Enkele postpunkbands deden de jaren tachtig herleven, terwijl indiecultfenomeen The Microphones op indrukwekkende wijze een samenvatting maakte van het verleden op deze laatste dag van het festival.
Sonic City maakte haar eclectische reputatie tijdens de eerste festivaldag waar, met een line-up die voor ieder wat wils bevatte, gaande van metal tot folk. Het nadeel was dat er moeilijk lijn te trekken viel in de uiteenlopende affiche en genreliefhebbers zich telkens tot enkele acts beperkt zagen. Hoewel de tweede dag van het festival nog altijd gevarieerd was, bleek rock te domineren door de vele postpunkbands die op de affiche stonden. Het programma deed zo wat denken aan de laatste editie van 2019.
Wakker worden
Eén zo’n beloftevol postpunkgroepje was het New Yorkse Gustaf (****), dat duidelijk zin had om de nog wat slaperige menigte wakker te schudden. De band toerde onlangs met de brulboeien van Idles en beschikt over bijna evenveel energie als die Britten. Frontvrouw Lydia Gammill mepte zichzelf geregeld in het gezicht terwijl ze haar half gesproken, half gezongen teksten declameerde en ook de rest van het vijftal was entertainend om naar te kijken. Zo zag achtergrondzangeres Tarra Thiesson er door haar kledij en slordige danspasjes uit als een aan lager wal geraakte cheerleader.
De groep kreeg het publiek goed mee en Gammill lastte slechts eenmaal een pauze in bij het voorlaatste, ietwat kalmere nummer, om een onduidelijke monoloog te houden. ‘Thank you for vibing with us’, besloot ze, waarna een enkeling de zaal uitliep. ‘Oh fine, then don’t!’ De band liet een willekeurige toeschouwer een laatste liedje aankondigen en eindigde abrupt met evenveel energie als ze begonnen was. Een eerste aangename verrassing.
Grindcore uit Kenia
De twee heren van Duma (**) brachten hele andere koek. Het duo komt uit Nairobi, Kenia, en specialiseert zich in industrial en cybergrind (een subgenre van grindcore). Wij waren alvast benieuwd naar de noise, geschreeuwde zang en geprogrammeerde drums. Helaas, de twee besloten de set aan te vangen met een langgerekte intro vol nietszeggende beats. Producer Sam Karuga was met zijn laptop bijna onzichtbaar achter de rook en het duurde bijzonder lang vooraleer frontman Khanja uiteindelijk in sweater met duivelshoorns het podium opkwam.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Zelfs toen barstte de show niet meteen los. Te weinig goede ritmes, te weinig melodie (nu ja) om naar te luisteren. Gelukkig bleek de band het beste materiaal voor de tweede helft bewaard te hebben. Het publiek kreeg de smaak te pakken en begon te headbangen toen Karuga eindelijk wat echt stevige baslijnen inzette. Khanja bleef zich de ziel uit het lijf schreeuwen, maar danste nu ook bezeten over het podium. Tussen de nummers door sprak hij uitgebreid zijn dank uit aan het publiek. Dat had de zaal echter voor een groot stuk verlaten. Duma wist zich ondanks een haperende start te herpakken, helaas te laat in de set.
Poëzie en Britse humor
De Britten van Yard Act (****) zijn nog zo’n beloftevolle postpunkband, al hebben ze in tegenstelling tot Gustaf nog geen enkel album op zak. De vooruitgeschoven singles worden echter al behoorlijk gestreamd en enkele fans bleken de teksten zelfs te kunnen meebrullen. De band lijkt misschien het nieuwste snoepje te zullen worden in de postpunkgolf die nog steeds voortrolt in het Verenigd Koninkrijk. Drie groepsleden zetten een opvallend aanstekelijke groove in zonder frontman James Smith, en toen hij uiteindelijk het podium betrad, deed hij dat met zwier.
Smith lijkt qua uiterlijk, zangstijl en maniertjes sterk op Jarvis Cocker van Pulp en beschikt op het eerste zicht over even veel charisma. De frontman verkondigde zijn teksten als een prediker, droeg tussen de nummers in poëzie voor – waarbij hij zichzelf geregeld onderbrak om luidop te mijmeren – en liet het publiek stukken van de setlist bepalen. Ook zijn verhaal over pindanootjes hadden wij voor geen geld willen missen. De man slaagde er verder bijna eigenhandig in de West- en Oost-Vlamingen in de zaal tegen elkaar op te zetten. Die Britten toch. Of de plaat even goed zal zijn kunnen we niet zeggen, maar met de podiumprésence en humor zit het alvast uitstekend.
Wegdromen
Na al die energie was het tijd voor wat meditatie en bezinning, en dat leverden de heren van Bohren & der Club of Gore (***) ons. Bijzonder moeilijk te onthouden, zo’n lange naam, maar het past wel bij een groep die zichzelf blijkbaar graag wegcijfert. Zo uitbundig als Yard Act het podium opkwam, zo onzichtbaar en verlegen leek het Duitse viertal wel, hoewel het kwartet al twintig jaar meegaat. Misschien kwam het door de lange coronapauze, want de band speelde nog maar voor de derde keer materiaal van recentste plaat Patchouli Blue.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Bohren specialiseert zich in zogenaamde dark jazz (Wij noemen het stiekem gewoon David Lynchmuziek) en wist onmiddellijk een sterke sfeer neer te zetten. De interactie met het publiek bleef tot een minimum beperkt, maar dat stoorde niet echt dankzij de rustgevende sax van Christoph Clöser en de spaarzaam maar effectief ingezette glockenspiel en atmosferische synths. Soms vervaagde echter de grens tussen meditatief en saai. Voor het laatste nummer bedankte Clöser op stamelende wijze het publiek, waarna hij iets mompelde over opletten voor bedorven kippenvlees. Het avondeten zal de man niet bekomen zijn. Ontwapenend en grappig, en het ontlokte het publiek een lach.
Ouderwetse experimenteerdrang
Slumberland (***) is het project van de Belg Jochem Baelus, die er met zijn pet en baard dan wel een beetje uitziet als een zeekapitein, maar eigenlijk stiekem een uitvinder is. De man experimenteert graag met analoge, zelfgemaakte instrumenten en liet zich voor dit optreden bijstaan door de 63-jarige Russische zangeres Sainkho Namtchylak. Zij groeide op in de grensstreek rond Mongolië en heeft duidelijk een hoek af. Wij wisten niet meteen of dat op een goede manier was.
Namtchylak droeg namelijk een vinylplaat op haar hoofd, trok heel de tijd bijzonder expressieve gezichten en zong op een nogal speciale manier. ‘Ze klinkt alsof ze op het wc zit’, hoorden wij iemand zeggen, en wij bekennen tot onze scha en schande dat we vijf minuten de slappe lach kregen. Onterecht, realiseerden wij algauw, want het ging hier natuurlijk om een variant van Mongoolse keelzang. Wij raakten halverwege de set dan ook onwillekeurig geabsorbeerd door het eigen universum dat de twee hier wisten op te bouwen. Een mooi eigen hypnotiserend geluid, ondanks de krautrockinvloeden die af en toe voorbijkwamen.
Gimmicks
Hypnose, allemaal goed en wel, maar soms wil een mens gewoon dansen. De electropunkers van Snapped Ankles (***) leken alvast goed op weg iedereen gebroken enkels te bezorgen toen ze aan hun set begonnen. Ook onze voeten waren goed mee. Dat kwam deels door de frontman, die niet aarzelde onmiddellijk het publiek in te trekken, en deels door de gimmicky kledij van de bandleden, die overalls aanhadden en pruiken en gezichtsmaskers droegen. Alleen de drummer bediende zich van een nylonkous over het hoofd – begrijpelijk gezien de warmte.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De set zakte echter vrij snel in elkaar en het publiek, dat eerst enthousiast meedeed, verloor vlug stoom. Wij wijten het aan de liedjes die niet altijd even sterk waren, maar ook aan de frontman, die achter zijn vermomming wat zenuwachtig leek en iets te opvallend klonk als het zwakkere broertje van James Murphy van LCD Soundsystem. Melodieën of hooks bespeurden wij ook amper. Gelukkig herpakten de heren zich in de tweede helft van de set weer met sterker materiaal, zodat er uiteindelijk toch nog een bescheiden feestje kon opgebouwd worden.
Rustig zelfvertrouwen
En toen was het de beurt aan de legendarische indiefolkband The Microphones (****) om deze editie van Sonic City af te sluiten. De band is eigenlijk het project van veertiger Phil Elverum, tevens de bezieler achter Mount Eerie, en werd onlangs na een pauze van zeventien jaar vanonder het stof gehaald. Elverum is met zijn fragiele stem en rammelende gitaarwerk niet de beste zanger of muzikant, maar is al meer dan twintig jaar een culticoon door consistent zonder pretentie zijn eigen ding te blijven doen. Het maakt zijn muziek naast herkenbaar ook bijzonder intiem.
De beste man bevestigde zijn reputatie alvast meteen door gekleed in een roze trui en witte broek zelf zijn soundcheck te doen, en eenmaal de show begon aan te kondigen dat hij één lied zou spelen van drie kwartier – een integrale uitvoering van zijn laatste conceptalbum, Microphones in 2020. Een album dat in België overigens niet fysiek verkrijgbaar is en alleen op YouTube te streamen valt. Elverum sloeg rustig zijn akkoorden aan en liet zich alleen bijstaan door een enkele muzikant met elektrische gitaar, terwijl hij een halve roman uit het hoofd zong over zijn levenservaringen. Rode draad: de vergankelijkheid van het leven en hoe belangrijk het is in het heden te leven.
Het getuigt van zijn stille en kwetsbare charisma dat de man het publiek muisstil kreeg en ons enkele keren een brok in de keel bezorgde. De enige afwisseling in het gitaarspel was de overstuurde bas die hij af en toe in de muziek stak om zijn verhaal kracht bij te zetten. Zo emuleerde hij onder meer het geluid van de beukende golven. Voor sommigen was The Microphones wellicht slaapverwekkend, maar wij waren helemaal mee. ‘Each moment is a new collapsing building / Nothing is true / But this trembling laughing in the wind.’ Eén van de laatste zinnen van Elverum en het vatte de festivalervaring mooi samen. Deze tweede festivaldag van Sonic City bevatte mooie momenten en was sterker dan de wisselvallige eerste dag. Op naar volgend jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier