‘On the Beach’ is 50: hoe Neil Young zich wapende tegen onvriendelijke critici

Precies vijftig jaar geleden (19/07/1974) presenteerde Neil Young met On the Beach het sluitstuk van zijn ‘doemtrilogie’, waar ook Time Fades Away en Tonight’s the Night deel van uitmaakten. Het werd één van zijn somberste platen, boordevol mijmeringen over de leegte van de roem en de barsten in zijn relatie met de actrice Carrie Snodgress.

In 1974 voelde Neil Young zich niet zo goed in zijn vel. Om te beginnen rouwde hij om twee goede vrienden die, nog voor hun dertigste, waren bezweken aan de gevolgen van een overdosis: Danny Whitten, de aan heroïne verslaafde gitarist van zijn band Crazy Horse, en roadie Bruce Berry, die ten onder ging aan een explosieve cocktail van uppers en downers. Pogingen om met Crosby, Stills & Nash een opvolger klaar te stomen voor de million seller Déjà Vu dienden voortijdig te worden gestaakt wegens opspelende ego’s. Wat evenmin hielp was dat Youngs laatste twee tournees door pers en publiek vijandig waren onthaald en dat zijn romance met Carrie Snodgress, bekend van haar hoofdrol in de film Diary of A Mad Housewife en als moeder van Youngs eerste zoon Zeke, haar beste tijd had gehad.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Neil Young, die door het succes van zijn lp’s After the Goldrush en, vooral, Harvest tot een vermogende superster was uitgegroeid, merkte al gauw dat het megasucces hem maar weinig voldoening gaf. De verwachtigen van het publiek voelden als een keurslijf aan en maakten hem rusteloos. Zijn nummer-éénhit Heart of Gold had van hem, tegen wil en dank, een mainstreamfiguur gemaakt. ‘De middle of the road was oeverloos saai, dus zocht ik doelbewust de greppel op’, aldus Young. ‘Goed, het was een hobbeliger parcours, maar ik kwam er interessantere mensen tegen’.

Herhaling doodt de creativiteit, vond hij: ‘Je kunt niet groeien als je de fans telkens geeft wat ze willen horen. Ik ben een muzikant die zich wil blijven ontwikkelen. En het maakt me echt geen donder uit wat anderen daar van vinden’. Na het razend populaire Harvest kwam hij dus op de proppen met Time Fades Away, een rauwe, nerveuze en rammelende live-registratie met The Stray Gators die enkel nieuw materiaal bevatte en volkomen haaks stond op de publieksvriendelijke country en folk die vanaf nu van hem verwacht werd. De plaat vormde de neerslag van een 65 concerten tellende reis langs kille stadions, waar Neil Young optrad voor gemiddeld 20.000 toeschouwers per avond.

Trauma

De tournee begon echter onder een slecht gesternte. Young wilde oorspronkelijk zijn oude maat Danny Whitten als deel van de live-band inlijven, maar tijdens repetities bleek dat de gitarist dermate verhangen was aan heroïne dat hij niet meer in staat was naar behoren te functioneren. De Canadese loner stuurde Whitten dus naar huis om af te kicken. Enkele uren later was hij dood. Neil Young werd verteerd door schuldgevoelens en om het trauma te verwerken zocht hij zijn heil in sloten tequila. De tournee zelf werd een nachtmerrie: het publiek, dat gezapige deuntjes wilde horen, werd belaagd met slordig gespeelde, onbekende grungy knallers. En Youngs verstandhouding met zijn muzikanten was ook al niet om over naar huis te schrijven.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De volgende reeks concerten was al net zo controversieel. De naald had inmiddels het leven geëist van Bruce Berry en dus hielden Young, Nils Lofgren en enkele muzikanten van Crazy Horse en The Stray Gators een dodenwake in de studio, die zou leiden tot het bloedstollende maar weinig toonvaste Tonight’s the Night, deel twee van wat vandaag bekend staat als de ditch-tryptiek. ‘Commerciële zelfmoord’, oordeelde de platenmaatschappij, die de plaat voorlopig in het vriesvak stopte. Het hield Young en zijn gezellen niet tegen om met dit nieuwe materiaal de podia af te schuimen. ‘Speel iets dat we al kennen, Neil!’, schreeuwden teleurgestelde fans, waarna de artiest zijn met alcohol doordrenkte songcyclus treiterig hernam.

Intussen was Dinosaur Sr alweer aan een nieuwe langspeler begonnen. De opnamen gingen van start op zijn eigen Broken Arrow ranch, in een huiselijke atmosfeer, met alle muzikanten samen in één kamer. Young omringde zich met oude vrienden zoals Tim Drummond en Ben Keith van The Stray Gators, de ritmescetie van Crazy Horse, Levon Helm en Rick Danko van The Band en verder David Crosby, Graham Nash en de excentrieke country- en cajunmuzikant Rusty Kershaw. Naar goede gewoonte huldigde hij een even spontane als instinctieve aanpak. Er werden nooit meer dan twee takes opgenomen en de overdubs bleven minimaal.

‘Met pensioen’

Ook nu schrok Young er niet voor terug de schaduw op te zoeken. De nummers die terecht zouden komen op On the Beach behoorden zelfs tot de donkerste en meest onheilspellende die hij ooit had geschreven. Ze lieten zich met geen enkel ander onderdeel van zijn discografie vergelijken en stonden, in spiritueel opzicht, dichter dan ooit bij de blues. De sfeer was er één van ingehouden wanhoop. Neil Young, die sowieso al bekend stond als een notoir melancholicus, rekende de songs tot de meest deprimerende uit zijn repertoire. Toch was niet het niet al kommer en kwel. Er was net zo goed ruimte voor sardonische humor, zelfspot en optimisme. De artiest huldigde namelijk de overtuiging dat ook uit de meest chaotische momenten altijd wel iets positiefs te puren viel.

De muzikant die de vibe van On the Beach wellicht het sterkst beïnvloedde,was Rusty Kershaw, een sjamanistisch maar losgeslagen personage, afkomstig uit de bayou van Louisiana. Als kind bond zijn vader een touw rond zijn middel en liet hem in het water zaken om alligatoren te lokken, die hij dan vervolgens met een mes te lijf ging. Zoiets laat sporen na: het maakte van Kershaw een ongeleid projectiel. Tijdens de sessies kronkelde hij als een slang over de vloer, belaagde hij Stephen Stills met een dolk en dreigde hij er zelfs mee de studio in de fik te steken. En ook al figureerde Rusty Kershaw uiteindelijk enkel in Motion Pictures (op slide) en Ambulance Blues (op fiddle), hij was wél diegene die tijdens het opnameproces iedereen in de ban hield met zijn gretig geconsumeerde honey slides.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het ging om marihuana die in een pan werd gekookt en besprenkeld met honing. Dat leverde een half vloeibaar, donkerbruin goedje op dat, qua effect, niet voor heroïne hoefde onder te doen. ‘Eén koffielepel van dat spul en binnen de tien minuten was je zo stoned als een garnaal’, zou Neil Youngs manager, Elliott Roberts, later verklaren. Pedalsteelgitarist Ben Keith ging nog een stapje verder: ‘Na zo’n honey slide wist je de komende acht uur niet meer wie of waar je was’. Na lezing van de cryptische aantekeningen die Rusty Kershaw schreef voor de hoes van Youngs zesde langspeler, kun je je precies voorstellen wat Keith bedoelde.

On the Beach had zijn titel gemeen met een post-apocalypische roman van Nevil Shute uit 1957, over de overlevers van een kernoorlog in Zuid-Australië die alsnog het slachotffer dreigen te worden van een radio-actieve wolk. Neil Youngs lp hield geen rechtstreeks verband met het boek, maar de uitdrukking On the Beach is ook zeemanstaal voor ‘retired from service’ (‘met pensioen’). Het zegt iets over hoe de artiest zich voelde, nadat hij de verzamelde rockcritici over zich heen had gekregen.

Geen voldoening

Het hoeft dus niet te verbazen dat de plaat begon met het peudo-opgewekte, stoïcijnse Walk On. ‘I hear some people have been talking me down’, meldt Young, verwijzend naar de scribenten die Time Fades Away eensgezind hadden afgekraakt. Hij stelt zich niet alleen defensief op (‘Sooner or later, it all gets real’), hij kondigt ook aan dat hij stug zijn eigen pad zal blijven volgen. De ‘make or break’-mentaliteit van recensenten wordt ook op de korrel genomen in See the Sky About to Rain, een gracieuze ballad, gedomineerd door wurlitzer en pedal steel, die nog dateerde uit de periode van After the Goldrush: ‘I was down in Dixieland / I played a silver fiddle / Played it loud and then the man / Broke it down the middle’.

Het spanningsveld tussen kunst en commercie, tussen zelfexpressie en appreciatie, staat ook centraal in For the Turnstiles, een surrealistische maar sobere countryballad, waarin Neil Young rocksterren vergelijkt met honkbalspelers: het ene moment verafgood, het volgende passé. In dit nummer, enkel begeleid op banjo en dobro, relativeert de zanger de waarde van publieksadoratie: zelfs van de meest befaamde ontdekkingsreizigers rest uiteindelijk niet méér dan een standbeeld.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In de slepende titeltrack van On the Beach, een blues in mineur, gedecoreerd met messcherp maar hoogst expressief gitaarspel, beschrijft Young de paradox waar de meeste publieke personen vroeg of laat mee af te rekenen krijgen: ‘I need a crowd of people / But I can’t face them day to day’. Hij mag intussen dan een celebrity zijn geworden, het heeft hem vooral meer isolement opgeleverd: ‘I went to the radio interview / But I ended up alone at the microphone’. Roem en rijkdom hebben hem geen voldoening gebracht. Want: ‘Now I’m living here on the beach / But those seagulls are still out of reach’.

Twee keer kruipt Neil Young in de huid van een ander personage. In het nogal doordeweeks klinkende Vampire Blues, dat tot stand kwam tijdens de internatonale oliecrisis van 1973, spreekt hij de luisteraar aan als een petroleummagnaat die ‘bloed uit de aarde zuigt’ en op die manier bijdraagt tot de vernietiging van het milieu. Het is een ecologisch thema dat, sinds zijn eerste soloplaat uit ‘68, als een rode draad door zijn oeuvre blijft lopen.

Slachtpartij

Het in prikkeldraad gewikkelde Revolution Blues is dan weer een portret van sekteleider en seriemoordenaar Charles Manson, die in 1969  verantwoordelijk was voor de bloedige moord op Roman Polanski’s hoogzwangere vrouw, de actrice Sharon Tate. Young had Manson voordien een paar keer ontmoet op feestjes ten huize van Beach Boy Dennis Wilson en was onder de indruk geraakt van diens muzikale talent: ‘Manson bedacht songs waar je bij stond. Zodra hij zijn mond open deed kwam er een nieuw lied uit. Ik raakte gefascineerd door zijn creativiteit, door de mix van genialiteit en kwaadaardigheid’.

In Revolution Blues beschrijft Neil Young hoe Charles Manson met zijn gewapende bende afzakt naar Laurel Canyon om er rijke beroemdheden af te slachten. ‘Ik snapte precies waarom hij de pest had aan mensen zoals ik’, aldus Young. Zijn sarcasme en zwarte humor werden echter niet door iedereen gesmaakt en zorgden voor onbehagen, ook in zijn eigen vriendenkring. Tijdens de monstertournee van CSN&Y die later dat jaar 31 steden aan zou doen, smeekte David Crosby hem de song niet op de setlist te zetten. Tevergeefs, uiteraard.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een ander hoogtepunt uit de lp is Ambulance Blues, een uitgesponnen akoestisch folknummer op een melodie die Neil Young onbewust had gepikt bij Bert Jansch. De zanger zou later toegeven dat hij de mosterd had gehaald bij diens Needle of Death. Ambulance Blues laat zich beluisteren als een brokkelige autobiografie die verwijst naar Youngs prille dagen als troubadour in de folkclubs van Toronto en waarin hij nog een laatste keer uithaalt naar de betweters van de rockpers: ‘So all you critics sit alone / You’re no better than me for what you’ve shown’. De Canadees refereert echter ook aan de actualiteit, bijvoorbeeld aan de ontvoering van Patty Hearst of het ontslag van Richard Nixon na het Watergateschandaal: ‘I never knew a man could tell so many lies’.

Afscheid van een decennium

Op het artwork van On the Beach zijn trouwens niet toevallig kranten te zien met artikels over Nixon, wiens positie onhoudbaar is geworden. Die hoesfoto is veelzeggend, omdat ieder detail van betekenis is. Neil Young staat met zijn rug naar het vasteland, bij een parasol en strandmeubilair met een bloemetjesmotief dat haaks staat op de donkere teneur van de plaat. Een Cadillac ligt half begraven in het zand en even verderop zien we een palmboom die als rekwisiet heeft gediend tijdens de verguisde Tonight’s the Night-toernee. Het hele tafereel heeft een symbolische betekenis: Young neemt afscheid van het voorbije decennium en ziet hoopvol uit naar de toekomst.

De enige track op de plaat die, met wat goede wil, als een lovesong kan worden beschouwd is het lethargische, aan Snodgress opgedragen Motion Pictures. Tegelijk is het echter een analyse van zijn eigen carrière die op een kantelpunt staat: ‘All those headlines, they just bore me now / I’m deep inside myself, but I’ll get out somehow’. Geen loze bewering, zoals enkele maanden later zou blijken. Neil Young legde de laatste hand aan On the Beach op 7 april 1974 en een maand later begon hij al aan Homegrown, waarop hij zijn breuk met Carrie zou verwerken. Uiteindelijk vond hij die songs te pijnlijk en te persoonlijk om ze aan de buitenwereld prijs te geven, zodat ze 45 jaar in de kluizen bleven liggen. In ruil kreeg het verwarde publiek alsnog Tonight’s the Night: gewaagd, intens en een knap staaltje van audio-vérité dat lijnrecht inging tegen de mercantiele logica van de muziekindustrie.

De verkoop van het trage, dromerige On the Beach viel destijds lelijk tegen. Wellicht is dat de reden waarom de plaat pas in 2003 een cd-release zou krijgen. Maar de geesten zijn gerijpt: vandaag wordt ze tot de absolute hoogtepunten uit Neil Youngs discografie gerekend. Enkele maanden later zou de immer wispelturige artiest Crazy Horse nieuw leven inblazen en begon hij met Zuma aan een nieuwe creatieve fase die voorlopig nog niet is afgrond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content