Thank God for the Blues! Zo klonken Van Morrison, Daniel Lanois en Judi Jackson op Gent Jazz
Van The Man swingde er zondagavond op los aan De Bijloke. Al bracht dag vier van Gent Jazz net zo goed festivalproof r&b en – verrassing! – dub. Of toch Black Dub.
Judi Jackson kan het grote podium nog steeds de baas (***)
In het oude normaal, op Gent Jazz 2019, was Judi Jackson nog een ontdekking, een zangeres die na jarenlang kleine clubjes afschuimen voorzichtig haar eerste stappen zette op het grote boze festivalpodium. In het nieuwe normaal, bij haar wederoptreden aan De Bijloke, pakte ze dat podium in alsof ze nooit iets anders gedaan heeft.
De in 2020 door Jazz FM tot ‘Vocalist of the Year’ uitgeroepen Jackson heeft een stem à la Celeste: soms frivool, soms breekbaar maar altijd elastisch. En ze kan nog rappen ook! Haar band – vier man sterk – speelde op Gent Jazz dan weer het gros van de tijd voor anoniempje, met al te repetitieve gitaarriedels en pianopartijtjes. Alleen in het zwierige Magic en de uitloper van het dromerige Grace gingen ze eens écht all-in, compleet met wah-wahgitaren.
Qua sound zijn Jacksons songs een tikje te modern om tot jazzstandards te kunnen uitgroeien en te klassiek om onder neosoul geklasseerd te kunnen worden. Maar een nummer als River – een pianoballad die gaandeweg epische proporties aanneemt – schopte het niet voor niks tot bij Jools Holland. En ook haar overige werk was het soort tijdloos klinkende r&b die er op festivals vlotjes in gaat, zo bleek op Gent Jazz bij zij die gretig ‘There’s nothing I’d rather do than spend the afternoon with you’ meezongen.
Is Judi Jackson dan een van de grote jazzmadammen van morgen, zoals Gent Jazz-opperhoofd Bertrand Flamang haar drie jaar geleden omschreef? Op dit moment nog niet. Maar ze kan dat grote boze festivalpodium inmiddels wel probleemloos de baas.
Daniel Lanois tovert Trixie Whitley uit zijn pet (****)
Daniel Lanois dan: een grote meneer, vooral achter de knoppen. Vraag maar aan Bob Dylan, Neil Young, Peter Gabriel, U2 of eender welk ander icoon dat weleens een plaat door hem liet producen. Maar ook als solomuzikant heeft de inmiddels zeventigjarige Canadees al een aardig oeuvre bij elkaar geschreven, dat zich over ruim drie decennia uitstrekt.
Gent Jazz-habitués kunnen Daniel Lanois nog kennen van zijn passage in 2011 met Black Dub, zijn groep met überjazzdrummer Brian Blade én onze Trixie Whitley. En kijk, zondagavond kwam Lanois op met Trixie Whitley aan zijn zijde, om met haar en gitarist Jim Wilson meteen het Black Dub-nummer Silverado a capella de tent in te jagen. Lanois, Whitley en Wilson zouden die avond nog vaker een driekoppig gelegenheidskoortje vormen, zie het meeslepende, voor de soundtrack van het hyperpopulaire videospel Red Dead Redemption 2 gecomponeerde That’s the way it is.
Eén keer – tijdens het krachtige Surely, ook van Black Dub – mocht Whitley de microfoon vastpakken en vooraan het podium postvatten. Voor het overige nam ze plaats achter de drums, die ze niet zelden met haar blote handen bespeelde, en waren de spotlights vol op Lanois gericht. Die liet zijn gitaar echoën zoals Neil Young ten tijde van Le Noise (niet toevallig een Lanois-productie), haalde zijn beste Frans boven in de folky songs Jolie Louise en The Collection of Marie Claire en gaf op het eind nog een spoedcursus pedal steel.
Maar het hoogtepunt van de set was andermaal weggelegd voor een Black Dub-nummer: het heerlijk rammelende Ring the Alarm, door Lanois opgedragen aan de slachtoffers van shootings en ander onrecht. Lanois en Wilson verzamelden zich rond het drumstel van Whitley, die ‘ring the alarm’ als een mantra uitschreeuwde en zo hard op haar drumvellen klopte dat er een drumstok het decor in vloog. Spontaan, verrassend, opwindend: het Daniel Lanois Trio op Gent Jazz was een concert waar u bij had willen zijn.
Van Morrison blijft relevant, ondanks zijn smaragden jubileum (****)
Het slotconcert van dag vier was er één waarop u twee jaar hebt moeten wachten, want Van Morrison stond eigenlijk al in 2020 op de affiche. De bluesman snuffelt wel vaker aan jazz – hij schreef ten slotte ooit een nummer getiteld Close enough for jazz – en mocht in 2017 Jazz Middelheim al afsluiten. Toen namen we ons fedorahoedje af voor Morrison, en ook zondagavond op Gent Jazz werden we daartoe genoopt.
De show van Van The Man swingde dan ook van begin tot eind. Zijn nummers werden aan een moordend tempo de tent in gekatapulteerd door een band die bijna voor een voltallige voetbalploeg kon doorgaan, zij het wel een die niet met leder maar met orgels, xylofoons en blazers jongleert. En Van The Man zelf? Die zong feilloos voor een late zeventiger én imponeerde op mondharmonica en saxofoon.
55 jaar maakt Van Morrison al platen, goed voor een smaragden jubileum! En toch is een concert van Van The Man geen jukebox die alleen oldies voorschotelt. Met de uptempo opener Danger (uit het eerder dit jaar verschenen What’s it gonna take?) en opvolger Thank God for the Blues (uit Latest Project Volume 1 van vorig jaar) bewees Morrison al meteen zijn aanhoudende relevantie. Verderop in de set kwam ook Down To Joy nog voorbij, een song die hij schreef voor Belfast, Kenneth Branaghs in 2021 verschenen zwart-witfilm over zijn geboortestad. Het scheelde niet veel – nu ja, minstens één Bondsong van Billie Eilish – of Van The Man had ook nog Oscarwinnaar op zijn palmares kunnen bijschrijven.
Prijsbeesten te over in de rest van zijn set. Van These dreams of you over Full Force Gale en Ain’t gonna moan tot Moondance en Cleaning windows: ze werden zondagavond allemaal op dol enthousiasme onthaald. En dan moest de afsluitende tandem Brown eyed girl en Gloria, bewaard tot aan de bissen, nog komen. ‘Sha-la-la, la-la, la-la, la-la, la-la tee-da’, kweelde u in die eerste, en ook het zesletterwoord uit die laatste kreeg u vlekkeloos fonetisch gespeld: G-L-O-R-I-A. Na een refrein of drie verdween Van The Man in de coulissen, terwijl zijn band nog een tiental minuten door bleef soleren, tot aan de xylofoniste toe. Dan tóch nog jazz? Alleszins close enough.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier