Multijazztrio Too Noisy Fish gooit al meer dan tien jaar dingen uit het raam
Met enige coronavertraging brengt Too Noisy Fish onder de naam Too Many Fish een nieuw album uit om hun tienjarig bestaan te vieren. Daarbij worden de jazzmuzikanten bijgestaan door onder meer Dimitri Verhulst en DJ Grazzhoppa.
Hebt u een vis ooit al veel lawaai horen maken? Wellicht niet, en laat dat net de reden zijn waarom pianist Peter Vandenberghe zijn jazztrio, aangevuld met contrabassist Kristof Roseeuw en drummer Teun Verbruggen, Too Noisy Fish doopte. ‘Dat paradoxale beeld geeft mooi weer wat mij met onze muziek willen doen. Wij werken graag met absurditeit en met tegenstellingen.’
Too Noisy Fish ontstond als afsplitsing van Flat Earth Society, waar Vandenberghe, Roseeuw en Verbruggen de ritmesectie van vormden. ‘Door op die manier nauw samen te werken, hadden we al heel veel kleine projectjes samen gedaan. Maar dat waren meestal losse flodders, altijd heel tijdelijk. Op een bepaald moment wilde ik die samenwerking concreter maken. Dan begon ik nummers te schrijven, en eigenlijk had ik al meteen genoeg materiaal voor twee cd’s. Op zich een goede zaak, want door die overschot kon het project meteen langer doorgaan.’ (lacht)
Ondertussen is inderdaad gebleken dat Too Noisy Fish geen kortstondig project was. Het trio bracht al drie platen uit, en viert deze maand haar tienjarig bestaan. In feite bestaat de groep zelfs al twaalf jaar, maar corona stelde de feestelijkheden eventjes uit.
Om het jubileum te vieren, brengt de groep een album uit onder een licht gewijzigde naam: Too Many Fish. Een logische aanpassing als u weet dat de groep voor de gelegenheid heel wat extra leden rekruteerde. Onder deze naam wordt het trio bijgestaan door trompettist Bart Maris, altsaxofonist Philip De Jager, altsaxofonist Bruno Vansina, DJ Grazzhoppa en auteur Dimitri Verhulst.
Vooral de naam van Dimitri Verhulst valt op in jullie uitgebreide line-up. Hoe is hij bij het project betrokken geraakt?
Peter Vandenberghe: Een paar jaar geleden organiseerde Wouter Deprez een benefietavond voor Paard van Troje, een Gentse boekenwinkel waarvan de kelder ondergelopen was. Daar speelden we met Too Noisy Fish, en ook Dimitri Verhulst was aanwezig. Eigenlijk is Dimitri een grote muziekliefhebber, vooral van jazz, en na onze show sprak hij me aan. Hij vond wat we deden heel tof en wilde heel graag eens iets samen doen. Toevallig was ik op dat moment net bezig met een project rond twee kortfilms van Trisha De Cuyper en Jan Lapeire. De dag na de benefietavond heb ik Dimitri dan meteen gebeld met de vraag of hij wilde aansluiten bij dat project, dat uiteindelijk Nightwatch is gaan heten. Hij was meteen geïnspireerd door die kortfilms en heeft voor tekst en voordracht gezorgd. Zijn beeldende taal vond ik zo’n verrijking voor onze muziek dat hij ook een van de eerste mensen was waar ik aan dacht om mee te doen met Too Many Fish.
Op het album van Too Many Fish zorgt hij niet enkel voor tekst, maar zingt hij ook. Dat lijkt me buiten zijn comfortzone te liggen.
Vandenberghe: In eerste instantie heeft hij tijdens Nightwatch zelfs gedanst. Dat deed hij op de première, en daarna nooit meer. Bij de tweede voorstelling zei hij dat hij dat nooit meer wilde doen. (lacht) Maar het zingen doet hij nog steeds, dus dat lijkt hem wel te liggen. Zingen is nochtans ook niet simpel, hè. Het is iets heel delicaat. Maar ik vind dat Dimitri het fantastisch doet.
Ook DJ Grazzhoppa is een opvallende aanvulling aan een jazzgroep.
Vandenberghe: Grazz is een ongelooflijke muzikant waar ik al vaker mee heb samengewerkt. Ik weet niet hoe hij het doet, maar hij is altijd mee met wat anderen doen. Wat hij met zijn turntables doet is ongelooflijk vloeibaar, en hij past zich heel makkelijk in tijdens improvisaties. Ook bij gecomponeerde stukken zorgt hij altijd voor toffe aanvulling. Bij Too Many Fish is hij eigenlijk onze man van de elektronica.
Even over het album zelf: De hoes voor Too Noisy Fish: 10 Years Too Many Fish is blijkbaar geïnspireerd door het schilderij De Toren van Babel van Pieter Bruegel de Oude.
Vandenberghe: Een aantal jaren terug heb ik dat schilderij voor het eerst gezien in Wenen. Ik was van mijn sokken geblazen. Niet alleen door hoe mooi het was, maar ook door hoe diepgaand en veelzeggend. Je hebt de grote toren die eerst alle aandacht opeist, maar als je beter gaat kijken zie je daar allerlei kleinere tafereeltjes. Voor mij is dat een symbool voor de realiteit: je hebt altijd een groots evenement dat altijd uitgelicht wordt, maar daarrond spelen zich zoveel kleine dingen af die allemaal aan dat grote verhaal bijdragen. En dan heb je nog dat hele gegeven van de spraakverwarring, dat een beetje doet denken aan de manier waarop Too Many Fish allerlei verschillende muzikanten samenbrengt.
Het past ook bij jullie muzikale stijl, die je regelmatig als ‘multijazz’ omschrijft. Wat bedoel je daar precies mee?
Vandenberghe: Ik ben een muzikale omnivoor. Er bestaat goede en slechte muziek, maar geen goede of slechte stijl. In elk genre zijn er interessante dingen te horen. Zelf luister ik bijvoorbeeld ook graag naar klassieke muziek, naar metal of naar techno. Met Too Noisy Fish zijn we veroordeeld tot een genre te horen, en dan hebben we met de vrijheid van jazz het meeste gemeen. Maar ik wil me niet beperken tot de afgelijnde regels van zo’n genre. Vandaar: multijazz.
Schrijf je je muziek bewust om de grenzen van de jazz open te breken?
Vandenberghe: Nee, ik sta niet op de barricades met de bedoeling om iets nieuws uit te vinden. Ik ben er zelfs van overtuigd dat dat niet kan, wat er is al zoveel muziek gemaakt. (lacht) Ik heb gewoon een brede muzikale interesse die automatisch naar boven komt in wat ik schrijf. Bovendien leven we in tijden waarin dat zomaar kan. Vroeger was zelfs freejazz aan regels gebonden. Alles wat te mooi of tonaal klonk, was zogezegd slecht. Tegenwoordig kan je zonder gêne met alles aan de slag gaan, zonder te moeten verwantwoorden wat wel of niet kan.
Al vind ik ook wel dat we tegenwoordig in een soort recyclagetijd leven. Als er iets is dat ik wel bewust wil doen, dan is het onszelf niet herhalen. Too Noisy Fish doet aan producties, niet aan reproducties.
Nochtans is het laatste nummer op jullie verjaardagsalbum een nieuwe versie van Defenestration, een nummer dat jullie al eens eerder uitbrachten.
Vandenberghe: Ja, dat is wel een beetje het lijfnummer van Too Noisy Fish geworden. Defenestration gaat over de kunst van dingen uit het raam gooien. Een gewelddadige daad zonder agressie, zonder te weten waarom. Soms heb je gewoon eens die drang.
Moet ik dat letterlijk of metaforisch opvatten?
Vandenberghe: Metaforisch, ja. Ik denk niet dat ik ooit al effectief eens iets uit een raam gegooid heb. (lacht) Het gaat opnieuw over het naar buiten gooien van vooroordelen, of van voorgebakken ideeën. Laat ons gewoon eens ons eigen ding doen en ons niet te veel van de regeltjes aantrekken.
Too Many Too Early, het openingsnummer van het album, lijkt dat advies ter harte te nemen. Het is een achttien minuten lange compositie die alle kanten uitschiet. Precies een statement om de luisteraar uit te dagen.
Vandenberghe: Nochtans is dat nummer automatisch zo lang geworden. Ik ben gewoon beginnen schrijven en plots had ik een compositie van bijna twintig minuten. Maar dan begin je je inderdaad de vraag te stellen of zoiets wel nog kan in deze tijden. Het is niet bewust als statement geschreven, maar ik vind het wel heel stoer om het album op die manier te beginnen.
Het meest opvallende nummer is dan weer Kakapipitalisme, met Dimitri Verhulst die als doemprofeet tekeer gaat. Zijn tekst is erg maatschappijkritisch. Heeft dat altijd in het DNA van Too Noisy Fish gezeten, of is dat Verhulsts bijdrage?
Vanderberghe: Laten we zeggen dat het er voor de eerste keer zo woordelijk in zit. Maar ik vind wel dat dat altijd al in onze muziek heeft gezeten. We leven in een maatschappij die erg sturend is, en alles wat te ver buiten de lijntjes kleurt wordt al snel scheef bekeken. Ik heb daarentegen altijd al die drang gehad om buiten de vakjes te denken, en zo is het ook altijd in mijn muziek geweest. We doen gewoon wat we willen en we laten ons niet kisten.
Merk je veel tegenwicht wanneer je in je muziek gewoon je zin doet?
Vandenberghe: Wat mij vaak opvalt, is dat mensen na een optreden tegen me komen zeggen dat ze het eigenlijk wel toegankelijk vonden. Laatst kwam iemand zich daar zelfs voor excuseren. (lacht) Maar ik vind dat net fijn. Het is nooit mijn bedoeling geweest om muziek te spelen voor een kleine niche. Moeilijke muziek is niet per se ontoegankelijk.
Weet je, veel dingen worden tegenwoordig voor een specifiek doelpubliek geschreven. ‘Voor kinderen’, ‘voor Q-Music’, en weet ik veel wat allemaal. Dan worden er een hoop parameters afgevinkt en dan is het zogezegd toegankelijk. Dat heb ik nooit gesnapt. Wij doen gewoon ons ding, en dan zien we achteraf wel wie erdoor aangesproken wordt. We schrijven misschien niet voor een specifiek publiek, maar wanneer mensen ons achteraf komen zeggen dat ze normaal geen jazz luisteren, maar ons optreden net heel tof vonden, dan doet dat mij net plezier.
Too Many Fish: 10 Years Too Noisy Fish verschijnt op 7 april via Mighty Quinn Records.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier