‘The Hum’ is geen bommetje, maar het solodebuut van James Ellis Ford tekent wel serene rimpels op het water

3 / 5
© National
3 / 5

Titel - The Hum

Artiest - James Ellis Ford

Streamtips - I Never Wanted Anything

Genre - Artpop

Label - Warp

James Ford: een grote naam die altijd klein stond gedrukt. Midlifewendingen dreven de producer van Arctic Monkeys alsnog naar het solopad.

Gedurende zijn ruim twintigjarige muzikale loopbaan heeft James Ellis Ford alleen maar samengewerkt. Eerst in de artpopgroep Simian – in 2000 opgericht aan de universiteit van Manchester – en later met de electro-afsplitsing Simian Mobile Disco. Nadien zat hij achter de knoppen bij Arctic Monkeys, Depeche Mode, Gorillaz, Kylie Minogue en Shame en klom zijn naam almaar hoger op de ‘hot producers’-lijst.

Nochtans: Ford is geen tafelspringer met een uit duizenden herkenbare sound. Wel schenkt zijn affiniteit met zowel techno, rock als pop hem een breed palet dat hij nederig ten dienste van zijn opdrachtgevers stelt.

Ondanks zijn goedgevulde simkaart maakte Ford van The Hum een pure soloplaat. In zijn thuisstudio boog hij zich onder meer over tenorsax, basklarinet, fluit, cello en vibrafoon, naast analoge en modulaire synths en de conventionele bas, gitaar en – om zijn basisinstrument ook maar te noemen – drums. Als klap op de vuurpijl vond de bescheiden Brit dat hij dan ook maar voor het eerst zelf moest zingen.

Aan de grondslag van de plaat liggen zowel Fords vaderschap (dat zes jaar geleden begon) als de zeldzame mergbeenziekte die bij zijn Simian Mobile Disco-kompaan Jas Shaw werd vastgesteld. Huiselijkheid en harmonie, maar ook reflectie en sterfelijkheidsbesef vormen zo de bloedbanen waardoor Ford pastorale pastelprog, fidele ambient en veelgelaagde artpop laat pulseren.

De Brian Eno van Another Green World is een voor de hand liggende toetssteen. Zeker wanneer Ford in I Never Wanted Anything de zangstijl en het timbre van zijn leermeester perfect benadert. Maar hij heeft ook een geloofwaardige Robert Wyatt in de keel, leren we uit Golden Hour en het afsluitende slaapliedje Closing Time (dat trouwens de helft van de beginmelodie van de soap Neighbours afknabbelt).

© National

De al te grote gezapigheid waarop The Hum na vier nummers lijkt af te stevenen, wordt een eerste keer doorbroken met de op een Can-beat stuiterende, Midden-Oosterse funk van The Yips. Ook de zompige, psychedelische blazersgroove van Caterpillar en de minimalistische Philip Glass-etude van het titelnummer trekken op de juiste momenten je aandacht.

The Hum is geen bommetje, maar tekent wel aangename, serene rimpels op het water.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content