Naar Parijs met Roméo Elvis, man van het jaar 2017: ‘Ik heb één groot probleem: mijn ego’

© Alexander Popelier
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Vlaanderen viel massaal voor hem, alle belangrijke Red Bull Elektropedia Awards belandden op zijn schouw en eigenlijk moest de WK-hymne van de Rode Duivels niet van Damso maar van hém komen. Roméo Elvis, onze mens van het jaar 2017, is klaar om nu ook bij onze zuiderburen potten te breken. ‘Frankrijk is ons Amerika.’

‘Nom d’artiste?’

‘Roméo Elvis.’

‘Roméo?’

‘Elvis!’

‘Genre de musique?’

‘Du rap. Du rap belge.’

‘Ça existe?’

De taxichauffeur heeft geen idee van wie er op zijn achterbank zit. We rijden met Roméo Elvis, diens Parijse vriendin en twee leden van zijn entourage de artiestenparking van La Seine Musicale op, een nog vrij nieuw concertencomplex op een eiland in de Seine. Het is zondag 26 november 2017, de slotdag van het driedaagse Festival Chorus des Hauts-de-Seine, dat hier, in het zuidwesten van Parijs, plaatsvindt. Op de affiche vandaag nagenoeg uitsluitend hiphop, met Action Bronson, De La Soul en héros local Sch als publiekstrekkers. Maar ook ons land is goed vertegenwoordigd. In de kleinere zalen spelen Coely, Stuff en Caballero & JeanJass ten dans. Roméo Elvis moet als enige Belg La Grande Seine trotseren, een zaal van arenaproporties, met een capaciteit van vier- tot zesduizend toeschouwers nog het best te vergelijken met de Lotto Arena.

Ik zeg het niet om jullie dick te sucken, maar ik ben echt verliefd geworden op Vlaanderen.

***

Meer nog dan 2016, toen Roméo Elvis’ eerste YouTube-hit Bruxelles arrive en Damso’s BruxellesVie uitkwamen, was 2017 hét jaar van de Belgische hiphop. Met Fire Is Gold in Vilvoorde zag een nieuw hiphopfestival het licht, met Yo! wijdde Bozar de hele zomer een expo aan de hoofdstedelijke rap van vroeger tot nu, en voor de Brusselaflevering van zijn Canvasreeks Lefto in Transit nam dj Lefto de florerende hiphopscene onder de loep.

De opvallendste exponent van die hausse – in Brussel én daarbuiten – was Roméo Johnny Elvis Van Laeken, in 1992 geboren in Ukkel als zoon van Allez Allez-bassist Serge ‘Marka’ Van Laeken en actrice-comédienne Laurence Bibot. Nee, hij verkocht geen zaal van het kaliber Vorst Nationaal uit en nee, hij haalde geen dubbel platina in Frankrijk, zoals die andere Brusselse rapper, Damso. Hij slaagde wél in iets dat niet meer gebeurd was sinds Stromae: Vlaanderen op de knieën krijgen voor Franstalige muziek. Franstalige hiphop die met elektro flirt en bij momenten zelfs als punk klinkt – luister maar naar Morale 2, zijn dit voorjaar verschenen chef d’oeuvre.

Roméo Elvis schopte het met de single Diable tot Hotshot op Studio Brussel, hij speelde voor volle zalen in Vlaanderen en hij triomfeerde op zowat elk festival waar hij stond – van Fire Is Gold en Couleur Café tot Boomtown en de Lokerse Feesten. Als klap op de vuurpijl pleegde hij net nog een hold-up op de Red Bull Elektropedia Awards, zeg maar de MIA’s van het Belgische nachtleven. Artiest van het jaar, album van het jaar, beste liveact, beste single, beste urban: hij won zowat alles wat er te winnen viel. En dan ging de prijs voor beste producer ook nog eens naar zijn vaste beatmaker, Fabien Leclercq, alias Le Motel.

‘Heel fijn, al die awards, maar het waren er zo veel dat het op den duur wat gênant werd voor de anderen’, lacht Roméo Elvis. Hij ploft neer in de zetel van zijn festivalloge, in de ene hand een gouden fidgetspinner in de vorm van een stuurwiel (‘Speciaal voor mij gemaakt, zo bestaat er maar één in de hele wereld’) en in de andere zijn vapor (‘Heb ik pas gekocht, je bent getuige van mijn allereerste elektronische joint!’).

Of Knack Focus‘ mens-van-het-jaartitel hem überhaupt nog iets doet, vragen we. ‘Absoluut, mec!’ zegt hij zonder aarzelen. ‘Ik ben vereerd, des te meer omdat de erkenning uit Vlaanderen komt. Je moet weten: het beeld dat ik als kind van Vlaanderen had, was niet bepaald positief. Ik heb mijn hele jeugd in Linkebeek doorgebracht, een randgemeente van Brussel die niks dan taalproblemen kende. Ik was een Franstalige in Vlaanderen en voelde me er nooit echt welkom. Ik was zelfs een beetje bang van de Vlamingen, die in mijn ogen heel gesloten waren. Maar toen ik Vlaanderen twee jaar geleden herontdekte, via Stikstof en andere Nederlandstalige hiphop, bleek het omgekeerde waar. Vlaanderen is op alle vlakken beter ontwikkeld dan Wallonië – het is geen toeval dat monsterondernemingen als Live Nation, Red Bull of Coca-Cola uitgerekend van daaruit opereren. Niet om jullie dick tesucken of zo, maar ik ben echt verliefd geworden op Vlaanderen.’

Naar Parijs met Roméo Elvis, man van het jaar 2017: 'Ik heb één groot probleem: mijn ego'

En Vlaanderen op jou. Je Morale 2-tour dit jaar hield in Vlaanderen in twaalf clubs halt. Twaalf keer was het hopeloos uitverkocht.

Roméo Elvis: Zoiets gebeurt bijna nooit, en nu is het op korte tijd mij én mijn zus Angèle overkomen. Haar eerste single werd meteen een Hotshot, ze verkocht in één week tijd de Botanique uit en haalde in twee weken een miljoen views op YouTube. Zij wordt de succesvolste van de familie Van Laeken!

Ik weet zelf ook niet hoe dat Vlaamse succes te verklaren valt. Misschien heeft een eerlijke manier van communiceren er iets mee te maken. Ik probeer altijd een mondje Nederlands te praten als ik in Vlaanderen moet spelen. ‘Goeieavond iedereen, ik heet Roméo en ik spreek Frans, maar vandaag ben ik ook een beetje Vlaming.’

Het Vlaamse publiek staat erom bekend nogal bedeesd te zijn. Iets van gemerkt?

Roméo Elvis: Ja, de Vlamingen zijn erg teruggetrokken, en ze praten veel tijdens concerten. Dan vraag ik: ‘Vous êtes chauds?’ Waarop zij: blablabla. (lacht) Het is moeilijk om ze mee te krijgen. Dus om enige reactie uit te lokken moet ik ongeveer dubbel zoveel geven als elders. Dat vreet zodanig veel energie dat ik na een concert in Vlaanderen altijd helemaal leeg ben, totallyfucked-up. Maar hey, het werkt.

Je bent pas op je negentiende aan het rappen geslagen. Waarom zo laat?

Roméo Elvis: Tot mijn achttiende luisterde ik alleen maar naar rock en punk: Jimi Hendrix, The Beatles, The Who, de klassiekers, quoi. Ook de commerciëlere poprock van Muse en Green Day ging er bij mij wel in. Ik speelde een beetje gitaar, of dat pretendeerde ik toch. Je hoort het aan Drôle de question, waarvan ik de akoestische gitaarpartij zelf heb ingespeeld. Ik denk dat mijn shows ook wel een zekere rockenergie uitstralen. Het headbangen, het crowdsurfen, de pogo’s in het publiek: als je geen klank bij mijn concerten zou horen, zou niemand denken dat ik hiphop speel, eerder punk of hardcore.

Je zette je eerste stappen in de hiphop als los-vast lid van de Brusselse rapcrew L’Or du Commun.

Roméo Elvis: Ja. Die fijne jaren bij L’Or du Commun waren een les in geduld, in overleven. We probeerden iets te doen met het weinige dat we hadden. We zaten altijd met te veel volk in dezelfde wagen. En op concerten kregen we drie micro’s en vier boterhammen ter beschikking, die we dan onder ons zevenen moesten verdelen. Zoiets schept een band, zorgt voor een teamgeest.

'Als je geen klank bij mijn concerten zou horen, zou je eerder denken dat ik punk of hardcore speel.'
‘Als je geen klank bij mijn concerten zou horen, zou je eerder denken dat ik punk of hardcore speel.’

Die geest lijkt ook in de hedendaagse hiphopscene gevaren: verschillende stijlen, zelfde spirit.

Roméo Elvis:Klopt. Er is de jongste jaren in België une nouvelle culture francophone ontstaan, dankzij de Rode Duivels, wier populariteit in beide taalgebieden geëxplodeerd is, én dankzij Stromae, die in de muziek de grenzen heeft opengebroken – zonder hem zat ik hier vandaag allicht niet. Caballero & JeanJass, Hamza, Isha, L’Or du Commun, maar evengoed Nederlandstalige artiesten die al dan niet in hun moedertaal rappen, zoals Zwangere Guy, Coely, Dvtch Norris, Brihang, Woodie Smalls: ze maken allemaal een ander soort muziek, maar doen toch veel samen – kijk maar naar een initiatief als Niveau4, waar de hele scene zich op één podium verzamelt.

Het ding is: wij Belgen hebben geen groot hiphopverleden, we hebben niet veel ancêtres. De Fransen, de Britten en de Amerikanen wel, waardoor zij niet anders kunnen dan een vervolg te schrijven op een verhaal dat al goeddeels geschreven is. Wij hebben niks te bewijzen, geen verleden om ons mee te meten. Dat maakt onze muziek zo… chill.

Sinds vorig jaar zet je alles op je eigen carrière, weliswaar met Le Motel aan je zijde. Ook hij is niet gepokt en gemazeld in de hiphop, hij komt uit de elektronica. Hoe heb je hem leren kennen?

Roméo Elvis: Op een heel clichématige manier, eigenlijk.We hingen altijd op dezelfde feestjes in Brussel rond. Het soort feestjes waarop iedereen zijn iPod kon inpluggen en zijn ding kon doen. Op een keer was hij instrumentale beatmuziek aan het draaien en begonnen Primero van L’Or du Commun en ik daarop te freestylen. Dat wij rapten op muziek die geen rap was, vond Le Motel heel indrukwekkend. Waarop hij me vroeg of we niet samen iets konden proberen. En dat hebben we gedaan.

Wat maakt van jullie twee een match made in heaven?

Roméo Elvis: Goeie vraag. Wij zijn niet het type vrienden dat samen op vakantie gaat, maar Le Motel is wel de beste, meest getalenteerde persoon die ik ooit ontmoet heb. We zijn brothers in music. Hij is een echte minimalist, iemand die zich nooit op overdaad laat betrappen. En daarnaast is hij vooral een heel rustige jongen, iemand die graag de luwte opzoekt. Wat goed uitkomt, want ik ben zéér all over the place. (lacht) Ik lach er nu misschien mee, maar ik meen het wel: als Le Motel even luidruchtig was geweest en een even groot ego had gehad als ik, zou het tussen ons nooit gewerkt hebben.

Ik ben heel blij bij platenfirma Universal. Ik krijg hun geld, zij mijn buzz

Leo Walk, danser in een van je videoclips en een gewezen klasgenoot van jou, vertelde ons dat jij altijd al een leider bent geweest, ‘iemand met een sterke persoonlijkheid en een luide stem’.

Roméo Elvis: Haha! Die periode met Leo aan Saint-Luc in Doornik was fantastisch. Saint-Luc is een heel artistieke, ruimdenkende school. Een echte eye-opener voor iemand die zoals ik van een katholieke school in Eigenbrakel kwam. Ik kon er helemaal mezelf zijn. En ja, ik heb er mijn persoonlijkheid ontdekt, en mijn verlangen om bekeken te worden, om in het centrum van de belangstelling te staan. Ik had het nodig dat mensen achter mijn gat aan liepen. Ik wilde dat de anderen spectateurs waren in de grote Roméo Elvis-show. Het is dus geen verrassing dat ik weg ben gegaan bij L’Or du Commun om mijn eigen ding te doen. Dat heet egocentrisme, megalomanie. Ik ben daar niet trots op, maar ik moet het zeggen zoals het is. Dankzij mijn ego sta ik waar ik nu sta, maar het is tegelijkertijd mon défaut, mijn probleem. Een heel groot probleem soms.

Waarom?

Roméo Elvis: Omdat ik nooit stop met praten. Omdat ik altijd mijn gelijk wil halen. Het moet voor de mensen rondom mij niet altijd makkelijk zijn om me te volgen. Als ze me zeggen: Roméo, kalmeer nu toch eens, dan kan ik altijd wel duizend-en-een redenen verzinnen om toch maar het laatste woord te hebben.

Ook platenfirma Universal heb je naar verluidt gezegd waar het op staat. ‘Als ik vanavond een plaat klaar heb, moeten jullie die morgen in de winkels kunnen leggen. Al de rest kan ik zelf’, zou je hen verteld hebben voor je tekende. Hoe reageerden ze daarop?

Roméo Elvis: Ze moesten daar hard om lachen. Tot ik zei: nee nee, ik ben serieus. (lacht) Zij hebben een grotere portefeuille dan ik, maar meer ook niet. Dankzij de technologie en de sociale media kan ik vandaag de dag haast alles zelf. Ik neem mijn muziek zelf op, samen met mijn geluidsingenieur. Ik doe mijn eigen productie, samen met Le Motel. En ik maak mijn eigen videoclips. De clip van Lenita hebben we gedraaid in Manhattan, waar we in een hôtel de merde verbleven. Het geld voor zoiets week ik zelf los, bij sportmerk Puma in dit geval.

Het is Universal dat aan míjn deur is komen kloppen, niet omgekeerd. Iemand van hen was naar een concert van me komen kijken en zei: ‘We willen graag met je samenwerken.’ ‘Oké, waarom niet?’ dacht ik. En ik ben heel blij om bij Universal te zitten, laat dat duidelijk zijn. We hebben een heel directe relatie. Wij krijgen hun geld, zij onze buzz.

Met zijn gouden fidgetspinner in de vorm van een stuurwiel: 'Speciaal voor mij gemaakt. Zo bestaat er maar één in de hele wereld.'
Met zijn gouden fidgetspinner in de vorm van een stuurwiel: ‘Speciaal voor mij gemaakt. Zo bestaat er maar één in de hele wereld.’

***

Kon dit jaar ook op heel wat buzz rekenen: Damso, nog zo’n rapper uit Brussel. Hij deed Vorst Nationaal vollopen – met Roméo’s zus Angèle in zijn backingband én in zijn voorprogramma -, scoorde dubbel platina in Frankrijk en werd aangesteld om de officiële Rode Duivels-hymne voor het WK van volgend jaar te componeren.

Dat laatste zou ook wel iets voor Roméo Elvis geweest zijn, merken we op. Zijn vader is een notoire RWDM-fan, zelf heeft hij in zijn jeugd bij de lokale club van Linkebeek gespeeld, en nog steeds tref je hem op een podium niet zelden in een shirt van Juve of Chelsea.

‘Ik was de eerste die ze bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond voor die WK-song gevraagd hebben’, bekent hij, en hij neemt nog een teug van zijn vapor. ‘Maar ik heb nee gezegd.’

Echt? Waarom?

Roméo Elvis:Omdat zoiets in de eerste plaats een mediacircus is. Ik zou een rolletje moeten spelen, als ‘vertegenwoordiger’ in van die rode shirts moeten opdraven voor commercials en clips. Dat zie ik mezelf niet doen. Het is me te populair, ik denk dat ik er iets te veel hipster voor ben. Ik heb niet de ambitie om de nieuwe Stromae te worden. Pas op: ik was geflatteerd door de vraag, omdat ik voetbalfan ben, en omdat ik het een hele eer vond dat de bond mij erkende als een artiest die Vlamingen en Franstaligen kan samenbrengen.

De keuze voor Damso viel niet bij iedereen in goede aarde. Uit politieke hoek kwam er kritiek omdat zijn teksten vaak seksistisch en gewelddadig zouden zijn.

Roméo Elvis:Fucking ridicuul vond ik dat, puur tijdverlies. Heb je Viviane Teitelbaum (MR-politica en voorzitster van de Franstalige vrouwenvereniging CFFB, nvdr.) bezig gehoord? ‘Geef Damso een rode kaart’, zei ze. Alsof ze een glazen bol heeft, waarin ze nu al heeft gezien met wat voor een songtekst hij op de proppen zal komen. Nonsens! Oké, Damso hanteert weleens straffe taal in zijn lyrics, maar dat gaat hij heus niet doen in een commercieel nummer voor de Rode Duivels.

Op het podium van La Seine Musicale. 'Sinds kort willen mensen toch al met mij op de foto in de straten van Parijs.'
Op het podium van La Seine Musicale. ‘Sinds kort willen mensen toch al met mij op de foto in de straten van Parijs.’

Een rapper die het dit jaar nog harder te verduren kreeg, was de Algerijnse Fransman Fianso. Tijdens zijn concert in de Brusselse Vaartkapoen kreeg hij projectielen naar zijn hoofd geslingerd, omdat hij in zijn teksten Marokkanen zou beledigen.

Roméo Elvis: Fianso speelt met de street codes van de hiphop, en misschien zijn zijn lyrics soms een beetje touchy. Maar het is toch vooral een slechte samenloop van omstandigheden geweest, denk ik. Dat incident vond plaats vlak voor de rellen die in Brussel uitbraken na de WK-kwalificatie van Marokko. Die rellen, die warenpas buiten proportie. Toen ik de dag nadien de beelden van die brandende auto zag, dacht ik: ‘What the fuck, en dat allemaal voor een voetbalmatch?’ Wij Belgen kennen ook dat gevoel van euforie bij zo’n kwalificatie – toen het ons overkwam in 2014, voor de eerste keer in jaren, waren we ook door het dolle heen. Als er zoiets positiefs gebeurt, kan dat soms plots andere, veel grotere proporties aannemen. Al doe je zo’n shit niet enkel en alleen omdat je ploeg zich geplaatst heeft voor een toernooi. Er moet een andere, achterliggende reden geweest zijn, dat kan niet anders. Dit was een uitdrukking van iets slechts vanbinnen, un mal-être. Sommige mensen hebben nu eenmaal no compassion, maar daarom zijn ze nog niet representatief voor een hele gemeenschap.

Let jij op met wat je in je songteksten zegt?

Roméo Elvis: Ja. Op een keer kwam een jongen uit mijn omgeving me vertellen dat hij codeïne wilde gebruiken. ‘Waarom zou je die shit willen proberen?’ vroeg ik. Waarop hij: ‘Gewoon, omdat die en die rapper dat doet.’ Toen besefte ik dat lyrics een invloed kunnen hebben op de kids.

De clichés uit de gangstarapcultuur opzijschuiven, dat is een oefening die rappers in mijn ogen moeten maken. Ik zou ook over wapens, bitches en drugs kunnen zingen, maar ik doe het niet. Wel over wiet, maar dan spreek ik over mijn eigen gebruik. (lacht) Ik wil er niemand toe aanzetten.

Ben je ooit bang voor de mogelijke gevolgen van je wietgebruik, zoals schizofrenie?

Roméo Elvis: Ik denk daar wel eens over na. Weet je, ik drink niet, ik rook geen sigaretten, maar in cannabis heb ik iets gevonden dat ik kan controleren, kan managen. Het maakt me kalm wanneer ik dat nodig heb. Ik heb al van jongs af last van tinnitus. Zo veel dat ik er lange tijd niet door kon slapen. Toen ik rond mijn zestiende, zeventiende cannabis ontdekte, was dat geweldig voor mij. Want sindsdien weet ik eindelijk dat er zoiets bestaat als nachtrust.

De voetbalbond had me voor de WK-song gevraagd. Ik denk dat ik daar iets te veel hipster voor ben.

***

Roméo Elvis is niet alleen in Parijs voor dit ene festivaloptreden. Hij is al een paar dagen eerder naar de lichtstad afgezakt, om er met lokale topliners en sound engineers aan Morale2luxe te werken, een in februari 2018 te verschijnen heruitgave van Morale 2, met tien nieuwe songs.

Het is geen toeval dat hij die plaat uitgerekend in Frankrijk afwerkt, want het is daar dat zijn grote ambities voor 2018 liggen. Over enkele maanden, in april, staat hem in Parijs alvast een uitverkochte Bataclan te wachten, in november doet hij de iconische concertzaal Olympia aan. ‘Het grootste wat ik ooit gedaan heb, en dan heb er ik nog niet eens gespeeld’, lacht hij, en hij frunnikt aan zijn gouden ringen – vier stuks, bijna allemaal van zijn pa gekregen.

Roméo Elvis: Frankrijk is ons Amerika, hè. Het is voor ons wat de Verenigde Staten voor de Canadezen zijn. Lange tijd werd al wat in Canada gebeurde gezien als een onderdeel van de Amerikaanse cultuur, die natuurlijk veel groter is. Tot Drake, Tory Lanez en de hele Toronto-scene plots opkwamen, en ze in Amerika doorhadden dat er daar iets gaande was, iets exotisch. Hetzelfde geldt voor de Belgen in Frankrijk. Hamza is de eerste van ons, rappers uit Brussel, die er echt ontploft is, in 2015, 2016. Hij had een vibe die de Fransen niet kenden. Damso: juist hetzelfde. Dankzij hen hebben we hier nu een reputatie, en dat opent perspectieven. Mijn muziek begint op dit eigenste moment te broeien in Frankrijk. Sinds kort willen mensen toch met mij op de foto in de straten van Parijs. (lacht)

Heb je in België dan al bereikt wat je wilde bereiken? Je hebt nog nooit in de AB of op Rock Werchter gestaan.

Roméo Elvis: Nee, er liggen zeker nog mogelijkheden in België, maar de grootste klus is geklaard: we hebben onze namen in kranten en op line-ups gekregen. In Frankrijk is er nog meer werk aan de winkel.

Je hebt dit jaar ook door Canada getoerd.

Roméo Elvis: We hebben vijf shows in Montréal gespeeld, ja. Op een bepaald moment stonden we er zelfs voor vierduizend man. Ongelooflijk. Mijn plaat was daar nog niet eens uit, en toch zong iedereen de nummers even hard mee als bij ons.

Net na afsluiter Bruxelles arrive: Swing Siméon, Junior Goodfellaz, Roméo Elvis, Caballero en een enthousiaste Seine Musicale.
Net na afsluiter Bruxelles arrive: Swing Siméon, Junior Goodfellaz, Roméo Elvis, Caballero en een enthousiaste Seine Musicale.

De wondere wereld van het internet. Op YouTube breek je al langer potten en van Instagram ben je niet weg te slaan, maar hoe belangrijk is Spotify voor jou?

Roméo Elvis: Even belangrijk als radio indertijd voor mijn pa was, en televisie voor mijn ma. Kwamen ze daar op, dan verkochten ze meteen meer platen en theatertickets. Met Spotify is het net zo: in een major playlist terechtkomen kan je carrière een serieuze boost geven. Daarom heb ik een deal met Spotify België gesloten, en heb ik onlangs een spot voor hen ingesproken, reclame voor mezelf die luisteraars tussen twee nummers door te horen krijgen. En het blijkt te werken, want toen ik enkele dagen geleden in een gamewinkel was om een nieuw spelletje voor mijn Nintendo te kopen, vroeg de verkoper me plots: ‘Hey, ben jij niet die gast van Spotify?’ (lacht)

***

‘Elvis dans la plaza!’

Het is 17 uur en Roméo Elvis is aan zijn concert in La Seine Musicale begonnen. Nog voor er op het podium enig spoor van hem is – openingssong Sabena zingt hij vanuit de coulissen – gaat het publiek al door haar dak.

Een handvol lege zitjes op de bovenste tribunes van de zaal niet te na gesproken is de Parijse arena helemaal gevuld voor Roméo Elvis. En wat meer is: wilder dan bij hem zal het er die avond noch bij Sch nog bij De La Soul aan toe gaan.

Roméo Elvis laat het publiek en bloc van links naar rechts trippelen. Hij vraagt zijn fans op de grond te gaan zitten, om bij het invallen van de bassen weer op te veren. En hij eindigt met wat hij de trou noemt: iedereen moet een paar stappen achteruit zetten en vervolgens en masse opnieuw de ‘put’ in springen. De hele zaal doet gewillig mee.

Tijdens afsluiter Bruxelles arrive wordt Caballero het podium op geroepen, en doen hij en Roméo Elvis de vier- tot zesduizend man a capella zingen: ‘O, tu vas finir au Père-Lachaise et pas moi.’

***

What the fuck!’ roept een bezwete toeschouwer net na het concert. ‘C’était quoi, ça?’

Du rap. Du rap belge.

Ça existe.

Morale2luxe

Verschijnt op 16/2 bij Universal.

Dit is het coverinterview met Knack Focus’ Man van het Jaar 2017. Verder in dit nummer: Stijn Meuris‘ tirade – Beau Séjour-regisseursduo Beels & Basteyns over Façades – Nieuwe hoop voor Starwars-fans?

Naar Parijs met Roméo Elvis, man van het jaar 2017: 'Ik heb één groot probleem: mijn ego'
© Knack Focus

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content