende Red Right Hand schoot met vuurwerk.

Fraaie rustpunten waren er ook: een majestueus Song of the Lake, versierd met glockenspiel en vibrafoon, de sobere ballad Long Dark Night, het klassiek aandoende Conversion, dat ingetogen begon en kolkend eindigde en een van de momenten waarop het koor wel degelijk een meerwaarde betekende. Bright Horses, de enige song uit Ghosteen, werd de hoogte in getild door de koorknapenstem van Warren Ellis. I Need You, uit Skeleton Tree, bracht Nick Cave solo aan de piano en gaf aan hoe liefde troost kan brengen in tijden van doffe ellende. Vooral de wanhoop waarmee de zanger aan het einde ‘just breathe’ prevelde, als in een gebed, ging door merg en been. Maar soms, zoals in het smartelijke Cinnamon Horses, balanceerde hij op het randje van de overacting.

Tijdens de bissen noteerden we het aan wijlen Anita Lane opgedragen O Wow O Wow, een niemendalletje dat Caves ex niet echt recht deed; een trekkend en schurend Papa Won’t Leave You Henry en, tot slot, het even populaire als oersentimentele Into Your Arms: voor bovengetekende het signaal om zich naar de uitgang te begeven. Het was een voortreffelijk concert, zeker, al bevindt Nick Cave zich duidelijk op een kruispunt. Zijn liefde voor het publiek, dat hem door een moeilijke periode heen sleurde, is gemeend. Maar nog even en hij gaat de Bono-toer op. Hopelijk slaagt iemand erin hem tijdig tegen te houden.

DE SETLIST: Frogs / Wild God / Song of the Lake / O Children / Jubilee Street / From Her to Eternity / Long Dark Night / Cinnamon Horses / Tupelo / Conversion /Bright Horses / Joy / Carnage / Final Rescue Attempt / Red Right Hand / The Mercy Seat / White Elepgant / O Wow O Wow (How Wonderful She Is) / Papa Won’t Leve You, Henry / The Weeping Song / Into My Arms.

Nick Cave maakt geen kunst om te lijden: ‘Zo masochistisch ben ik niet’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content