Na het debacle van Grace Jones, was het aan Goose om tijdens de eerste festivaldag van Cactus de meubelen te redden. En jawel, de Kortrijkse groep kweet zich uitstekend van haar taak. Haar show had dan ook méér van een overompelende bliksemaanval dan van een conventioneel concert.
“Who came here to party?”, vroeg frontman Mickael Karkousse, net voor Goose ‘Can’t Stop Me Now’ inzette. Het antwoord liet zich raden. Mocht iemand op dat moment een luchtfoto van het Minnewaterpark hebben gemaakt, dan waren er uitsluitend wild op en neer springende en met de armen molenwiekende toeschouwers op te zien.
Een concert van Goose staat dan ook garant voor opwinding en rauwe energie. Nummers als ‘United’, ‘Real’ en ‘Control’ hadden het effect van synthetische dansvloerbommen, die occasioneel herinnerden aan de al even explosieve electronic body music uit de beste jaren van Front 242. Toch heeft Goose een heel eigen, internationaal geluid dat steunt op donkere zangpartijen, pulserende synthesizers die afgaan als sirenes, striemende beats van live-drummer Bert Libeert en, wanneer de sterren juist staan, ook enkele scheurende gitaarriffs.
Zeggen dat de muziek van Goose in Brugge opzwepend klonk, is net zo overbodig als stellen dat de Sahel niet erg geschikt is voor landbouwdoeleinden. De lightshow was iets minder uitgekiend dan tijdens de zaalshows, maar dat neemt niet weg dat het West-Vlaamse gezelschap ook op dat gebied weinig aan het toeval overliet.
De klassieker ‘British Mode’, waarmee de set werd afgesloten, kwam dan ook veel te vroeg. Gelukkig gooide Goose er alsnog enkele extraatjes bovenop. Eerst het door stemvervormers gedomineerde ‘Words’, waarbij we het gevoel kregen dat het rave-tijdperk weer helemaal terug was, en tot slot de instrumentale publieksfavoriet ‘Synrise’. En zo eindigde dag één van Cactus toch nog in feestmodus. Want neem het van ons aan: Goose was een knaller van jewelste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier