Elf jaar was het al geleden sinds de Amerikaanse Counting Crows nog eens een langspeler hadden uitgebracht. Maar met het in mei verschenen Butter Miracle, The Complete Sweets! eisen ze weer een plekje in de schijnwerpers op. Daar zijn vooral hun fans erg blij mee, want het Brusselse concert van de band was helemaal uitverkocht.
In zekere zin zijn Counting Crows altijd al buitenbeentjes geweest. De groep uit de Bay Area van San Francisco werd opgericht in volle grunge-periode. Alleen had haar sound veel meer gemeen met die van roots-artiesten als The Band, Van Morrison of John Mellencamp, dan met, pakweg, Nirvana. Het neemt niet weg dat het gezelschap rond zanger Adam Duritz in de voorbije drie decennia meer dan twintig miljoen platen heeft verkocht en dat zijn klassieke folkrock zonder al te veel moeite de tand des tijds heeft doorstaan.
Vooral August and Everything After, waarmee de Crows in 1993 met de hulp van de onvolprezen T Bone Burnett debuteerden, staat nog altijd als een huis. De zeven lp’s die zouden volgen waren soms een beetje wisselvallig van kwaliteit: het ene moment klonken ze briljant, het andere vrij doorsnee. Niettemin wisten de muzikanten telkens wél enkele nieuwe hoogtepunten aan hun oeuvre toe te voegen. De grote troef én de achilleshiel van Counting Crows is frontman en tekstschrijver Adam Duritz, die aan hun songs een fikse dosis intensiteit toevoegt, maar met zijn getormenteerde voordracht ook niet wars is van overacting.
In de loop der jaren begon het gewicht van het sterrendom steeds zwaarder op zijn schouders te drukken. Hij kreeg de ene zenuwinzinking na de andere, raakte mentaal en fysiek opgebrand en na Somewhere Under Wonderland uit 2014 richtte hij zijn aandacht vooral op het maken van podcasts en het produceren van wijn. Die verandering van milieu en de keuze voor een privéleven heeft de Crows echter duidelijk goed gedaan. Nu hun kinderen zo goed als allemaal het huis uit zijn, staan de bandleden te popelen om zich weer helemaal op de muziek te storten.
Theatraal
Oké, de comeback verliep aanvankelijk een beetje aarzelend, want de helft van de nieuwe plaat van Counting Crows bestaat uit een suite die vier jaar geleden al als ep uitkwam. Op Butter Miracle: The Complete Sweets! wordt die nu, in een lichtjes herwerkte versie, aangevuld met vijf nieuwe songs. Ook vandaag worden jubelende maar potige rockers weer afgewisseld met gevoelige ballads, maar wat tijdens het concert in het Koninklijk Circus vooral opviel is dat Counting Crows (bijvoorbeeld in If I Could Give All My Love_or_Richard Manuel is Dead) almaar meer op de E Street Band beginnen te lijken.
Anno 2025 presenteren de Californiërs zich als een uit de kluiten gewassen septet, waarin de toetsenpartjen van Charles Gillingham beurtelings geïnspireerd lijken door Roy Bittan en Danny Federici. Het gitaarwerk van David Bryson en Dan Vickrey klonk afwisselend snijdend en subtiel, al ging in het snarendepartement de aandacht toch vooral naar David ‘Immy’ Immerglück, een behendige veteraan die zijn sporen ooit verdiende bij Camper Van Beethoven en John Hiatt, vanaf het prille begin als sessiemuzikant bij Counting Crows betrokken was en in 1999 een permanente plek vond in het kraaiennest. In Brussel kleurde hij de songs occasioneel bij met mandoline en pedal steel.
Vanaf opener Spaceman in Tulsa werd duidelijk dat all-round sympathieke peer Adam Duritz , 61 inmiddels en gehuld in een Badfinger T-shirt, zich op het podium weer als een vis in het water voelt. Hij is iemand die de theatraliteit niet schuwt en zijn verhalende songs haast letterlijk acteert. Doorbraakhit Mr. Jones uit 1993 werd na tien minuten al op het publiek losgelaten en ook classics zoals Rain King en het met accordeon versierde Omaha zorgden in de zaal voor extatische taferelen. De Crows plukten uit al hun platen, wat voor de toeschouwers meteen een feest van herkenning opleverde. Met Hard Candy, Miami en Washington Square gaf de groep te kennen dat haar organische, half elektrische, half akoestische Americanasound intact is gebleven.
Eigenlijk was het wel passend dat Counting Crows in Brussel de herfst kwamen inluiden. Hun warme, sepiakleurige songs zijn nog altijd vrij van ironie. Adam Duritz snikte zich haast letterlijk een weg door het nieuwe Virginia Through the Rain en ook druilerige ballads als Colorblind en Round Here werkten op de traanklieren. Met het oog op A Long December kreeg de zanger een buffetpiano voorgereden. Iets rustelozer ging het toe in With Love, From A-Z, waarin Duritz vertelde over hoe hij, als kind, met zijn familie, in een aftandse Oldsmobile van Boston naar Texas reisde en onder de indruk raakte van het weidse Amerikaanse landschap. ‘Deze song vat mijn leven keurig samen’, meldde hij.
Het concert in Brussel was het eerste van de Europese tournee en daarbij viel op dat Counting Crows hun set, na de shows in de VS, om onduidelijke redenen met drie nummers hadden ingekort. Bijgevolg kwamen de covers van Taylor Swift en Jackson C. Frank te vervallen (enkel Big Yellow Taxi van Joni Mitchell bleef over) en sneuvelden ook twee songs uit de nieuwe lp. De avond eindigde echter even veerkrachtig als swingend met Hanginaround en met het van een fraaie slide-interventie voorziene Holiday in Spain.
Al bij al was er bij Counting Crows weinig nieuws onder de zon. De groep voegde niets wezenlijks of verrassends toe aan wat we al kenden en gaf weliswaar een voortreffelijk concert, maar u had het net zo goed vijfentwintig jaar geleden mee kunnen maken. Klonk het daarom gedateerd? Dat is voor discussie vatbaar. Zelf zijn we eerder geneigd voor tijdloos te kiezen. Want zoals Neil Young ons ooit al inpeperde: ‘every wave is new until it breaks’.
DE SETLIST: Spaceman in Tulsa / Hard Candy / Mr. Jones / Virginia Through the Rain / Omaha / If I Could Give You All My Love_or_Richard Manuel is Dead / With Love, From A-Z / Miami / Colorblind / Washington Square / Big Yellow Taxi / Round Here / A Long December / Rain King // Hanginaround / Holiday in Spain.