Depeche Mode in het Sportpaleis: hoe een groep in ademnood haar vitaliteit terugvond
Artiest - Depeche Mode
Datum - 20/05/2023
Locatie - Sportpaleis Antwerpen
Het voortbestaan van Depeche Mode heeft aan een zijden draadje gehangen, maar onlangs kwam er met Memento Mori dan toch een voortreffelijke nieuwe plaat en is de groep aan een wereldtournee begonnen, waarbij ze niet minder dan 45 arena’s aandoet. In Antwerpen werd het gezelschap uit Basildon alvast bijzonder warm ontvangen.
HET CONCERT: Depeche Mode in het Sportpaleis, Antwerpen, op 20/5.
IN EEN ZIN: Ondanks enkele zwakke momenten kwam Depeche Mode op het podium over het algemeen energiek en overtuigend uit de hoek.
HOOGTEPUNTEN: Wagging Tongue, Walking In My Shoes, It’s No Good, In Your Room, Ghosts Again, John the Revelator, Enjoy the Silence, Personal Jesus.
DIEPTEPUNTEN: A Pain that I’m Used To, Wrong, A Question of Lust.
QUOTE: Er werden geen belangwekkende mededelingen gedaan.
En toen waren er nog twee. Sinds Andy Fletcher op 26 mei vorig jaar onverwachts door een hartaanval werd geveld, is het de taak van overblijvers Dave Gahan en Martin Gore om het schip drijvend te houden. Om de centen hoeven de heren het, na meer dan veertig jaar, niet echt meer te doen: hun populariteit blijft, getuige de geestdriftige reacties in een tot de nok gevuld Sportpaleis, onaangetast.
Maar een nieuwe langspeler betekent telkens ook een uitputtende monstertournee. Vooral frontman Gahan twijfelde eraan of hij de machine nog een keer wilde aanzwengelen. Tenslotte werden de sessies van de vorige Depeche Mode-plaat, Spirit, al regelmatig ontsierd door interne spanningen tussen hem en multi-instrumentalist Gore. Het muzikale aandeel van Fletcher mag dan niet zo groot zijn geweest, hij vormde wél het cement tussen de zanger en de voornaamste songschrijver van de groep. Ironisch genoeg bracht zijn dood de twee tegenpolen echter dichter bij elkaar. Het resultaat? Memento Mori, de onlangs verschenen vijftiende langspeler van Depeche Mode en met gemak zijn beste sinds Ultra uit 1997. De songs, over isolement, vervreemding en vergankelijkheid, zijn doordrenkt van melancholie, maar klinken tegelijk rijk en elegant.
Memento Mori, latijn voor ‘vergeet niet dat je moet sterven’, is een uitdrukking die in het oude Rome werd gebruikt om de triomf van krijgsheren op het slagveld te relativeren en hen tot bescheidenheid en nederigheid aan te zetten. ‘Maak het beste van de tijd die je op aarde krijgt toegemeten’, raden de leden van Depeche Mode hun fans aan. ‘Want voor je het weet ga je ‘Fletch’ achterna’. Toch is de nieuwe lp geen in memoriam: uit recente interviews blijkt dat de meeste songs al waren geschreven vóór het derde lid van Depeche Mode dit ondermaanse verliet. De sfeer van de lockdowns tijdens de pandemie hebben op hun jongste werkstuk dus minstens evenveel invloed gehad.
Pioniers
Sinds zijn ontstaan in 1980 heeft Depeche Mode een lange weg afgelegd. Zijn met synths en sequencers geconstrueerde elektropop werd door het rockpubliek aanvankelijk niet bepaald ernstig genomen. Toen de band in 1985 voor het eerst op het podium van het dubbelfestival Rock Werchter mocht aantreden waren het dédain en de verontwaardiging groot. Een Vlaamse journalist had het zelfs consequent over Pêche Démodée. Weinigen hadden toen durven te voorspellen dat de groep vier decennia later nog altijd actief zou zijn en dat zelfs Johnny Cash ooit één van haar songs zou opnemen. Vandaag gelden de heren van Depeche Mode als elektropioniers die het experiment niet uit de weg gaan en wel degelijk tot compositorische diepgang in staat zijn.
In het Sportpaleis lieten de twee kernleden zich bijstaan door drummer Christian Eigner en synthspeler/bassist Peter Gordeno voor een set van 23 nummers die de hele carrière van de groep bestreek. Daarbij viel op dat de langspelers van het voorbije decennium, Delta Machine en Spirit, ongemoeid werden gelaten, maar dat wél meermaals naar de eighties werd afgedaald. Uit de nieuwe plaat had slechts een handvol songs de eindselectie gehaald, waaronder opener My Cosmos is Mine (vervormde stem, knarsende industriële beats) en het door Dave Gahan en Martin Gore tweestemmig gezongen Wagging Tongue, dat werd geschreven als reactie op de dood van Mark Lanegan.
Met sterke nummers uit Songs of Faith and Devotion (een fors aangezet Walking In My Shoes, een stevig rockend In Your Room, met een prachtige gitaarsolo van Martin Gore, die afwisselend de klavieren en de snaren beroerde) en Ultra (het catchy It’s No Good en het traag voortschrijdende Sister of Night) zette Depeche Mode meteen de puntjes op de i. Hier stond een band op het podium die duidelijk nog niets van zijn relevantie had verloren.
Uiteraard stonden er ook enkele oude hits op het menu. Toen het veertig jaar oude Everything Counts werd ingezet en Dave Gahan vanaf de catwalk de toeschouwers opjutte, kreeg hij moeiteloos het hele Sportpaleis aan het zingen. Dat was later trouwens ook het geval tijdens I Feel You. Martin Gore, in zijn eentje verantwoordelijk voor bijna alle classics van Depeche Mode is ontegensprekelijk het muzikale brein van het gezelschap, maar Dave Gahan is wél de meest overtuigende zanger. Dat werd duidelijk toen Gore twee keer de microfoon mocht overnemen: eerst tijdens A Question of Lust en daarna in het nieuwe Soul With Me. In het laatstgenoemde, een torch song die in de zaal prompt enkele honderden telefoonlichtjes deed aanfloepen, ontpopte hij zich, enkel met wat rudimentaire pianobegeleiding, als een fifties crooner, maar dat deed hij met iets meer pathos dan bovengetekende wenselijk vond.
Euforisch
Veel sterker was Ghosts Again, één van de nieuwe nummers die Martin Gore onlangs samen met Richard Butler van Psychedelic Furs op papier zette. Daarna zakte de set helaas een beetje in, met weinig tot de verbeelding sprekende oldies als A Pain That I’m Used To en Wrong, terwijl de groep prima songs uit haar jongste plaat zoals Caroline’s Monkey of Before We Drown vreemd genoeg onaangeroerd liet. Met Stripped, waarbij de nadruk lag op knallende beats, het tussen rock, blues en gospel zwalkende John the Revelator en het onverslijtbare Enjoy the Silence, zorgde Depeche Mode echter voor een ijzersterke finale die door de aanwezigen op euforische reacties werd onthaald.
Tijdens de eerste toegift, stonden Dave Gahan en Martin Gore broederlijk naast elkaar op het uiterste randje van de catwalk en manifesteerden ze zich in Waiting for the Night als een moderne versie van The Everly Brothers. Met Just Can’t Get Enough uit 1981 waagden de heren zich, tot groot jolijt van hun fans, aan een anachronistisch feestje, maar eigenlijk viel die oude teenybopperhit tussen het recentere materiaal van Depeche Mode totaal uit de toon. Gelukkig volgde daarna en trefzeker slotsalvo met Never Let Me Down Again en, vooral, Personal Jesus, waarin Gore zijn stekeligste gitaarriffs boven haalde.
Het pleit voor Gore en Gahan dat ze, in tegenstelling tot veel van hun collega’s, met het oog op hun tournee geen batterij extra muzikanten lieten aanrukken en dat hun show, met uitgekiende belichting en smaakvolle visuals, nergens protserig aandeed. Zeker, er waren enkele zwakke momenten, maar al bij al kwam Depeche Mode na al die jaren nog steeds behoorlijk vitaal en overtuigend uit de hoek. Er zijn niet veel van hun generatiegenoten die dat kunnen zeggen.
DE SETLIST: My Cosmos is Mine / Wagging Tongue / Walking in My Shoes / It’s No Good / Sister of Night / In Your Room / Everything Counts / Precious / Speak to Me / A Question of Lust / Soul With Me / Ghosts Again / I Feel You / A PAin That I’m Used To / World in My Eyes / Wrong / Stripped / John the Revelator / Enjoy the Silence // Waiting for the Night / Just Can’t Get Enough / Never Let Me Down Again / Personal Jesus.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier