Exact 25 jaar geleden overleed Serge Gainsbourg, na een leven vol drank en sigaretten. Frankrijks grootste woordkunstenaar van zijn generatie had een patent op – vaak – briljante uitspraken. Twintig keer Gainsbourg over vrouwen, god en lelijkheid.
De stommiteit is de ontspanning van de intelligentie
De mens heeft de Goden gecreëerd: het omgekeerde moet nog bewezen worden
Je kan beter wenen voor niets dan lachen met alles
Geld maakt niet gelukkig. Je zou je zelfs kunnen afvragen waarom de rijken er zo aan gehecht zijn
Als je niet hebt waarvan je houdt, dan moet je houden van wat je hebt
Sinds de dood van mijn vader en moeder, verkies ik asfalt, aarde eet de mens op
Ik heb mijn vest omgedraaid de dag dat ik doorhad dat ze met nerts gevoerd was
Succes en glorie zullen enkel onze slapen vergrijzen
De vrouwen? De kleine bespring ik, de grote beklim ik
Als ik zou moeten kiezen tussen een allerlaatste vrouw of een allerlaatste sigaret, dan kies ik de sigaret. Dat gooi je gemakkelijker weg
Ik ken mijn limieten. Daarom dat ik erover ga
Het jodendom, dat is geen religie. Geen enkele religie laat een neus groeien zoals die van mij!
De doodsberichten liggen klaar, maar ik ben niet klaar. De geest geven? Ok, maar aan wie?
Als ik God was, dan zou ik misschien de enige zijn die niet in mij zou geloven.
Wat mij stoort in de merrie, is de staart
Mijn moeder was beeldschoon, mijn vader ook, ik weet dus niet vanwaar mijn lelijkheid komt. Misschien van mijn hond
Ik heb een hartaanval gehad, wat bewijst dat ik een hart heb
Lelijkheid is superieur aan schoonheid, omdat het blijft duren
Ik spreek altijd over god in het meervoud, uit schrik dat er eentje het kwalijk zou nemen
Je kan beter denken aan niets, dan helemaal niet te denken
(DB)
