Poolse muziek is klaar om Europa te veroveren
Tijdens EuroSonic, het belangrijkste Europese showcasefestival, zullen tussen 17 en 19 januari weer heel wat jonge muzikale talenten zich in de kijker spelen. En soms komen die uit landen waar we weinig over weten. Zo zijn dit jaar alle schijnwerpers gericht op de Poolse muziekscene. Wij gingen alvast op verkenning in Warschau.
De grootste muzikale held uit Polen blijft uiteraard Frédéric Chopin, de 19de eeuwse, romantische toondichter die vooral bekend stond om zijn subtiele pianocomposities. In zijn thuisland siert zijn standbeeld heel wat parken en pleinen en sinds 1927 vindt om de vijf jaar een naar hem genoemd, prestigieus pianoconcours plaats waar veel internationaal gerenommeerde musici aan deelnemen. Luisteraars van Klara zullen wellicht ook vertrouwd zijn met de post-seriële composities van Krzysztof Penderecki en de ‘klaagzangensymfonie’ van Henryk Górecki.
De jongste twintig jaar is echter ook de zware gitaarliga aan een grootschalige veroveringstocht begonnen: de occulte deathmetal van Behemoth en Batushka of de groovemetal van Decapitated zijn tot ver buiten Polen populair. Pianist Marcin Wasilewski en saxofonist Maciej Obara behoren dan weer tot de sterkhouders van het befaamde ambient-jazzlabel ECM, terwijl de experimentele elektromuzikant en producer Waclaw Zimpel al een gesmaakte alliantie aanging met James Holden.
De jonge componiste Hania Rani zwalkt tussen neoklassiek, jazz en house en werkte op haar jongste lp Ghosts zowel samen met Ólafur Arnalds als de Canadese songwriter Patrick Watson. En dan is er nog Trupa Trupa, de viscerale postpunkband uit Gdańsk, die inmiddels een contract afsloot met het Amerikaanse Sub Pop-label, lovende recensies kreeg van Rolling Stone en Pitchfork, al tweemaal werd uitgenodigd voor een live-sessie bij BBC Radio 6 en rockiconen als Iggy Pop of Henry Rollins tot zijn fans mag rekenen. De groep schreef voorts de soundtrack voor Green Border van cineaste Agnieszka Holland, een film die vorig jaar op het festival van Venetië de speciale prijs van de jury kreeg. Onlangs werd Trupa Trupa zelfs in de studio gesignaleerd met Nick Launay, de Britse producer die eerder al op de loonlijst stond bij Nick Cave, Anna Calvi en The Yeah Yeah Yeahs.
Bevlogen
‘Nu we, met Donald Tusk als premier, weer mogen hopen dat onze geërodeerde democratie zal worden hersteld en Polen in juli het voorzitterschap van de Europese Raad overneemt, is voor onze artiesten de tijd rijp om de landsgrenzen over te steken’, stelt Tamara Kamińska, codirecteur van Music Export Poland (MExP), een organisatie die Poolse muziek in het buitenland helpt te promoten. ‘Na de val van het communisme heeft het ons tijd gekost om een zeker ondernemerschap te ontwikkelen, de muziekindustrie te professionaliseren en een goede concertinfrastructuur uit te bouwen. Maar vandaag zijn we klaar om ons talent aan de buitenwereld te tonen.
‘Weet je, Poolse muzikanten hebben het buitenland eigenlijk niet nodig. De lokale markt is groot genoeg: we zijn een land van vijfendertig miljoen inwoners en met minstens vijftig grote steden kun je hier als rondtoerende artiest een comfortabel leven leiden. We zijn trouwens ook een belangrijke exportmarkt voor Tsjechië, Slovakije en de Baltische staten. Maar om het in Polen te maken moet je wél in je eigen taal zingen, wat verklaart waarom mainstreampop en lokale hiphop zo populair zijn. Die taal vormt echter een groot obstakel voor internationaal succes. Talent is er genoeg, maar alleen wie de ambitie heeft zijn muzikale horizon te verruimen en niet teveel gehecht is aan het comfort van het vertrouwde, waagt zijn kans buiten de landsgrenzen.
‘Wie een stap in de wereld wil zetten, moet beseffen dat hij weer onderaan de ladder moet beginnen. Het zijn dus artiesten uit nichegenres zoals jazz, elektronica, metal, neoklassiek of indierock die buiten Polen de grootste kans maken. En het zelfvertrouwen groeit: de dertien acts die EuroSonic aandoen, werden gekozen uit ruim driehonderd kandidaten. Ze zijn onderling zeer verschillend, maar wat ze gemeen hebben is hun originaliteit en bevlogenheid. En ze zijn één voor één exportwaardig’. Dat geldt zeker voor Ciśnienie, een opwindend kwintet uit Katowice dat een onweerstaanbare mengvorm van postrock, jazz en neoklassiek presenteert; voor Izzy & The Dark Trees, een rauwe rockband die beurtelings doet denken aan de jonge PJ Harvey en The Kills; voor het dynamische jazztrio Immortal Onion dat tegenwoordig de hort op gaat met saxofonist Michał Jan Ciesielski en voor Zamilska, die zich met haar harde technocollages opwerpt als een ‘Chemical Sister’.
Propaganda
Dat de Poolse muziekindustrie zo gezond is, ligt gedeeltelijk aan Anna Ceynowa van Empower Poland, een onderdeel van het Ministerie van Cultuur, die aan de oorsprong ligt van de Polish Music Day. Ieder jaar op 2 oktober verbinden alle radiostations, platenzaken, streamingdiensten en concertorganisatoren zich ertoe uitsluitend muziek van eigen bodem op het menu te zetten. En dan zijn er nog de verplichte quota in de media, gericht op de bescherming en promotie van de eigen markt.
Ook de meeste concertzalen programmeren nog steeds voor zeventig procent Poolse acts. Zo is het opvallend dat iemand als Bob Dylan in 2008 nog in Warschau optrad voor amper… 1500 toeschouwers. Dat gebeurde in Stodola, een van de oudste en belangrijkste clubs van de Poolse hoofdstad. ‘Een erfenis van het communisme’, legt Tamara Kamińska uit. ‘Vóór 1989 kon je hier nauwelijks buitenlandse platen krijgen. Het publiek had dus geen toegang tot, pakweg, Angelsaksische rockmuziek. Die was in principe verboden. Bands als The Rolling Stones kwamen niet naar Polen, omdat ze uitsluitend uitbetaald werden in zloty’s die je nergens anders kon uitgeven.
‘Tegelijk waren bootlegs en muziekpiraterij hier veeleer regel dan uitzondering. De mensen hier hadden niet de gewoonte geld te besteden aan cultuur. Bijna iedere Poolse stad heeft haar eigen gratis festival, dus waarom zou je dan dure concerttickets kopen? Maar die situatie begint stilaan te veranderen: in vijf jaar tijd is de omvang van de concertmarkt verdubbeld. Een zomerfestival als Open’er, dat grote namen als Foo Fighters en Dua Lipa naar het vliegveld van Gdynia brengt, lokt jaarlijks 100.000 toeschouwers en ook hier controleert een multinational als Live Nation inmiddels zo’n dertig procent van het aanbod.’
Opvallend is dat de openbare omroep in Polen slechts een markaandeel heeft van minder dan tien procent. Volgens Tamara Kamińska leeft bij de bevolking sowieso een groot wantrouwen jegens alles wat met de overheid te maken heeft. ‘Toen Polen zich nog achter het IJzeren Gordijn bevond, waren de officiële media louter propagandakanalen. Dat veranderde weliswaar na de democratisering, maar toen de rechts-radicale partij Recht & Rechtvaardigheid (PiS) de verkiezingen won, werden alle kritische journalisten en goede dj’s de laan uit gestuurd. Vanaf 2005 werd de staatsomroep een spreekbuis voor het anti-Europese, homofobe en anti-abortusdiscours van de regering. Bovendien trok president Andrzes Duda vanaf 2015 steeds meer macht naar zich toe en begon hij de onafhankelijkheid van het rechtssysteem te ondergraven. Geen wonder dus dat de meeste Polen vandaag bijna uitsluitend naar commerciële zenders luisteren’.
Oppositiemuziek
Tegenwoordig hebben multinationale platenmaatschappijen zoals Sony, Warner en Universal allemaal vestigingen in Polen, maar die gaan enkel met plaatselijke mainstreampopartiesten in zee, omdat die nu eenmaal het meeste geld opbrengen. Toch houden kleine indielabels zeer goed stand, vooral omdat ze zich over nichegenres buigen en steeds minder jonge muzikanten bereid zijn artistieke compromissen te sluiten. Piotrek Maślanka van Karrot Kommando, tegelijk een label en boekingskantoor dat zich specialiseert in folk, dub en wereldmuziek, ziet de toekomst rooskleurig in: ‘Liefhebbers van die stijlen kopen nog altijd platen en cd’s. Bij ons staat niet de commercie maar de muziek voorop. Toch verkopen we van iedere release gemiddeld vijfduizend stuks, terwijl we aan duizend exemplaren al genoeg hebben om winstgevend te zijn. In een land van 35 miljoen inwoners opereren, heeft dus zeker zijn voordelen’.
Poolse rock is, als we Tamara Kamińska mogen geloven, van oorsprong oppositiemuziek.Vooral vóór de val van het communisme tekenden muzikanten vaak verzet aan tegen het politieke establishment. Eén van de meest legendarische figuren uit die periode is Tomasz (‘Tomek’) Lipiński, die vandaag, op zijn 68ste, nog altijd actief is. ’In de late seventies vond in Polen een punkexplosie plaats’, zegt hij. ‘En voor mij kwam die als geroepen. Als je drie akkoorden onder de knie had en iets te vertellen had, kon je in kleine studentenclubs het podium op. Met mijn punkband tILt opereerde ik in 1979 nog onder de radar, maar toen ik drie jaar later het psychedelische gezelschap Brygada Kryzys oprichtte en we een lp mochten opnemen voor het staatslabel Tonpress, liepen we meer in de kijker. Generaal Jaruzelski had net de krijgswet afgekondigd. Het was dus een donkere tijd.
‘Het gekke aan het communistische systeem in Polen was dat iedereen ermee in leek te stemmen, maar het tegelijk naar zijn hand poogde te zetten. Uiteraard kregen we te maken met censuur, waardoor er tijdens de eighties een bijzonder taaltje ontstond, vol metaforen, waarin veel tussen de regels werd gesuggereerd maar dat iedereen probleemloos begreep. Eigenlijk had het regime weinig echte voorstanders. Zelfs de censoren knepen vaak een oogje dicht. Maar toen ik het vertikte mijn legerdienst te doen, moest ik wél onderduiken.
Big Beat
‘In Oost-Duitsland of het toenmalige Tsjecho-Slowakije nam de staatsveiligheid een zeer repressieve houding aan tegenover kustenaars. Omdat Polen zo groot en dus moeilijk te controleren was, genoten wij echter een zekere vrijheid. Wie zich, zoals theatermaker Jerzy Grotowski of componist Krzysztof Penderecki, niet openlijk tegen de autoriteiten verzette, werd met rust gelaten. Tijdens de eighties schoten de rockgroepen als paddenstoelen uit de grond en die troepten allemaal samen op het festival van Jarocin. De geheime diensten konden hen dus makkelijk in het oog houden. De partij gedoogde die bands, zo lang ze in het Pools zongen en traditionele folkingrediënten gebruikten. Maar daar trokken voortrekkers als Klan of Breakout zich geen moer van aan. In Polen gebruikten we trouwens nooit de term rock-‘n-roll: wij spraken consequent over Big Beat.
‘Wilde je tijdens de eighties officieel als muzikant aan de bak komen, dan was je verplicht voor een comité van partijbonzen te verschijnen en diende je een soort examen af te leggen. Alleen wie professioneel genoeg werd geacht, kreeg toegang tot de podia. Dat vond ik flauwekul. Mijn standpunt was: ik laat het publiek wel oordelen of ik goed of slecht ben. Wist je dat de liedjes voor alle zangers in Polen destijds werden geschreven door twintig à dertig ‘professionele’ songwriters? En daar zaten helaas geen Leiber & Stoller tussen’. (grijnst)
Een ‘amateur ‘als Tomek Lipiński kon zich onder het communisme geen fatsoenlijke apparatuur veroorloven. Toen hij werd gevraagd mee te werken aan een Nederlandse documentaire, weigerde hij dus een financiële vergoeding, maar vroeg hij om een Fender Telecaster. Het was zijn eerste professionele gitaar en hij gebruikt ze vandaag nog steeds.
De niet zo vrije markt
‘Niemand van mijn generatie kon voorzien dat we ooit nog in een vrije marktsysteem zouden leven’, aldus Lipiński. ‘We hadden geen idee van wat dat inhield. We waren onwetend en beschouwden het Westen als een soort Utopia. Helaas zouden we snel ontdekken dat er ook donkere kantjes aan zaten. Zelf maakte ik door dit nieuwe klimaat een artistieke crisis door. Ik wist niet meer wie ik was of wie ik wilde zijn. Kon ik nog een rebelse punkmuzikant blijven? Neen, ik moest mijn eigen pad zien te plaveien, maar wist niet hoe. Ik ben dus op de dool geraakt, heb misstappen begaan, maar ben uiteindelijk wel een beslagen muzikant geworden, want ik begreep dat ik me moest aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid. Dus kocht ik boeken over marketing en management en deed ik de nodige kennis op over de internationale muziekindustrie. Ik werkte zelfs een poosje als talent scout voor BMG’.
In tegenstelling tot de huidige generatie artiesten is geld voor Lipiński nooit een motiverende factor geweest. Wél zijn enkele van zijn songs in Polen tot echte anthems uitgegroeid. Tijdens de betogingen tegen het beleid van PiS en tijdens de pandemie verschenen citaten uit zijn teksten op spandoeken, autobussen, panelen naast de autosnelweg of in winkeletalages. ‘Mijn werk heeft altijd een sociale en politieke inslag gehad’, onderstreept Lipiński. ‘Ik besef dat ik de wereld niet kan veranderen, maar ik kan wel invloed hebben op iemands manier van denken. En dat is voor mij de ware definitie van succes.’
Na al die jaren is Tomek Lipiński tegen wil en dank uitgegroeid tot een rolmodel voor de jongere muzikantengemeenschap. ‘Rijk ben ik niet geworden, maar ik beschouw het materiële als bijzaak. Ik probeer me nog altijd zo eerlijk mogelijk uit te drukken in mijn muziek. Want zeg nu zelf, bestaat er voor een artiest een hoger goed dan authenticiteit?’
EuroSonic, met focus op Polen, vindt plaats op diverse locaties in de binnenstad van Groningen, van woensdag 17 tot en met vrijdag 19 januari.
- Frédéric Chopin
- Klara
- Krzysztof Penderecki
- Henryk Górecki
- Marcin Wasilewski
- Maciej Obara
- ECM
- Waclaw Zimpel
- James Holden
- Hania Rani
- Ólafur Arnalds
- Patrick Watson
- Trupa Trupa
- Rolling Stone
- Pitchfork
- BBC Radio 6
- Iggy Pop
- Henry Rollins
- Agnieszka Holland
- Nick Launay
- Nick Cave
- Anna Calvi
- The Yeah Yeah Yeahs
- Donald Tusk
- Europese Raad
- Tamara Kamińska
- Music Export Poland
- MExP
- Ciśnienie
- Izzy & The Dark Trees
- PJ Harvey
- The Kills
- Immortal Onion
- Michał Jan Ciesielski
- Anna Ceynowa
- Empower Poland
- Ministerie van Cultuur
- Polish Music Day
- Bob Dylan
- The Rolling Stones
- Foo Fighters
- Dua Lipa
- Live Nation
- Recht & Rechtvaardigheid
- PiS
- Andrzes Duda
- Sony
- Warner
- Universal
- Karrot Kommando
- Lipiński
- tILt
- Brygada Kryzys
- Jerzy Grotowski
- Tomek Lipiński
- BMG
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier