Artiest - Måneskin
Locatie - Rock Werchter
Net als het Eurovisiesongfestival was de show van Måneskin op Werchter meer circus dan concert. Dat bedoelen we niet per se neerbuigend.
Ik ga er geen doekjes om winden: het verbaasde me dat de Måneskin-hype meer dan een jaar na hun Eurovisiewinst nog steeds niet was gaan liggen. Op zich apprecieer ik nochtans waar de band voor staat. Hun hele uitstraling heeft iets androgyn en open-minded, en wanneer muzikanten er in de moderne tijd in slagen om door te breken met rockmuziek, en dan verdorie nog dankzij Eurovisie, kan ik daar alleen maar respect voor hebben.
Het probleem zit me bij hun muziek. De nummers hebben gewoonweg weinig om het lijf. (Ik moet me hier heel hard inhouden om geen flauwe woordspeling over hun doorgaans weinig verhullende outfits neer te schrijven.) Ik heb nog geen Måneskin-nummer gehoord dat niet als een pastiche op hun geliefde rockmuziek klinkt.
Kopie van een rockmythe
“Varietérock”, zo omschreef Alex Callier de groep toen hij zijn Hooverphonic van Måneskin zag verliezen op Eurovisie. Laat het net dat aspect zijn waar de Italianen op Werchter slim op inspeelden. Stuk voor stuk kwamen ze het podium op met diep uitgesneden decotés, waar het publiek meteen instemmend voor juichte. Zanger Damiano David had zelfs een hartje rond zijn linkertepel laten tatoeëren. Dat kan wel tellen qua rock-uitstraling. Verder zagen we veel make-up, weinig kleren en veel gestes.
Vooral op dat laatste vlak legden de Italianen hun schtick er vingerdik op. Damiano zong elke noot alsof hij de hele weide probeerde te verleiden. Wanneer hij een nummer bracht waarin hij constant “mamma mia” zong, was dat even authentiek Italiaans als Mario & Luigi, maar ook even amusant. Ondertussen ging gitarist Thomas Raggi meermaals op de grond liggen zodat bassiste Victoria De Angelis bovenop hem kon hurken. Wanneer die twee hun instrumenten niet de liefde met elkaar lieten bedrijven, deden ze niets liever dan het publiek induiken en de adoratie van het publiek met open armen ontvangen.
Als u een rockshow zou moeten reconstrueren zonder er ooit een gezien te hebben, puur op Facebookreacties van boomers die beweren hoe het vroeger allemaal beter was, dan zou dit het resultaat zijn. Een kopie van een origineel dat deels een mythe is die nooit bestond. Zodanig over the top dat het amusant werd.
Van Limp Bizkit tot Iggy Pop
Hoe was de muziek, vraagt u zich misschien af. Dat ben ik eerlijk gezegd alweer vergeten. Nochtans wilde de band graag duidelijk maken dat ze meer waren dan “de Eurovisiewinnaars van vorig jaar”, want Zitti e buoni werd meteen als eerste nummer gespeeld, en niet als climax bewaard. Tevergeefs, want alle nummers gingen het ene oor in en het andere weer uit.
“De Italiaanse Limp Bizkit” had ik ergens in mijn notities geschreven tijdens een nummer waarin Damiano aan het rappen sloeg. Achteraf gezien maakte ik die associatie vooral omdat ook dat zo’n band is waarbij je nooit zeker weet waar de grens tussen pastiche en gemeende performance ligt. En toen Damiano het in een later nummer constant over “my generation” had, was The Who ook niet de eerste referentie waar ik aan dacht.
Nog een ander moment dat ik me herinner is toen Måneskin I wanna be your dog van The Stooges coverde, voorafgaand door een anekdote waarin Iggy Pop zelf de groep mailde om met hen samen te werken. Het toonde twee dingen aan. Eerst en vooral was het veruit het interessantste nummer in de set, waarmee Måneskins gebrek aan boeiende songwriting extra dik in de verf gezet. Maar belangrijker toonde het ook aan hoe de legendarische rocksterren van weleer gewoon meegaan in het potsierlijke verhaal van de Italiaanse band. Misschien is rock altijd al een beetje circus geweest, en zijn we er dankzij Måneskin eindelijk eerlijk over.
Ga ik na de Werchterpassage van Måneskin hun muziek thuis vaker opzetten? Absoluut niet, maar de volgende festivalshowzou ik weer durven meepikken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier