Nick Cave hield gisteren halt in de Roma zonder setlist. The Prince of darkness werd psycholoog. Het was een gok, maar het werd een glorieuze triomf.
Hij stapte in een grijs pak het podium op, ging achter de piano zitten en zong ‘God is in the house’.
Zo was het ook een beetje. De deuren van de Roma waren uitzonderlijk een uur vroeger open gegaan. Er kampeerde toen al een hele dag een man met een lange witte baard aan de ingang. Cave zou hem later ‘de man van de eerste rij’ noemen. Elk optreden was hij er, zei de zanger. ‘Ik heb meer fysiek contact met hem dan met mijn vrouw.’
Er was vooraf veel geschreven over dit optreden. Dat het uitzonderlijk was dat hij in een ‘kleine’ zaal als de Roma optrad, maar dat is onzin. We zagen Cave ook al verschroeiende optredens geven in deSingel (1999), de Elisabethzaal (2006), de Arenberg (2009) en het Koninklijk Circus (2015). Dat er deze keer ’tienduizend wachtenden voor u’ waren bij de ticketverkoop, zegt vooral veel over hoeveel de ster van Cave de laatste jaren gegroeid is.
Al kwam die interesse misschien ook wel wat omdat hij dezer dagen een nieuw genre aan het uitvinden is: het interview-concert.
Aan de ingang kreeg iedereen een prentkaart. Op de voorkant stond een zwart-wit foto van een twijfelende Cave. Op de achterkant een statement.
Q: Why are you doing these events?
A: This is something that I am in the process of discovering. I am acting on an intuiting that something of value can be gained from an open and honest dialogue with my audience.
En tussendoor zou hij ook nog wat zingen aan zijn piano. Het was een gok, gaf hij toe. Optreden met de Bad Seeds, dat kon hij intussen wel. Hij had er allang geen zenuwen meer voor, maar voor dit soort concerten wel. Hij was weer een amateur, zeker voor een gesloten publiek als het Belgische.
De gok draaide fantastisch uit. Nick Cave in de Roma was een grootse ervaring. Zo’n avond om later, in moeilijke momenten, weer op te roepen. Toen ik hem gisteren bezig zag, moest ik denken aan een concert in het Lunatheater, jaren her. Hij schold toen de fotografen uit, was kwaad en zong loeihard.
Op zijn 61ste lijkt Cave allang niet meer op de angry young man die hij toen was. Hij was geestig en attent. Een man die gruwt van het woord writer’s block, ook al heeft hij al maanden niets geschreven. Een buckletlist heeft hij niet, ‘ik doe het gewoon’. En aan stoppen heeft hij nog nooit gedacht, want ‘wat zou ik anders doen?’
Hij legde ook uit dat hij overal schoonheid vond. Zelfs hier in Antwerpen. Waar hij mosselen was gaan eten in het centrum, langs ‘het standbeeld met de hand’ was gewandeld en in de kathedraal naar Rubens was gaan kijken.
Wat later vroeg iemand, die ontgoocheld was door de verkiezingsuitslag, of hij ‘Push the sky away’ wilde zingen voor Bart De Wever.
Soms waren de vragen van de Roma heerlijk licht. ‘Kleurt u uw haar? En wat is de beste mop die u kent?’
‘Mijn haarkleur is natuurlijk’, loog Cave. ‘And that is the joke.’
Toen iemand zei dat hij een reggaeversie had opgenomen van ‘The Mercy Seat’, mompelde hij: ‘The prince of darkness hates reggae.’
Tussendoor bracht hij uitgebeende versies van klassiekers als ‘Papa won’t leave you, Henry’, ‘And no more shall we part’ of ‘Love Letter’.
Nick Cave in de Roma was een grootse ervaring. Zo’n avond om later, in moeilijke momenten, weer op te roepen.
Hij zong minder nummers dan in Amsterdam of Kopenhagen, dat wel. Er moest duidelijk veel gepraat worden in Borgerhout. Af en toe leek het op een groepstherapie, met Cave in de rol van meester-psycholoog.
Mensen vertelden vrijuit over de kankers en hersenbloedingen in hun leven, of waarom de stoel naast hen leeg was. ‘We’re all connected in our suffering’, antwoordde Cave.
Zoals toen een man zei dat hij hier had moeten zijn met ‘de liefde van zijn leven’. Maar twee weken daarvoor had ze zelfmoord gepleegd. Cave zong zijn verzoek, ‘Far from me’. Het mooiste moment van de avond.
Maar ook de zanger vertelde over de pijnen in zijn leven. Dat hij en zijn vrouw geen documentaire over vermiste kinderen kunnen zien, bijvoorbeeld.
Of over de heroïneverslaving tussen zijn twintigste en zijn veertigste. En hoe blij hij was dat muziek vandaag zijn enige drug was.
‘Geef je dit soort optredens om jezelf of om ons te redden?’ vroeg iemand. ‘Het draait allemaal om connectie, om medeleven’, antwoordde hij.
Nooit hoorden we Cave stiller spelen dan gisteren. En toch was hij ook nooit méér rock-‘n-roll, veel meer dan die luide avond in de Luna. Omdat hij zonder handen zong, zonder vaste setlist, zonder Bad Seeds die in zijn rug aan het hijgen waren.
Na drie uur en tien minuten wuifde hij de Roma uit. Toen de zaal aan het leeglopen was, stond hij nog altijd handtekeningen uit te delen. Voor en op het podium, omstuwd door zijn publiek.
Q: Loopt er op dit moment een grotere liveperformer rond op de planeet?
A: Nee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier