Jarige Rolling Stones klinken in het Boudewijnstadion nog steeds als een gesmeerde hitmachine
Artiest - Rolling Stones
Locatie - Koning Boudewijnstadion
‘Het is choet om teroeg te zeyn’, sprak Mick Jagger, die met zijn kornuiten voor het eerst in acht jaar weer eens een Belgisch podium aandeed. The Rolling Stones waren naar het Koning Boudewijnstadion afgezakt om er hun zestigste verjaardag te vieren. En dat deden ze met een twee uur durende ‘Greatest Hits’-set waar niets op af te dingen viel.
HET CONCERT: The Rolling Stones in Koning Boudewijnstadion, Brussel op 11/7.
IN EEN ZIN: The Rolling Stones hadden er weliswaar een elfkoppig orkest voor nodig, maar ze waren in Brussel goed op dreef, hun classics bleven onweerstaanbaar en hun manifeste speelplezier gaf aan dat ook rockers van de derde leeftijd nog steeds hun mannetje kunnen staan.
HOOGTEPUNTEN: Tumbling Dice, Bitch, Beast of Burden, Honky Tonk Women, Midnight Rambler, Start Me Up, Gimme Shelter…
DIEPTEPUNTEN: geen.
QUOTE van Mick Jagger: ‘We hebben hier de voorbije dagen een leuke tijd gehad. We zijn naar de Marollen geweest, hebben er stoemp gegeten en enkele Duvels gedronken. Daarna heb ik zes wafels en een halve kilo pralines verorberd en tot slot gingen we langs bij Manneken Pis, want er was ons gezegd dat die een Stones T-shirt zou dragen. Maar iemand had hem blijkbaar al gejat. Dat viel me, eerlijk gezegd, een beetje tegen’.
Eigenlijk is de benaming SIXTY-tour een beetje misleidend. Niet de groep is zestig, wél de merknaam The Rolling Stones. Uit de oerbezetting zijn immers enkel nog frontman Mick Jagger – hij wordt later deze maand 79!– en gitarist Keith Richards (78) over. Bassist Bill Wyman trok al in januari 1993 de deur achter zich dicht, terwijl Charlie Watts, het hart van de Stones, op 24 augustus vorig jaar, ophield met kloppen. Ron Wood, met zijn 75 jaar het jonkie van de band, kwam er pas bij in 1975, maar is inmiddels de langst dienende gitarist van de Stones, ook al zou het nog duren tot 1990 vóór hij zich – ook financieel – een volwaardig groepslid mocht noemen.
De elfkoppige versie van The Rolling Stones die in Brussel neerstreek is dus meer het idee van een mythische rockband dan ‘the real thing’. Een bedrijf dat recht wordt gehouden dankzij ingehuurde krachten, maar toch vooral een bedrijf, dat zijn ‘klanten’ 99 euro laat dokken voor een zitje op de tribunes – voor wie geen verrekijker bezit, weggegooid geld – of 149 euro voor een staanplaats met weinig kijkcomfort. Wie voor de échte concertervaring ging, werd zelfs geacht tot 489 euro veil te hebben voor een plekje in de Golden Circle of één van de twee pits.
Rock-‘n-roll, zei u? Toen de Stones in de eerste helft van de sixties op het toneel verschenen en de wereld er nog totaal anders uitzag, behoorde rockmuziek tot de jongerencultuur en was het een uiting van rebellie tegen het establishment. Vandaag is het genre doorgedrongen tot in de woonzorgcentra en zijn de grondleggers ervan zélf het establishment geworden. Ze staan nu precies voor datgene dat ze altijd hebben verafschuwd en spelen voor een publiek van topmanagers, dokters, notarissen, consultants en bedrijfleiders-op-leeftijd, die zich vooraf al uitgebreid hebben bevoorraad met Rolling Stones-shirts en andere prullaria en eens twee uur lang niet willen denken aan hun omzetcijfers, stramme gewrichten of bloeddrukproblemen.
Museum
Met de counter culture hebben Jagger en de zijnen niets meer te maken. Ze zijn vele jaren geleden al tot ongevaarlijk entertainment verworden. De tijd toen ze zich te buiten gingen aan drank, drugs en bandeloze seks ligt ver achter hen. Vandaag slikken ze nog uitsluitend vitaminesupplementen. En ook hun muzikale relevantie ligt in het verleden. Slechts twee van de negentien songs uit hun setlist dateerden bijvoorbeeld van na 1978. The Rolling Stones zijn een rock-‘n-rollmuseum geworden, een bezienswaardigheid waar je snel nog eens binnenstapt, vóór het te laat is. Op zich is daar niets mis mee: niet iederéén heeft de sixties of de seventies meegemaakt. Als je, in de schaduw van het atomium alsnog die ‘trip down memory lane’ wilde maken en je had er de centen voor, kwam je zeker niet bedrogen uit.
In tegenstelling tot hun vorige tournees hadden de Stones hun visuele hoogstandjes tot een minimum beperkt: geen spectaculaire podiumconstructies of gigantische opblaaspoppen dus. Dit keer lag de nadruk op de muziek en dat was een verademing. Na de ontroerende beeldmontage als ode aan Charlie Watts – het concert was aan hem opgedragen – deed opener Street Fighting Man meteen het beste verhopen.
De alweer behoorlijk afgetrainde Mick Jagger, een kwajongen van 78, was uitstekend bij stem, de groep speelde op het scherp van de snee en het drumwerk van Steve Jordan was meer rechttoe rechtaan dan dat van zijn voorganger. ‘Rubber Lips’ sloofde zich weer uit als vanouds: hij rende van de ene kant van het podium naar de andere, kwam meermaals dicht bij het publiek via een lange catwalk en tegen het derde nummer, het met sax en de soulvolle stem van Sasha Allen versierde Tumbling Dice, vloog zijn jasje al uit.
Steekspel
19th Nervous Breakdown flitste je, met zijn snelle Chuck Berry-riffs, terug naar het tijdperk van de zwart-wit-televisie en met de sixties soul van Out of Time kreeg Jagger het hele stadion aan het zingen. Vanaf dan volgde een spervuur van hits, waaronder het, via een online-enquête, door het Belgische publiek gekozen Beast of Burden, waarin Jagger en Bernard Fowler een vlammend vocaal steekspel aangingen. Ook het met hoorn en akoestische gitaar aangezwengelde You Can’t Always Get What You Want, dat naar het einde toe van de twee keyboardspelers een swinginjectie kreeg, gaf weer aanleiding tot massale koorzangen uit het publiek. ‘Joelie zingen praktik’, riep de frontman enthousiast.
De in dub en reggae gedrenkte lockdownsong Living in A Ghost Town werd door Jagger opgeleukt met een fijne harmonicasolo, maar het waren toch vooral Keith Richards’ vuige gitaarriff en jachtige boogie-piano van Chuck Leavell in Honky Tonk Women die de toeschouwers in ware feeststemming brachten. Uiteraard kreeg ome Keith, die bij wijze van armband een stel handboeien droeg, ook zijn spotje achter de microfoon met het kwetsbare, uit Steel Wheels gelichte Slipping Away en het vrij banale Connection. Helaas geen Happy dus. Op zich is het lovenswaardig dat The Rolling Stones af en toe iets uit hun deep cataloque plukken, maar mag het dan ook een écht goeie song zijn, zoals het eerder op de avond opgedolven en hoogst aanstekelijke Bitch? Het was trouwens één van de vele momenten waarin het gitaarspel van Keith Richards en de immer geïnspireerd uit de hoek komende Ron Wood harmonisch versmolten.
Euforie
Vanaf het op discobenen voorbij dansende Miss You, met Jagger op elektrische gitaar en een funky bassolo van Darryl Jones, was er geen houden meer aan. Het uitgesponnen Midnight Rambler, een bluesy shuffle waarin de zanger op smoelschuiver eer bewees aan Little Walter en een citaat uit Robert Johnsons Come On In My Kitchen verstopt zat, groeide uit tot een hoogtepunt. En uiteraard droegen publieksfavorieten als Paint it Black, Start Me Up, Jumpin’ Jack Flash of Gimme Shelter, met zangeres Sasha Allen in een sterrenrol, bij tot de algemene euforie. De twee bissen, Sympathy for the Devil en (I Can’t Get No) Satisfaction, waren voorspelbaar, maar klonken toch verre van routineus.
Goed, The Rolling Stones hadden er een elf man (vrouw/x…) sterk orkest voor nodig, maar ze waren in Brussel goed op dreef, hun classics bleven onweerstaanbaar en hun manifeste speelplezier gaf aan dat ook rockers van de derde leeftijd nog steeds hun mannetje kunnen staan. Volgens Keith Richards komt er binnenkort zelfs een nieuwe plaat van de groep: haar eerste met eigen materiaal sinds 2005. Of die nog iets essentieels aan haar oeuvre zal toevoegen is echter twijfelachtig. Na SIXTY is nu wel duidelijk dat de Stones zullen blijven toeren tot ze erbij neervallen. Als ze hun huidige vorm weten te behouden, kunnen ze dit ook nog wel op hun 85ste. Als je abstractie maakte van de commerciële en industriële aspecten van hun huidige tournee, kon je enkel vaststellen dat dit veertiende Belgische concert van The Rolling Stones één van de betere was. Maar de Street Fighting Men van weleer beperken zich voortaan wél tot kussengevechten.
DE SETLIST: Street Fighting Man / 19th Nervous Breakdown / Tumbling Dice / Bitch / Out of Time / Beast of Burden / You Can’t Always Get What You Want / Living in A Ghost Town / Honky Tonk Women / Slipping Away / Connection / Miss You / Midnight Rambler / Paint It Black / Start Me Up / Gimme Shelter / Jumpin’ Jack Flash // Sympathy For The Devil / (I Can’t Get No) Satisfaction.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier