Artiest - Sigur Rós
Datum - 01/07/2023
Locatie - Rock Werchter
Het hoge Noorden lag, tijdens de derde festivaldag, even in Werchter. Maar of we met die aardrijkskundige dwaling ook blij hoorden te zijn? Mwa.
Als enkele IJslandse metalfans beslissen samen een bandje op te richten, kun je nooit vooraf voorspellen wat het resultaat zal zijn. Neem nu Sigur Rós, een gezelschap dat met bouwstenen uit postrock, ambient, klassiek en liturgische muziek een unieke sound construeert die nog het best gedijt in de natuurlijke galm van een kerk of een kathedraal.
Onlangs bracht de groep haar achtste plaat uit, die zeer toepasselijk Atta werd genoemd en waarop ze wordt bijgestaan door het 41-koppige London Contemporary Orchestra. Het resultaat is van een opzienbarende schoonheid: minimalistische muziek, uitgevoerd met maximaal effect, waarin de IJslanders hun woede en boosheid uiten over de manier waarop de menselijke soort het klimaat en de natuur om zeep helpt. We hadden gehoopt in Werchter een flinke hap uit die plaat te horen te krijgen, maar de set van Sigur Rós stond vooral in het teken van zijn oudere materiaal. Helemaal vooraan zat zelfs al Svefn-g-enlar, het epische nummer waarmee de groep in 1999 internationaal doorbrak.
De songs van Jónsi en zijn gezellen hebben stilte en concentratie nodig en dat was in Werchter een probleem. Aangezien een groot deel van de bezoekers de voorbije dagen concerten hadden gemist omdat de Barn werd afgesloten wegens overvol, hadden fans van Fred Again enkele uren vooraf al strategisch postgevat in de tent. En omdat Sigur Rós hen aan de reet kon roesten, discussieerden ze dan maar luid over de Tour de France en verpestten het zo voor de echte fans. Neen, festivals zijn niet altijd een feest.
Maar goed, na een turbulent decennium waarin de groep afscheid diende te nemen van haar drummer, die zich blijkbaar had bezondigd aan grensoverschrijdend seksueel bedrag, en ze er in IJsland onterecht van werd beschuldigd belastingen te hebben ontdoken, is ze er weer ready to go. Zelfs toetsenman Kjartan Sveinsson, die in 2013 vertrok, is inmiddels op het oude nest teruggekeerd.
Castraat
Waar Sigur Rós het op het podium van Werchter over had, kunnen we u niet vertellen. De heren bedienden zich namelijk van een zelfverzonnen taaltje dat ze Hooplands noemen. Maar al de rest deed vertrouwd aan: Jónsi Thor Birgisson bewerkte zijn gitaar, naar goede gewoonte, met een strijkstok, zodat ze haast als een cello klonk, en zong door de pick-up van zijn instrument. Met zijn hoge koorknapenstem was hij in de 17de eeuw wellicht een castraatzanger geworden, maar vandaag staat hij hooguit bloot aan imitatoren of parodisten die zich vrolijk maken over zijn etherische repertoire.
Echte hts heeft Sigur Rós nooit gehad. Toch boorden nummers als Saeglópur of het als bis opgespaarde Untitled #5 zich in Werchter als een houtworm in je geheugen. Het ene moment deden de arrangementen majestueus, haast symfonisch aan, het andere zaten er noisy, industriële stoorzenders in verstopt. De visuals grensden vaak aan de abstractie, al waren ze altijd smaakvol. Het is geen toeval dat de muziek van Sigur Rós vaak in soundtracks wordt gebruikt.
Eén van de soberste momenten was een duet tussen Jónsi en de keyboardspeler: The Wizard of Oz, maar dan op zijn IJslands. Zeker, de groep maakte er in Werchter het beste van. Alleen kiezen ze bij hun volgende passage hopelijk toch weer voor een echte zaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier