Prince in Gent: Too many hits

© Koen Keppens

Prince. In Gent. Niet in Flanders Expo of een andere uit staal en gewapend beton opgetrokken schuilkelder, maar in open lucht. Op een historisch plein. In het stadscentrum. Een plein dat minstens zes keer in de wei van Werchter past, één van de recentere haltes van zijne hoogheid in ons land. Dit moest en zou een speciale avond worden.

Anderhalf uur duurde het voor alle tickets voor het eerste aangekondigde concert van Prince de deur uit waren, en ook al liep het voor de extra, tweede datum niet even hysterisch storm, toch is het straf dat we pas na vijf minuten ter plekke mét pint in de hand midden het Sint-Pietersplein kunnen postvatten. Vlakaf: een pluim voor de organisatie!

Die had bovendien een leuk extraatje in petto voor late ticketkopers: Sharon Jones & The Dap-Kings. Als de titel van Prince Roger Nelson z’n huidige tournee – Welcome 2 America – u herinnert aan zijn grote voorbeeld James Brown – Living In America, iemand? – dan doet Jones er een schep bovenop met haar trip langs vintage soul avenue. Kort samengevat: wat een band, wat een stem, wat een wijf! Zeer gesmaakte opwarmer.

De queen van de nieuwe soulrevolutie is een showbeest, de prins en zijn New Power Generation konden dus maar beter stevig uit de startblokken schieten. En dat deden ze… half.

Yep, we gaan alweer geen nieuwe vrienden maken in het legioen purperadepten, maar wij vonden de eerste 20 minuten maar een wanky bedoening. De theatraal aangezette opener ‘When I Lay My Hands On You’ (uit het internet only-album ‘The Chocolate Invasion’), ‘Endorphinmachine’ (uit ‘The Gold Experience’) en ‘She’s Always In My Hair’ (een b-kant uit de ‘Around The World In A Day’-periode) blonken vooral uit in eindeloze gitaarsolo’s en funkrockclichés. Nu heeft Prince uiteraard het begrip funkrock mee helpen (her)definiëren, maar bij momenten leek het alsof Fishbone of Living Colour, en niet de meest sexy motherfucker van de planeet op het podium stond.


De ware aficionados hebben bij dit obscuur openingstrio vast blind van adoratie genoten, maar wij nederige liefhebbers zagen zijne majesteit het eerste kwart enigszins humeurig het plein in turen. Niet tevreden met de geluidsbalans misschien? Want zelfs wanneer tijdens een uitbundig ‘D.M.S.R’ blijft hij correcties richting mengtafel sturen: ’take the top of this delay – I gotta do everything here’, klink het. De funkvlam is inmiddels wel in de pan geslagen, mét assistentie van de Dap-Kingblazers, en een schare uit de voorste publieksgelederen opgepikte dansers. Geen Serge Simonart te bespeuren, laat u niks wijs maken.

Bij de cover van Wild Cherry’s ‘Play That Funky Music’ gaat iedereen loos, en voor ‘Purple Rain’ stijgen alle mobieltjes synchroon met een wolk confetti de lucht in. Een YouTube-moment zoals dat tegenwoordig heet. Wij onthouden liever het lang uitgesponnen ‘Musicology’, wanneer Prince vooral oog heeft voor zijn band, in plaats van het publiek. Dan is the purple one op zijn best, als dirigent van een swingende funksymfonie. De opnieuw opgetrommelde blazers van een uit de bol gaande Sharon Jones gehoorzamen gedwee wanneer de meester bevelen als ‘lower!’ of ‘wait a minute!’ blaft. Strak. Straf.

Aan het eind van een hartverscheurende ‘The Beautiful Ones’ gooit Prince zijn ogen ten hemel, terwijl op de achtergrond de Sint-Pietersbasiliek oplicht. Prince, de patroonheilige van de funk. Alles valt enkele seconden perfect op z’n plaats, en dan hebben we niet eens over ‘Let’s Go Crazy’, ‘Delirious’ en ‘1999’ gehad. We zijn inmiddels twee uur ver, en Prince zal voor het eerst en laatst de meterslange catwalk betreden die dwars door de Golden Circle snijdt. Bizar.

Wie er wel regelmatig paradeert is gitariste Andy Allo – half Lisa Bonnet, half Angela Davis, en de meest sexy Prince-sidekick sinds Wendy Melvoin. De door deze gazelle gezongen Bob Marley-cover ‘Waiting In Vain’ is verre van memorabel, die schitterende glimlach en dat welgevormd benenstel eronder des te meer. De knipoog die Prince tijdens ‘To be around you is oh so right/You’re sheer perfection’ uit ‘Take Me With U’ haar toewerpt spreekt boekdelen.

Met een Prince-bespreking ben je nooit helemaal klaar, dus gaan we even met de grove borstel door enkele hoogtepunten: een vertraagd, met geile blues getunede ‘Little Red Corvette’, een gebald ‘If I Was You’re Girlfriend’ – met Prince die z’n gele pyjama inmiddels ingeruild heeft voor een zwart exemplaar – en het solo aan de drummachine, in het halfduister gebrachte ‘When Doves Cry’.

‘We got too many hits’, zegt de funkkabouter – een luxeprobleem, want graag hadden wij van ‘The Future’ meer gehoord dan die vijf plagende seconden. ‘Sometimes It Snows In April’ en een ruige versie van ‘Peach’ zijn de afsluiters.

We onthouden dat Prince nog steeds een grote meneer is die meisjes van 15 tot 55 laat gillen door met z’n kont te schudden. Een man die kickt op zijn muziek en zijn publiek, een hemelse zanger en een geniaal muzikant. Als het goed is zeggen we het ook.

Jonas Boel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content