De Australische heldin van de slackerrock schipperde in de AB anderhalf uur lang tussen dromerige gitaarriedeltjes en luide rock-‘n-roll, al blijft Barnett op haar best met het gaspedaal volledig ingedrukt.
Het gaat snel voor Courtney Barnett. De 30-jarige singer-songwriter uit Melbourne schreef in vijf jaar tijd een opmerkelijke discografie bij elkaar. Na twee beloftevolle ep’s werd haar debuutplaat Sometimes I Sit and Think, and Sometimes I Just Sit in 2015 wereldwijd onthaald met lovende kritieken, en vorig jaar hokte ze samen met indieheld Kurt Vile op het uitstekende Lotta Sea Lice.
Courtney Barnett heeft de songs, het spelplezier en de nonchalante attitude die de nineties groot hebben gemaakt.
De opvolger voor haar debuut, Tell Me How You Really Feel, geeft ons de bevestiging die we nauwelijks nog nodig hadden en toont daarnaast een kwetsbare Barnett, die in het album van de bevestiging haar twijfels en angsten open en bloot op tafel legt. Muzikaal serveert ze een collectie goed uitgedokterde rock-‘n-rollsongs in de traditie van The Breeders en Nirvana.
Dat ze trots is op haar nieuwe worp, bleek woensdag tijdens haar passage in de AB, waar zo goed als de hele nieuwe plaat de revue passeerde. Een terechte blijk van zelfvertrouwen: het drieluik City Looks Pretty, Charity en Need A Little Time toont meteen de beste Barnett. Ongemeen catchy refreinen, twangy gitaren en een portie nonchalance die de songs misschien niet altijd even strak in het gareel houdt, maar wel aanstekelijk werkt.
Depreston was een kippenvelmoment dat in de AB uitmondde in een meezinger van jewelste, terwijl Barnett en co tijdens Avant Gardener, naast de vetste baslijn van de avond, ook hun innerlijke Pavement boven haalden. Barnett hoeft dus niet te knallen om indruk te maken, al zien we haar toch het liefst bezig wanneer ze het gaspedaal ongegeneerd indrukt.
De onversneden rock-‘n-roll van Elevator Operator kreeg het publiek aan het dansen met gitaarriffs waar The Rolling Stones graag mee aan de slag zouden gaan en I’m Not Your Mother, I’m Not Your Bitch kwam aan als een slag in het gezicht. Pas echt op kruissnelheid kwam Barnett met het gruizige Pedestrian At Best, de song die duidelijk maakt dat nonchalante, luidruchtige gitaren een kunst op zich zijn.
Veel steken lieten Barnett en co niet vallen, al strompelde het tragere werk zoals Walkin’ On Eggshells en Don’t Apply Compression Gently doelloos vooruit. Charmante songs, maar met te veel slordigheden om anderhalf uur hetzelfde strakke tempo aan te houden. Al is Barnett dat aan niemand verplicht: ze heeft de songs, het spelplezier en de nonchalante attitude die de nineties groot hebben gemaakt. Voor een gladgestreken kunststukje bent u bij haar aan het foute adres, en dat is maar goed ook.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier