Een nieuwe zomer, en voor het eerst in vijf jaar nog eens een nieuwe Lianne La Havas. Met dank aan Radiohead en liefdestrubbels.
‘Ik ben door een hoop emoties gegaan en de weerslag daarvan, chronologisch gerangschikt en al, zijn de nummers op de plaat.’ Zo briefte Lianne La Havas ons vorige maand aangaande haar derde, naar zichzelf vernoemde elpee, waarop ze andermaal een resem wolkjes van folk, jazz, pop en soul samenblaast. Herkenbaar dus, al was het maar door haar markante stem, een natuurlijke klankbron die zangpuristen wellicht als onzuiver bestempelen, maar net aan die imperfectie haar beminnelijkheid ontleent.
Gelukkig maar dat de Londense artieste met dat onmiskenbare talent niet zuinig is, want een amoureuze breuk is in platenland zelden nog een zinderende aangelegenheid. La Havas’ liquide gitaarspel beperkt zich dan weer tot het leggen van een basis, als een dagdromende Kenny Burrell. Gek genoeg zorgt haar band nauwelijks voor meerwaarde in Can’t Fight of Please Don’t Make Me Cry, waarin ze even lome melodieën laat horen als in sobere tokkelmomenten zoals Green Papaya of Courage.
We mogen daaruit opmaken dat La Havas deze bundel songs heeft aangewend om zich in de breedte te ontwikkelen in plaats van vooruit. Maar zelfs als u van een artiest per definitie dat laatste verwacht, is Lianne La Havas een genietbaar luistergebeuren. Van bij het begin van Bittersweet is de zaak zoniet voor de helft gewonnen, dan toch al voor een kwart (het andere kwart blijft van Isaac Hayes, bij wie de sample is geplukt). La Havas slaat het zwoele, langoureuze ritmepatroon uit als een springplank om ter hoogte van de regels ‘ No more hanging around/ Oh, my sun’s going down/ Telling me something isn’t right, no‘ een eerste keer haar vocale kracht en sierlijkheid te etaleren.
Een ander hoogtepunt is Weird Fishes, de cover van Radiohead die al jaren op haar setlist prijkt en waarvan de vruchtbare studiocaptatie volgens La Havas de toon voor de rest van de plaat heeft gezet. Hier komen haar begeleiders wel degelijk van pas: drums, bas en synths in een stuwende, dan weer nederige en ten slotte verzengende rol, terwijl La Havas volledig opgaat in de slotzin ‘ I’ll hit the bottom and escape‘.
De wervelende dynamiek keert deels terug in slotsong Sour Flower, waarin La Havas haar herwonnen vrijheid rondbazuint om uiteindelijk (na een iets te lange jamcoda) schaterend te besluiten met ‘ that’s it, we’re done!‘ Van een traan naar een lach in een dikke drie kwartier: weet u ook weer hoe dat moet.
Lianne La Havas – Lianne La Havas
Streamtips: Green Papaya // Weird Fishes // Read My Mind
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier