Kat Steppe & Frank Vander linden: ‘Shit, ik ben verliefd op een Vlaamse zanger’
Zij peilt in Een kwestie van geluk, elke woensdag op één, naar de ziel van Borgerhout; hij legt een stukje van zijn eigen ziel bloot op theatertour met De Mens. Samen vormen ze al vijftien jaar het perfect imperfecte huwelijk. Of zoals ze het zelf noemen, ‘ons gruwelijk’. Kat Steppe (41) en Frank Vander linden (53): het eerste dubbelinterview.
‘Het begon allemaal met een fax van Dominique Deruddere.’
Frank Vander linden schuift zijn crocs onder de mahoniehouten picknicktafel in de eetkamer, een balkonveranda met verstrekkend uitzicht over een besneeuwd Pajottenland. Hij wisselt een blik met zijn vrouw, een blik die zegt: ‘Weet je nog?’ Dit verhaal hebben ze vast al tientallen keren verteld, tijdens feestjes of spaghetti-avonden, aan deze picknicktafel.
Frank knijpt zijn ogen tot spleetjes. Ik lees vertedering. Mogelijk ontroering. Het kan ook de sneeuw zijn. Maar het begon dus met een fax van Dominique Deruddere.
FRANK VANDER LINDEN: Dominique was in 1999 mentor van een aantal filmstudenten aan het Rits. Op een dag stuurde hij een fax – een fax, ja; zó lang geleden dus. (lacht) Of ik muziek wilde schrijven bij een filmpje van een van zijn studentes. Tussen haakjes stond erbij: ‘Die ogen! Die stem! Die benen!’ Dat was dus Kat Steppe.
KAT STEPPE: Ik had een redelijk vuil filmke gemaakt, en ik wilde dus een vuile soundtrack. Frank had met De Mens net Seks verandert alles uitgebracht, dus dacht ik: die Vander linden zal wel iets sleazy kunnen componeren. Dominique heeft eerst nog geprobeerd om me andere muzikanten aan te praten. ‘Moet ik Tom Barman niet eens bellen? Die ken ik ook!’
VANDER LINDEN: Amai, daar is Tom Barman goed weggekomen. (lacht)
STEPPE: Maar ik heb voet bij stuk gehouden. En toen heeft Dominique dus die fax verstuurd.
VANDER LINDEN: En ik heb haar vrijwel meteen gebeld.
STEPPE: Om acht uur ’s morgens! Ik lag nog in bed met mijn toenmalig lief.
VANDER LINDEN: In ieder geval: ik hoorde haar stem en was meteen verkocht.
STEPPE: Nochtans: bij onze eerste ontmoeting in de Time-Out, het café naast het Rits, leek je licht teleurgesteld. Je had waarschijnlijk meer verwacht van mijn benen. (lacht)
VANDER LINDEN: Wat wil je? Je droeg een lange broek! Jij was allicht teleurgesteld omdat ik niet half zo vuil was als je had gehoopt.
STEPPE: Excuseer? Het eerste wat je zei was: ‘Neem dit moment maar goed in je op, zodat je het je herinnert op de dag dat we trouwen.’ Zo flirten!
Jij wist toen al: dit wordt mijn vrouw?
VANDER LINDEN: Ergens wel, ja. Wellicht de overmoed van een rockmuzikant die net een beetje succes begon te krijgen. Maar zij was 25, ik 37. Natuurlijk geloofde ik niet écht dat zo’n knap, jong ding voor mij zou gaan. Net daarom heb ik het waarschijnlijk zo brutaal gespeeld.
STEPPE: Onze tweede date viel ook tegen. Frank was net op reis geweest naar India en was als een halve hippie teruggekeerd. Een en al zweverigheid. En maar verhalen vertellen over hoe onthecht hij daar was geraakt! Met reisverhalen is het een beetje zoals met verhalen over je eigen kinderen: buiten jezelf interesseert het volstrekt niemand. Frank heeft me toen echt uit mijn sokken verveeld.
VANDER LINDEN: … zegt de vrouw die erom bekendstaat dat ze voor haar documentaires uren naar de verhalen van wildvreemden kan luisteren.
STEPPE: (onverstoorbaar) Dat je toen met je handen zat te eten ‘omdat ze dat in India ook doen’ hielp ook niet echt.
VANDER LINDEN: Ik was, denk ik, vooral zenuwachtig. Gelukkig zijn we na dat etentje in een café beland waar ze The Smiths draaiden. Bleken we allebei zot van te zijn. En daar is het gebeurd. Je zou kunnen zeggen dat Morrissey ons gekoppeld heeft.
STEPPE: Ik dacht: ‘Shit, ik ben verliefd op een Vlaamse zanger!’
VANDER LINDEN: (monkelend) Mooie kop voor boven je stuk. Maar bon: drie weken later woonden we samen. Negen maanden later zijn we getrouwd.
Een oudere zoon
Niet dat het van moeten was. Kinderen kwamen er pas veel later. Zoontje John heeft net zijn vijfde verjaardag gevierd – de slingers en vlaggetjes hangen nog boven de picknicktafel. En vorig jaar is Kat bevallen van Polly, midden in de montage van Goed volk, het culinaire reisprogramma met Jeroen Meus waarvan ze nu – tussen het monteren van Een kwestie van geluk – een tweede reeks aan het draaien is. Logisch, vindt ze zelf, dat ze haar programma’s thuis in de kelder monteert.
STEPPE: Het is de enige manier om elke dag veertien uur door te werken en toch nog zelf de pampers van mijn dochter te verversen.
Lijkt me niet evident, zo’n huishouden waarin beide partners hun werk letterlijk mee naar huis nemen.
VANDER LINDEN: Dat is het ook niet. Ik die hier op mijn gitaar zit te tokkelen, en Kat die in de kelder als een bezetene aan haar programma’s werkt: dat zorgt onvermijdelijk voor spanningen. Intussen is haar monteur hier ook nog eens komen inwonen. Dat is nu bijna onze oudere zoon. Er zijn simpelweg geen schotten tussen ons werk en… ons plezier, dacht ik te zeggen.
STEPPE: Ons huwelijk?
VANDER LINDEN: Voilà. We noemen het niet toevallig ons gruwelijk. (lacht)
Heeft het ook voordelen, leven en werken onder één dak?
STEPPE: Tuurlijk wel. Frank is mijn muziekdatabank. Hij kiest de muziek voor Goed volk, voor Dagelijkse kost, dat ik vroeger regisseerde. En… ik voel een beetje schroom om het te zeggen, maar in stresserende periodes als deze heb ik Frank nodig voor mijn mentale gezondheid. Hij houdt mijn kop in orde. Als ik in volle montage het overzicht kwijt ben, kan hij me supersnel weer tot de essentie brengen. En ik vind hem nog altijd grappig.
Ik wil niet de relatietherapeut uithangen, Frank, maar je vrouw heeft je net twee complimenten gegeven. Jouw beurt.
VANDER LINDEN: Goed dan. (lacht) Die ogen, die stem, die benen: dat zit allemaal nog altijd goed op zijn plaats. Verder bewonder ik Kat om haar intelligentie. En ik denk niet dat er een grotere fan bestaat van haar films dan ik. Bedankt & merci, haar documentaire over oude volkscafés in de Westhoek, en Ik vergeet u nooit, over een verdwijnend kerkhof: daar zit zoveel empathie en mededogen in, en tegelijk steekt dat zo slim in elkaar. Haar televisiewerk vind ik ook fantastisch. Het kost alleen te veel tijd om te maken, en dat hakt in op mijn persoonlijke leven. (lacht)
Je maakt inderdaad trage, gelaagde documentaires. Ook nu weer met Een kwestie van geluk, je reeks over Borgerhout en Antwerpen-Noord.
STEPPE: Het is voor mij de enige manier om een genuanceerd en waarachtig beeld te schetsen van zo’n wijk. Ik heb niet de pretentie om te beweren dat mijn reeks toont hoe het is om daar te leven. Ik bén niet van Borgerhout, ik ben een meisje uit Menen dat in het Pajottenland woont. Maar ik ben wel op zoek gegaan naar verhalen en verbanden die hopelijk iets zéggen over Borgerhout. Ik maak een patchwork van portretten die je samen een idee geven van het dagelijkse leven daar.
Antwerpenaren noemen het weleens ‘Borgerokko’: een probleemwijk die geassocieerd wordt met drugs, culturele spanningen, relletjes. Jij zoomt nadrukkelijk níét in op die problemen.
STEPPE: Nee, omdat ik daar ook nauwelijks iets van ondervonden heb. Ja, één keer kwamen jonge gastjes mij drugs aanbieden. ‘Een kilo coke? Over een halfuur? Geen probleem!’ Tot je erop ingaat. Dan stuiven ze weg. (lacht) Daar is veel stoerdoenerij bij.
Eén keer ben ik min of meer belaagd. We waren onderweg voor een interview en ik moest ergens hard om lachen toen ik recht in de ogen keek van een Marokkaanse jongen op een bankje. Die jongen dacht, ten onrechte, dat ik met hém lachte. Hij kwam meteen op mij afgestapt om uit te pakken. ‘Wa’s uw probleem?’ Twee uur later, toen we weer buitenkwamen van dat interview, kwam hij opnieuw op me af. Ik dacht: nu gaan we het krijgen. Maar hij wilde zich verontschuldigen. ‘Ik heb overgereageerd’, zei hij. ‘Sorry.’ Dat is dus het meest onaangename wat me overkomen is. Valt nogal mee, hé.
Je weet duidelijk hoe je het vertrouwen van mensen wint. Hoe ben je erin geslaagd in die biotoop te infiltreren?
STEPPE: Tom Lenaerts heeft bij productiehuis Panenka een stel steengoede redacteurs die heel veel voorbereidend werk hebben gedaan. Zij hebben research gedaan naar de juiste ‘personages’. Maar het geheim is: luisteren. We hebben in totaal 120 dagen gedraaid, maar eigenlijk duurde het nooit lang voor al die mensen ons hun levensverhaal vertelden. In mijn montagecel in de kelder hangt een papier tegen de muur: ‘Iedereen heeft een wonde.’ Dat is ook nu weer gebleken. We zijn overal onbevangen binnengewandeld, hebben nooit sturende vragen gesteld. Maar bijna overal kwam de diepste wonde als eerste naar boven. Al na een paar minuten kwam er een levensbepalend verhaal uit. Zonder dat we daarnaar hoefden te hengelen.
En jij bent meer geïnteresseerd in dat verhaal dan in het grotere plaatje?
STEPPE: Mja. Het is zoals de verteller in de eerste aflevering zegt: ‘Ge weet nooit wat een ander denkt. De ander is altijd een vreemd land.’ Ik wilde de verhalen achter de gevels tonen, niet de zogenaamde samenlevingsproblemen blootleggen. Maar net door gewoon die dagelijkse taferelen te registreren, krijg je een veel objectiever beeld van de cultuurverschillen. Neem nu de Marokkaanse grootmoeder en haar zoon die tijdens het eten naar Al Jazeera kijken. Ik hoefde maar met de camera over hun schouders mee te kijken om te zien wat voor beelden zij voortdurend binnenkrijgen. Syriërs die gebombardeerd worden, een man die met zijn darmen uit zijn buik een laatste keer om Allah schreeuwt. Dan ga je begrijpen waarom zoveel moslims kwaad zijn op het Westen.
Omgekeerd zit er ook een verhaal in dat hén mogelijk een beter begrip geeft van ons wantrouwen tegenover religie. Als je Sven en Leona hoort vertellen over hun traumatische ervaringen in een nonnenschool, ga je begrijpen waarom zoveel Vlamingen van hun geloof gevallen zijn. Dus áls er al een pleidooi zit in de reeks, dan één voor meer wederzijds begrip. Nu lijkt het soms alsof er maar twee opvattingen mogelijk zijn over multiculturaliteit. Zij die vinden dat samenleven met verschillende culturen onmogelijk is, en zij die de multiculturele samenleving voorstellen als één harmonieuze smeltkroes. Ik hoop dat mijn reeks aantoont dat de waarheid daar ergens tussen ligt. Dat het best oké is om ook een beetje náást elkaar te leven.
Aan de oppervlakte lijkt Een kwestie van geluk een opeenvolging van willekeurige impressies, maar de associaties en verbanden die je legt zijn wel duidelijk beredeneerd.
VANDER LINDEN: O ja. Het is een enorme puzzel die ze legt.
STEPPE: Alle 120 draaidagen zijn tot op de letter uitgeschreven. Al die A4’s liggen hier beneden uitgespreid over verschillende tafels. En tussen al die verhalen zoek ik dan verbanden. Maar die zijn nooit letterlijk, eerder abstract of metaforisch.
Je medewerkers noemen je haast zonder uitzondering ‘maniakaal’.
STEPPE: Ik zou eerder zeggen: ’toegewijd’.
VANDER LINDEN: Nee, maniakaal is echt wel het woord. Om je een idee te geven: voor de vorige reeks van Goed volk is ze hoogzwanger gaan draaien in het koudste dorp van Siberië. Anderhalve week na haar bevalling zat ze alweer fulltime te monteren. Dat vind ik zo ambigu aan Kat. Al haar films en documentaires zijn lessen in onthaasting. ‘Leef in het hier en nu.’ ‘Geniet van het leven, want voor je het weet, is het voorbij.’ Maar zelf raast ze altijd maar door. Als ze een crisis krijgt omdat het haar allemaal boven het hoofd groeit, zeg ik altijd: ‘Jij hebt niks geleerd van je eigen werk.’
STEPPE: Dat gezegd zijnde: na de laatste montagedag, op 31 maart, ga ik me in een coma zuipen.
Raadplegen jullie elkaar vaak als het over jullie werk gaat?
VANDER LINDEN: Veel. En daar komen haast zonder uitzondering hoogoplopende discussies van. Maar dat is goed: wij zijn al duizend jaar langer samen dan koppels die veel minder ruzie maken. En uiteindelijk is het nettoresultaat wel altijd nuttig. Ook al is het vaak onpraktisch en inflammatoir . Kat is nogal brutaal in haar meningen. En meestal vindt ze wat ik gemaakt heb shit. Dat komt hard aan, zeker als ik zelf vind dat ik iets goeds gemaakt heb. Maar vaak heeft ze gelijk, en heb ik echt iets aan haar opmerkingen. Even vaak heeft ze ongelijk en doe ik koppig mijn zin. (lacht)
STEPPE: Ik denk dat ik van ons twee het slechtst met kritiek omkan.
VANDER LINDEN: O ja. Als ik een constructieve opmerking maak, schiet ze meestal in een colère: ‘Je begrijpt er niks van. Je bent een idioot’ – letterlijk citaat. Ik krijg dan onder mijn vijs omdat ik mijn mening geef, terwijl ze om mijn mening heeft gevráágd.
STEPPE: Dat is waar. Maar ik moet toegeven dat ik bijna altijd rekening houd met zijn opmerkingen. Al is dit waarschijnlijk de eerste keer dat ik dat luidop zeg. (lacht)
VANDER LINDEN: Waar zo’n dubbelinterview al niet goed voor is.
STEPPE: Ik denk dat mijn colère gewoon even moet gaan liggen voor ik de dingen weer helder zie. Mijn eerste reactie is altijd: ‘Hoe durf je zoiets te zeggen? Wat ken jij daar nu van?’ Maar van zodra mijn woede is overgewaaid, neem ik zijn kritiek wel vaak ter harte. Nu ja, soms is Frank gewoon heel subjectief in zijn kritiek. Zeker als het gaat over taal. Neem nu de aflevering van Goed volk in dat rusthuis. Hij vond dat ik er een volledig personage uit moest knippen omdat hij zich stoorde aan hoe hij sprak.
VANDER LINDEN: Zijn toon stond mij niet aan. Maar ik vond hem ook te jong om in een rusthuis te zitten. Ik dacht: de kijker gaat die mens nooit geloven en denken dat het een profiteur is.
STEPPE: Een profiteur? In een rusthuis?
VANDER LINDEN: In ieder geval, ik had gelijk. Je hébt hem eruit geknipt. En nooit heeft een televisieprogramma zoveel positieve reacties gekregen als die aflevering van Goed volk. Weet je, tegenkanting is gewoon nuttig. Niks zo desastreus als een kunstenaar die altijd zijn geniale visie wil doordrukken. Dan denk ik altijd: Prince heeft zijn beste nummers gemaakt toen hij nog de slaaf was van zijn platenfirma. Toen hij zich bevrijd had van dat zogenaamde juk heeft hij nooit meer zulke goeie dingen gemaakt. Het is nooit makkelijk om kritiek te krijgen, en al zeker niet van iemand die je graag ziet. Maar dat níét doen, doen alsof je geen bedenkingen hebt bij wat de ander doet en zomaar alles onder de mat vegen om de lieve vrede te bewaren: dat wreekt zich uiteindelijk.
STEPPE: De eerste plaat die Frank met De Mens maakte nadat we getrouwd waren, vond ik vreselijk. Echt verschrikkelijk. Ik was bijna kwaad op hem, én op mezelf. Zo van: hoe kan iemand die ik zo graag zie nu zo’n rommel maken?
VANDER LINDEN: Toch even meegeven dat we het hier hebben over het album Liefde, dat zo goed als unaniem lovend werd onthaald. ‘Frank Vander linden, pas getrouwd, heeft eindelijk de liefde gevonden en schreef er een prachtige plaat over’, dat was de teneur. Alleen: mijn vrouw vond het dikke kak. Maar het voordeel van liedjes is dat ze, zodra je ze loslaat, een eigen leven gaan leiden. Een van de nummers waar ik zelf het meest trots op was, was Billy, heb je mij gehoord? Toen ik haar glimmend van trots de demo liet horen, vond ze het de grootste shit die er ooit gemaakt was. Alweer: letterlijk citaat. Niet eens de grootste shit die ík ooit gemaakt had, de grootste shit die ér ooit gemaakt was. Maar dat nummer is uitgegroeid tot een van de meest gedraaide liedjes van De Mens. Heeft ook al flink wat Sabam-geld opgebracht.
STEPPE: Dat zet hij nu op een apart spaarboekje.
VANDER LINDEN: Dat ze er zéker geen handtassen van kan kopen. (lacht)
Wat ik me weleens afvraag, Kat: hoe voelt het om een man te hebben die elke avond over ándere vrouwen zingt? Sheryl Crow en Irene Rossi om er maar twee te noemen.
STEPPE: Ik kan niet zeggen dat ik dat erg vind. Op Sheryl Crow heb je bij mijn weten nooit gezeten. En Irene… Dat was je eerste en enige lief van betekenis. Als zij er niet was geweest, zat ik zestien jaar geleden opgescheept met een maagd van 37.
VANDER LINDEN: (verongelijkt) Zeg! Dat is helemaal niet waar. Steppe! Wat een leugens gewoon! Ben je niet beschaamd?
STEPPE: Nu je het zegt: daarvoor was er nog Claudine, zeker?
VANDER LINDEN: Ga je mij nu dwingen om een lijst voor te leggen?
STEPPE: Enfin, hij heeft dus meer dan één lief gehad.
VANDER LINDEN: In ieder geval meer dan alleen Irene.
STEPPE: Ze heeft natuurlijk wel eerst nee gezegd.
VANDER LINDEN: Maar wel heel mooi.
Een kwestie van geluk: elke woensdag om 20.35 uur op één.
De Mens – Nooit genoeg: De theatertournee doet nog Dendermonde (27/2), Harelbeke (9/3), Strombeek (18/3), Lier (24/3), Mol (25/3), Mechelen (1/4) en Brussel (4/2) aan. Alle info: demens.be
Door Vincent Byloo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier