John Parish is niet alleen de grote mentor van PJ Harvey, hij producete ook platen van eels, 16 Horsepower, Sparklehorse en Giant Sand. Zijn nieuwe cd ‘Screenplay’ staat echter volledig in het teken van zijn filmmuziek. In Turnhout leidde dat alvast tot een sfeerrijk en boeiend concert.
DA GIG: John Parish in De Warande, Turnhout op 13/4.
IN EEN ZIN: De groep loodste het publiek door uiteenlopende stemmingen en sferen, van meditatief tot lounge, maar er werd bij momenten ook stevig gerockt.
HOOGTEPUNTEN: ‘L’enfant d’en haut’, ‘Minotaur’, ‘Katharina’…
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE: “Zijn er nog verzoekjes? Ha, jullie kennen de titels niet? Fijn, dan kies ik lekker zelf.”
De uit Bristol afkomstige multi-instrumentalist John Parish behoort zonder twijfel tot de veelzijdigste, sympathiekste en meest bescheiden mensen uit het rockmilieu. Bovendien heeft hij een open geest, wat ervoor zorgt dat hij ook regelmatig buiten zijn eigen taalgebied opereert. Zo bundelde hij zijn krachten al met Italiaanse, Deense en Malinese artiesten en ook met de Belgische scene heeft hij al jaren een nauwe band.
Parish is een vriend en bewonderaar van Stef Kamil Carlens en Mauro Pawlowski, nam cd’s op met Thou, Zender en het Groenlands-Belgische gezelschap Nive Nielsen & The Deer Children en schreef soundtracks voor drie films van de Vlaamse cineaste Patrice Toye.
De beste stukken uit zijn werk voor de cinema -met uitzondering van zijn soundtracks voor ‘Rosie’ en ‘She, A Chinese’ die eerder al integraal op cd verschenen- zijn nu verzameld op het pas verschenen ‘Screenplay’.
De in hoofdzaak instrumentale tracks zijn dermate ingenieus aan elkaar gelast dat ze een coherent geheel vormen en gemakkelijk op zichzelf kunnen staan. Je hoeft de films dus niet gezien te hebben om van de plaat te kunnen genieten. Tijdens John Parish’ huidige tournee dienen de geprojecteerde beelden als illustratie bij de muziek, in plaats van omgekeerd, en worden de composities trefzeker uitgevoerd door een vijfkoppige band, waarin niet minder dan drie nationaliteiten zijn vertegenwoordigd.
Zeggingskracht
(Lapsteel)Gitarist Jeremy Hogg speelde een kwarteeuw geleden al samen met Parish bij Automatic Dlamini, een band waarin destijds de piepjonge Polly Jean Harvey haar debuut maakte. Ook de Franse drummer Jean-Marc Butty troffen we al meermaals aan de zijde van PJ aan. Voorts waren de twee Italiaanse dames, die eerder te horen waren op Parish’ rockplaat ‘Once Upon A Little Time’, toetsenspeelster Marta Collica en bassiste Giorgia Poli, van de partij. En in ‘End Titles’ mocht zelfs de Brusselse violiste Cathérine Graindorge (ex-Monsoon), die in haar eentje met behulp van een loopstation het voorprogramma had verzorgd, een gastrolletje spelen.
De 54-jarige John Parish beroerde afwisselend electronische keyboards en een van zijn vele gitaren en toonde zich, vooral op de snaren, andermaal een subtiele muzikant, die qua zeggingskracht niet voor iemand als Ry Cooder hoefde onder te doen.
Op het programma stonden, behalve fragmenten uit de films van Patrice Toye (‘Rosie’, ‘Nowhere Man’ en ‘Little Black Spiders’) ook nummers uit ‘Sister’ van Ursula Meier, ‘Plein Sud’ van Sébastien Lifshitz en de nog te verschijnen Sloveense film ‘My World is Upside Down’ van Petra Seliskar. Soms kon je echo’s opvangen uit het werk van enkele van Parish’ favoriete filmcomponisten, onder wie Ennio Morricone, Lalo Schifrin, John Barry, Wim Mertens en Nino Rota, maar de man is creatief genoeg om met die grondstoffen zijn eigens soepje te brouwen.
Het ene moment riep hij met zijn twangy gitaarsound de sfeer van een film noir op, het andere dompelde hij het publiek onder in loungy of meditatieve sferen. Tussendoor experimenteerde hij zowel met zweverige ambient als met dissonante geluiden en was hij in de weer met samples en allerlei effectapparatuur.
Onberedeneerd
Bij John Parish is de klankkleur minstens even belangrijk als de noten. Maar ook al blijft zijn werkwijze intuïtief en onberedenereerd, zijn nummers overstijgen meestal de vrijblijvende sfeerschepping die zoveel soundtracks kenmerkt. In het omineuze ‘Katharina’ overheerste ijzig klavierwerk, in ‘River’ een ijle mellotron en af en toe mocht ook de melodica van Butty vooraan in het klankbeeld. Hoewel de meeste stukken instrumentaal waren, leende Marta Collica leende haar stem aan het lome ‘Pretty Baby’ (destijds gezongen door Alison Goldfrapp), terwijl Parish zijn innerlijke Lou Reed losliet op ‘Glass of Wine’.
Zo loodste de groep het publiek door een veelheid van sferen, al werd er occasioneel ook stevig gerockt. ‘The Minotaur’ en ‘Rachid’ waren rammelende punknumers, terwijl ‘L’enfant d’en haut’, dat bij wijze van toegift zou worden hernomen, pulserende krautrock combineerde met psychedelia: één van de ontbetwiste hoogtepunten van de set.
Niet alle stukken wisten de spanning erin te houden, waardoor de ‘Screenplay’-show net iets minder prikkelend overkwam dan die ten tijde van ‘How Animals Move’. Maar we zijn al lang blij dat we de gelegenheid kregen een boeiende figuur als John Parish nog eens live aan het werk te zien.
Dirk Steenhaut
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier