Lucrecia Dalts persoonlijkste album tot nu toe gaat over een alien die geen tijd ervaart
Op ¡Ay! vertelt Lucrecia Dalt het verhaal van de alien Preta, en dat via een mengelmoes van experimentele elektronica en traditionele muziek uit haar geboorteland Colombia. ‘Ik hou ervan om uiteenlopende concepten op verrassende manieren samen te brengen.’
Tot voor kort zou je de muziek van Lucrecia Dalt nooit uitgekozen hebben om de dansbenen los te zwieren. De Colombiaanse muzikante, die een verleden als geotechnisch ingenieur heeft en in 2014 naar Berlijn verhuisde, maakt niet meteen catchy nummers met een kop en een staart. Op albums als Commotus of No era sólida specialiseerde ze zich in minimalistische, experimentele sfeerstukken. Anticlines uit 2018 was dan weer een bedwelmende, op elektronische klanken gezette dichtbundel.
Op ¡Ay!, haar nieuwe album dat vorige maand verscheen, klinkt Dalt echter dansbaarder dan ooit tevoren. Denk daarbij niet aan pompende beats uit haar huidige woonplaats Berlijn, maar aan Zuid-Amerikaanse chansons die uw meest sensuele moves naar boven brengen. Op ¡Ay! liet Dalt zich namelijk inspireren door bolero, son, merengue, en andere traditionele genres uit haar geboorteland. Het soort muziek dat in haar kindertijd in elke Colombiaanse kroeg te horen was, of dat thuis door de radio klonk.
Niet dat de muzikante daarbij haar experimentele touch achterwege liet. De traditionele Zuid-Amerikaanse klanken worden gefilterd door een experimentele lens, waarmee Dalt de genres een vernieuwend randje geeft. Bovendien vertelt de plaat een science-fictionverhaal over Preta, een alien die geen tijd ervaart en onze planeet komt verkennen. Ondanks die bijzondere symboliek vertelt de plaat haar meest persoonlijke verhaal tot nu toe. En het resultaat klinkt ook nog eens verrassend aanstekelijk.
Vanwaar de nostalgische drang om die traditionele genres uit je geboorteland te verkennen?
Lucrecia Dalt: Ik verlangde er al een tijdje naar om iets met die geluiden te doen. De concrete aanleiding was toen ik zes jaar geleden een mix vol boleronummers samenstelde voor een vriend. Terwijl ik liedjes verzamelde, herontdekte ik alle muziek waar mijn ouders vroeger naar luisterden terwijl ze thuis zaten, of wanneer we ergens iets gingen drinken. Die muziek was alomtegenwoordig in Colombia, en tot ik die mix maakte had ik nooit erkend hoezeer ze me eigenlijk gevormd heeft. Toen begon het idee te spelen dat ik ooit iets met die ritmes wilde doen, al duurde het even tot ik er de tijd voor vond. En toen kwam corona. Niet alleen had ik daardoor alle tijd om te maken wat ik wilde, ook werden mijn nostalgische gevoelens in die periode dikker aangezet. Het was het ideale moment om uit te zoeken wat ik met die herinneringen wilde doen.
Je muziek heeft vaak een erg vrije vorm. Het zijn eerder sfeerstukken dan liederen. Was het moeilijk om voor dit album met traditionelere songstructuren te werken?
Dalt: Eigenlijk niet. In het verleden heb ik vaak het abstracte pad gekozen omdat het leuk is om niet beperkt te worden door structuren. Maar op zich heb ik het ook altijd leuk gevonden om popmuziek te schrijven. En nu ik me liet inspireren door bolero en dergelijke genres, kwamen die traditionelere ritmes bijna automatisch. Bovendien wilde ik heel graag opnieuw zingen, wat me opnieuw op een klassiekere manier deed componeren.
Aan The Wire magazine vertelde je onlangs dat de albumtitel verwijst naar het nummer Ay José van de Cubaanse zangeres Graciela.
Dalt: Dat is deels waar, maar moet wat genuanceerd worden. ‘Ay’ is een uitdrukking die we in Latijns-Amerika veel gebruiken in Latijns-Amerika. Het kan zowat elk gevoel uitdrukken. Soms roep je ‘ay’ uit verrassing, andere keren uit vreugde en soms uit verdriet of woede. Zelf gebruik ik het constant, zelfs wanneer ik berichten stuur naar vrienden die helemaal geen Spaans spreken. Doordat die uitdrukking zo hard in mijn taalgebruik zit ingebakken, stelt de albumtitel een deel van mijn persoonlijkheid voor. Het is kort en humoristisch, wat je op basis van mijn vorige werken misschien niet zou verwachten. Ay José heb ik veel geluisterd toen ik het album schreef, maar ik noemde het vooral als voorbeeld van hoe ‘ay’ allemaal gebruikt kan worden.
In een review voor het album noemde Pitchfork ¡Ay! ook een cultureel statement, omdat folkloristische genres uit Latijns-Amerika in het westen vaak als muf en statisch gezien worden. Was dat een bewuste missie?
Dalt: Dat is een lastige vraag. Zelf zie ik het album niet als een politiek werk. De muziek komt voort uit een oprecht verlangen om mijn persoonlijke herinneringen weer tot leven te wekken, en ik wil vooral dat mensen snappen in welke context die ontstaan zijn. Tegelijk begrijp ik de maatschappelijke achtergrond natuurlijk wel. Momenteel proberen veel mensen hun blik te verruimen en andere culturen te begrijpen, en in die zin past ¡Ay! perfect in dat verhaal. Maar voor mij is het geen statement, dit is gewoon de muziek van mijn kindertijd. Als ik in Europa was opgegroeid, dan had ik een hele andere plaat gemaakt.
Tot nu toe klonk het verhaal achter de plaat heel menselijk en nostalgisch. Je zou bijna vergeten dat er ook een science-fictionverhaal rond een alien genaamd Preta in verteld wordt.
Dalt: (lacht) Op zich heeft die narratieve reflex altijd in mij gezeten. Mijn vorige album No era sólida was ook opgebouwd rond het fictieve personage Lia. En ik hou enorm van film. Volgens mij is dat het medium waar ik het meeste ideeën uit put, nog meer dan muziek. De teksten op dit album zijn veel persoonlijker dan ik gewend ben, dus het voelde juist om een nieuw personage te bedenken om die inhoud doorheen te filteren. Door nieuwe werelden en nieuwe individuen op te roepen, kan ik indirect spreken over heel directe onderwerpen.
Preta is dus geïnspireerd op films?
Dalt: Eigenlijk is ze geboren uit mijn samenwerking met Miguel Prado, een filosoof waarmee ik samenwerkte voor een audiovisueel kunstwerk. Met hem heb ik toen veel gesprekken gehad over de condition humaine, over wat we als mensen op de wereld doen en wat onze limieten zijn. Daar zijn vrij zware, esoterische teksten uit voortgekomen, maar ik vroeg me af of ik die ideeën ook op een wat volksere, misschien zelfs humoristische manier kon brengen. Toen is Preta ontstaan, als een soort buitenaards perspectief op onze menselijkheid. Dat klinkt misschien niet als de meest logische keuze om zo’n verhaal te vertellen, maar ik hou ervan om uiteenlopende concepten op verrassende manieren samen te brengen. Zo is Preta niet enkel op science-fiction gebaseerd, maar ook op mythologische verhalen uit Mallorca.
Van Colombia naar Mallorca?
Dalt: (lacht) Eén van de performers die deel uitmaakte van mijn oorspronkelijke samenwerking met Miguel was afkomstig van Mallorca, en ik vond dat landschap erg goed bij het verhaal passen. We hebben ook alle videoclips daar opgenomen. Daarnaast ben in de lokale folklore gedoken en heb ik daar veel inspiratie in gevonden. Het nummer El Galatzó is bijvoorbeeld vernoemd naar een berg op Mallorca waar zich een vreemd fenomeen voordoet. De rotsen bezitten er een vreemd soort elektromagnetisme, waardoor er elk jaar slangen samentroepen. Als geoloog ben ik sowieso geboeid door zulke verhalen, maar binnen ¡Ay! kon ik er nog extra betekenissen aan verbinden. Alsof dat elektromagnetische veld ontstaan is door een andere alien die haar krachten is verloren, maar Preta die invloeden nog herkent. Als tijdloos wezen is ook zij gefascineerd door rotsen die heel wat geschiedenis in zich dragen.
Je noemt Preta een ‘tijdloos wezen’. Met songtitels als Atemporal en No tiempo lijkt tijdloosheid inderdaad een belangrijk motief te zijn op de plaat.
Dalt: Zoals ik daarnet zei bestudeert Preta onze limieten als mens. Toen ik erover nadacht, besefte ik dat al onze beperkingen te maken hebben met tijd. Of toch met de manier waarop we ermee omgaan. Als referentie gebruik ik altijd een scène uit de film Love streams waarin Gena Rowlands met een psychiater praat. Rowlands beschrijft hoe liefde volgens haar een stroom is die nooit eindigt. De psychiater spreekt haar tegen en beweert dat de stroom ooit tot stilstand moet komen. Preta zou Rowlands gelijk geven. Volgens haar kijken we op een verkeerde manier naar tijd en zouden we er deugd van hebben als we onze blik zouden verruimen. Langs de andere kant vormde het ook weer een mooi contrast: aan de ene kant heb je de vergankelijke mens, aan de andere kant de tijdloze alien die ons observeert vanuit een ander frame.
Een van de observaties in de videoclip voor No tiempo is dat mensen niet meer lijken te dansen. Hoezo?
Dalt: Ten eerste is het een referentie naar een referentie, want die zin komt in veel van mijn videoclips terug. Daarnaast voelde het in dit geval bijzonder relevant, als verwijzing naar de pandemie. Maar net als de rest van het album, voelt het deze keer ook extra persoonlijk. Alex Lázaro, de danser die je in die video ziet, en ikzelf wonen in Berlijn. Hoewel we allebei heel erg van dansen houden, komen we bijna nooit in Berghain of de andere hippe clubs. We weten niet zo goed waar we in de grote stad aan onze trekken kunnen komen, en we lijken ons vooral in heel kleine groepjes te amuseren. Geheel in lijn met de plaat begon ik me daardoor ook vragen te stellen. Zou het kunnen dat genres als bolero en merengue ooit volledig verloren gaan? De ritmes die in mijn jeugd alomtegenwoordig waren, vind je hier amper terug.
Over dansen gesproken: toen je twee jaar geleden in de Botanique speelde, zat je redelijk stil aan een tafel vol elektronische apparatuur. Zal de nieuwe liveshow anders zijn?
Dalt: Zeker! Ik zorg nog steeds voor de elektronische klanken, maar daarnaast ga ik veel meer over het podium bewegen om allerlei andere instrumenten te spelen. Zo creëer ik een soort ruimtelijkheid die ik mist in oudere concerten toen ik aan een tafel zat. Want in Colombia dansen we veel, en zo kan ik ook die dimensie van het album live presenteren. Over mijn oudere optredens zeiden mensen al vaak dat mijn voetenwerk sterk was toen ik mijn benen mee bewoog op de muziek, dus het heeft altijd al in mij gezeten. (lacht)
¡Ay! is nu verkrijgbaar via het label RVNG en te beluisteren via de gebruikelijke kanalen.
Op donderdag 17 november stelt Lucrecia Dalt de plaat live voor in de Vooruit te Gent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier