Het Britse elektronicaduo Mount Kimbie, dat vorig jaar de uitstekende cd ‘Crooks & Lovers’ uitbracht, behoort tot de voortrekkers van wat tegenwoordig post-dubstep heet. In Brussel speelden de maatjes van James Blake een kleurrijke set, die veeler het hoofd dan de heupen aansprak.
DA GIG: Mount Kimbie in de ABClub, Brussel, op 11/5.
IN EEN ZIN: Superieure knopjesdraaierij van twee elektronicafreaks die, schijnbaar moeiteloos, een pittoreske middenweg vonden tussen digitaal en organisch.
HOOGTEPUNTEN: ‘Before I Move Off’ en ‘Field’.
DIEPTEPUNT: Dat het concert al afklokte op 50 minuten. Het had beslist iets meer mogen zijn.
BESTE QUOTE van Kai Campos: “Sorry dat we geen bis kunnen spelen, maar onze nummers zijn helaas op. We spelen nu al anderhalf jaar lang dezelfde set en beginnen pas dit najaar aan een nieuwe plaat. Tegen volgende keer hebben we dus zeker meer materiaal. Beloofd!”
Voor wie op het punt staat meteen zijn alpinistenuitrusting van de zolder te halen: Mount Kimbie is geen gebergte dat je op een doorsnee landkaart terug zult vinden. “Het is een fictieve plek die enkel in ons hoofd bestaat en waar de treinen op tijd rijden”, aldus Kai Campos, die een kleine drie jaar geleden, samen met zijn vriend Dominic Maker, zijn jongste muzikale klim aanvatte. Voor hun ep’s ‘Maybes’ en ‘Sketch on Glass’ bedachten de heren de term post-dubstep, omdat hun tracks meer geschikt bleken om bij uit te blazen ná een zweterig feestje dan om het vuur aan de lont te steken op de dansvloer. Hun tracks waren trager, minimalistischer, abstracter en genuanceerder dan de mix van drum’n’bass, reggae en U.K. garage waarmee dubsteppers als Burial de clubs op stelten plachten te zetten. Toch zou het niet lang duren voor Mount Kimbie geestesgnoten vond in James Blake, Untold, Scuba en Joy Orbison of in de iets meer poppy uitlopers van het (sub)genre, type The XX en Jamie Woon.
Net als The Books, Flying Lotus en Boards of Canada koppelt het duo organische geluiden aan digitale. Mount Kimbie goochelt behendig met uiteenlopende motiefjes, ritmen en sferen en maakt gelaagde elektronische muziek met uitstapjes naar jazz en ambient, maar ook naar indierock en shoegazerpop. ‘Crooks & Lovers’ richt zich vaker op de geest dan op het lichaam en laat zich dus perfect thuis in je woonkamer beluisteren. Dat betekent echter geenszins dat de groove uit het oog wordt verloren.
Live verschillen de nummers aanzienlijk van hun plaatversies. “Om het voor onszelf boeiend te houden, voegen we er voordurend nieuwe ingrediënten aan toe”, zegt Campos hierover. Op het podium bedienen de Britten zich van een batterij sequencers, MIDI-controllers, filters en drummachines en bedrijven ze een vorm van knopjesdraaierij die, zeker op oningewijden, als pure tovenarij overkomt. In de AB werden geluiden, bijvoorbeeld uit field recordings, te voorschijn geroepen, gemanipuleerd en bewerkt tot hypnotiserende loops, om vervolgens weer door nieuwe soundwaves te worden overspoeld. Op andere momenten hoorde je hoe Campos en Maker gesamplede stemmen van r&b-zangeressen dermate verknipten dat enkel nog hortende lettergrepen overbleven. En ook al ging de betekenis van wat gezongen werd op die manier compleet verloren, het gevoel bleef wonderwel bewaard.
“Altijd fijn in Brussel te spelen. Het bier is hier geweldig en de rest is meegenomen”, grapte Campos, die zich meteen daarna verontschuldigde omdat er een langzaam nummer zat aan te komen. ‘William’ vertoefde in ambientsferen, ‘Maybes’ was een film voor het oor en het borrelende ‘Carbonated’ was een en al beweging, ook al viel niet altijd uit te maken waar een nummer precies begon of eindigde. Nu eens stond de polyritmiek centraal, dan weer werd de teneur van een track bepaald door de leegte. Soms trok een nummer zich op gang als een zich langzaam opwarmende locomotief, soms ontwikkelde het zich op het tempo waarmee het bloed door je slapen stuwde. Maar doordat de heren van Mount Kimbie occasioneel zelf zongen en regelmatig ook echte instrumenten, zoals drumpads, cymbalen en een elektrische gitaar gebruikten, kreeg de set toch iets fysieks. Het leverde met ‘Before I Move Off’ en ‘Fields’ werkelijk ingenieuze geluidscollages op.
Jammer dus dat het er na zeven nummers en vijftig minuten al opzat en je als toeschouwer met een onverzadigd gevoel achterbleef. Dat mag u echter niet beletten komende zomer tijdens Pukkelpop een tripje naar Mount Kimbie te maken. Want zodra u op de top staat, is het uitzicht magnifiek.
Dirk Steenhaut
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier