Veel woorden moeten we niet vuilmaken aan de passage van Iggy Pop. Hij is op zijn 68ste nog steeds wilder dan het gros van de muziekwereld.
Zonder gezever springt (proto-)punkheld Iggy het podium op. ‘No Fun’, hij brengt het nog steeds op een heerlijk bijtende manier. De vervelingspose, inclusief dat typisch zagende toontje snijdt door merg en been. Als hij ook nog eens zijn leren jasje uitgooit en zijn verlepte borstkas laat dansen, kan dat rekenen op luid gejuich. U weet nu al: Iggy heeft nog touche. Hij en zijn groep winden er geen doekjes om en Iggy’s jezuspose – tel die ribben – verraadt de volgende topsong. Het dreigende ‘I wanna be your dog’ wordt ingezet. Nog steeds zijn drie akkoorden en een leadzanger die als een gek met zijn armen zwaait genoeg om een menigte mee te krijgen.
‘The Passenger’ is daarna aan de beurt. Dat het zijn bekendste nummer is, wordt nog maar eens duidelijk. Over generatiegrenzen heen begint iedereen mee te kelen. Iggy brengt het bijzonder rauw. Een woord als ‘kippenvel’, hij zou ermee lachen, maar het is op zijn plaats. Verveelde de ‘na na na’ bij de ‘Freed from desire’-cover van Oscar and the wolf al snel, Iggy mag zijn ‘la la la’ gerust nog een minuut langer aanhouden. Ook ‘Lust for life’ kan iedereen, inclusief de swagboys -en girls die aanvankelijk nog naar Nicki Minaj wilden, met gemak overtuigen.
De Blues Brothers-achtige riff van ‘Skull Ring’ – het enige nummer van na de millenniumwisseling – is verschroeiend, ‘Sweet 16’ kan rekenen op spontaan geklap en ‘Five foot one’ daagt het publiek uit. Hoewel dat ook kan liggen aan het feit dat koning Iggy voor een eerste keer de toeschouwers uitnodigt het podium te beklimmen en hem te – nou, nou, nou – fucken. Stonden er geen rotbarricades inclusief scheidingsmuur in het midden, u had ons ook zien rondspringen op de bühne.
Iggy deelde duidelijk die mening. I hate that shit in the middle! I want to be with you! Wat hem op de een of andere manier terug deed denken aan zijn verleden: I didn’t want to go to Vietnam. I wanted to stay at home, make love and fuck everyone. Like in 1969! Pats, de jaartalsong raast stante pede rond je hoofd. Iggy’s overslaande stem bij de laatste kreet van dat nummer kun je als teken van ouderdom interpreteren, maar wij zien het liever als extra laagje passie.
Na ‘Sister midnight’, een rustigere song waarbij meneer Pop de micro tegen de grond knalt en een beetje met zijn kruis speelt, gooit hij ‘Real wild child’ in je gezicht. Terloops scheldt hij de struise securitycowboy die net iets te hardhandig crowdsurfers ‘redt’ voor nazi uit en hitst het publiek tegen hem op. Hij baalt duidelijk wanneer de toeschouwers tussen de lijntjes blijven kleuren en braaf vóór het podium blijven staan. Dat zou kunnen verklaren waarom we wel al wildere dingen van Iggy gezien hebben.
Bij ‘Nightclubbing’, een vette knipoog naar saaie nachten die toch overdreven wilde instagram- en facebookfoto’s opleveren, neemt hij er een stoel bij. Omdat hij zo oud is? Of omdat hij een luis in de popcultuurpels is? Oh, isn’t it wild? ‘Some weird sin’, ‘Mass production’, ‘I’m bored’ en ‘Funtime’ plaveien de weg voor ‘Neighborhood threat’ en afsluiter ‘Down on the street’. Af en toe laat Iggy’s stem het bij de hogere noten afweten. Maar dat doet er niet toe. Iggy Pop is en blijft een instituut dat niet zuiver hoeft te zingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier