Artiest - Bob Dylan
Datum - 29/10/2024
Locatie - Lotto Arena
The Times They Are-A Changin’, bezwoer Bob Dylan ons zestig jaar geleden. Wie had toen kunnen denken dat de man op zijn 83ste nog altijd op het podium zou staan? Voor de centen hoeft hij het niet meer te doen, dus als hij net nog eens de Lotto Arena aandeed, was dat wellicht omdat hij zich anders toch maar zou vervelen. Of het een goed concert was? Dat hing vooral van uw verwachtingen af.
Dylan is zowel een icoon als een mysterie. Niemand weet precies wat hem drijft of wat hij denkt. Zeker, de man heeft een imposante songcatalogus bij elkaar geschreven en behoort zonder twijfel tot de grootste songwriters van de afgelopen eeuw. Zijn oeuvre heeft een hoog literair gehalte, wat hem in 2016 zelfs een nobelprijs opleverde. De Amerikaan maakte de wereld duidelijk dat je over ieder denkbaar onderwerp een lied kunt schrijven en zorgde er eigenhandig voor dat rockmuziek een volwassen medium werd. Zijn belang valt dus nauwelijks te overschatten.
Alleen beschikt hij over een schare die-hard-volgelingen die hem haast goddelijke kwaliteiten toedichten en hardnekkig in zijn onfeilbaarheid geloven. Die Bobbies en Bobettes beginnen al meteen te steigeren bij de minste zweem van kritiek op hun held, terwijl Bob Dylan wel degelijk een gewone sterveling is, die zijn haar verft en, zoals iedereen van zijn leeftijd, last heeft van ouderdomskwaaltjes. Dat hij de jongste jaren nog nauwelijks gitaar speelt en zich tijdens concerten systematisch achter een piano verschanst, is gewoon een gevolg van artrose in zijn vingers. En dat zijn stem tegenwoordig knarst als een oude, roestige locomotief, ligt gewoon aan het feit dat hij heeft gelééfd.
Zoals Dylan vier jaar geleden aangaf op zijn jongste werkstuk Rough and Rowdy Ways, is niets menselijks hem vreemd. De plaat is tot op zekere hoogte een zelfportret: ‘I’m a man of contradictions / I’m a man of many moods / I contain multitudes’, noteerde hij. Maar tegelijk voegde de man, die aangaf geen valse profeet te zijn, eraan toe dat hij ‘first among equals’ was, en ‘second to none’. De artiest woont trouwens op dezelfde wereld als u en ik, getuige de vele cultuurhistorische referenties in zijn teksten, van William Blake tot Edgar Allan Poe, van Marlon Brando tot Al Pacino, van Beethoven tot The Rolling Stones en van Julius Caesar tot de Trojaanse Oorlogen. Maar tegelijk stelt Bob Dylan zich nederig en kwetsbaar op. In het licht van zijn eigen sterfelijkheid, meldt hij: ‘I hope that the Gods go easy with me’. En ook al is hij niet langer de evangelist uit zijn controversiële Born Again Christian-periode, hij verwijst in zijn songs nog steeds naar ‘the city of Gods’ en ‘Judgement day’. Of zoals hij zingt in Goodbye Jimmy Reed: ‘Give me that old time religion / That’s just what I need’.
Testament
Sommigen lezen in Rough and Rowdy Ways een soort testament. Het zou kunnen verklaren waarom de songs uit die lp tijdens Dylans optredens ook vandaag nog steeds de rode draad vormen. Net als twee jaar geleden in Vorst-Nationaal kwam de plaat nagenoeg integraal voorbij. Waar de zanger vroeger regelmatig wist te verrassen, speelt hij tijdens zijn huidige tournee avond na avond precies dezelfde set van zeventien nummers. Maar kun je het hem kwalijk nemen dat hij op zijn oude dag op veilig speelt? Op vier songs na serveerde Bob Dylan precies hetzelfde concert als in Brussel, al klonken de arrangementen enigszins anders omdat De Meester intussen zijn band had herschikt. Geen viool of accordeon dit keer, maar twee gitaristen, een bassist en de legendarische Jim Keltner op drums. Het relatief recente materiaal werd afgewisseld met enkele classics al moeten we meteen opmerken dat die, in de versies die we in Antwerpen te horen kregen, wellicht nooit een onsterfelijke status zouden hebben verworven.
De avond werd ingezet met All Along the Watchtower, waarin The Great White Wonder warempel nog eens de snaren beroerde. De rest van de set zou hij echter rechtstaand achter zijn ‘baby grand’ afwerken. Dylan hamerde met zichbaar plezier op het klavier, maar zijn zangpartijen klonken weer opvallend toonloos en onverschillig. Hij reciteerde vaker dan hij zong. Eigenlijk had zijn set veel weg van een spoken word performance, waarbij hij zoveel mogelijk woorden in de daartoe bestemde maat probeerde te proppen. De melodie leek daarbij een verre bijgedachte. Nog een geluk dat we af en toe een flard tekst herkenden, want wat Bob Dylan uitspookte met It Ain’t Me, Babe of het vingerknippende To Be Alone With You leek meer op neuzelen dan op zingen. Deconstructie als levenshouding? De vraag stellen is ze beantwoorden.
De band speelde functioneel maar smaakvol, waardoor we een versneld Desolation Row en een niet kapot te krijgen It’s All Over Now, Baby Blue nog net het voordeel van de twijfel gunden. When I Paint My Masterpiece steunde op een knap gitaarmotiefje, maar als pianist gedroeg Bob Dylan zich als een hond in een kegelspel. Hij keek niet op een valse noot meer of minder (ook niet op de momenten dat hij zijn smoelschuiver bovenhaalde) en leek niet zelden aan een ander tempo te spelen dan de overige muzikanten. Tijdens het op Chicago Blues geënte Crossing the Rubicon attaqueerde hij de toetsen met zoveel energie dat hij zijn gezellen bijna van het podium speelde. Alleen het gedreven Watching the River Flow, oorsprokelijk het resultaat van een sessie met wijlen Leon Russell werd nagenoeg foutloos afgewerkt.
Afgemeten
De nummers uit Rough and Rowdy Ways kwamen, alles wel beschouwd, nog het best uit de verf, omdat Dylans vocale beperkingen daar het minst opvielen. My Own Version of You, waarin de artiest zich afwisselend opstelde als God en Dokter Frankenstein, het walsje I’ve Made Up My Mind to Give Myself to You, Mother of Muses, Key West, allemaal werden ze afgemeten en gespeeld met een gevoel dat elders ontbrak. En ook al klonk False Prophet als doordeweekse pubrock en was Goodbye Jimmy Reed een bluesshuffle van dertien-in-een-dozijn, die nummers gaven tenminste blijk van vitaliteit.
De avond einigde met wat, althans op papier, een hoogtepunt beloofde te worden, want Every Grain of Sand behoort tot de mooiste songs die Bob Dylan ooit aan het papier toevertrouwde. Het nummer was versierd met prachtig gitaarwerk, maar Bobbejaan vergat het domweg te zingen. En zo werd het een avond die door de één als geniaal werd bestempeld en door de ander op tandengeknars werd onthaald. Natuurlijk is het Dylans goed recht met zijn werk te doen wat hij zelf wil. Maar het is ook ons goed recht daar niet bijster enthousiast van te worden.
Is Meneer Zimmerman echt toondoof, of deed hij het maar om ons te jennen? Veel voer voor discussie dus, achteraf aan de toog. Al zouden we zijn platen voor geen goud willen missen.
DE SETLIST: All Along the Watchtower / It Ain’t Me, Babe / I Contain Multitudes / False Prophet / When I Paint My Masterpiece / Black Rider / My Own Version of You / To Be Alone With You / Crossing the Rubicon / Desolation Row / Key West (Philosopher Pirate) / It’s All Over Now, Baby Blue / I’ve Made Up My Mind to Give Myself to You / Watching the River Flow / Mother of Muses / Goodbye Jimmy Reed / Every Grain of Sand.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier