GoGo Penguin en Oscar Jerome op dag 2 van Gent Jazz: de toekomst van de jazz komt uit Engeland aangewaaid
Er was vrijdagavond weinig volk op De Bijlokesite, maar zij die er waren, keerden meer dan tevreden huiswaarts. Een verslag van drie bijzonder geslaagde concerten.
Al bij al weinig volk op deze zonovergoten tweede dag van Gent Jazz 2022. Had het te maken met het gebrek aan een echte headliner? De te grote diversiteit aan genres en stijlen? Of was het dan toch te veel terrasjesweer om in een tent te gaan staan? Hoe dan ook hadden de afwezigen weer eens ongelijk. Met dank aan een ontluikend Brits jazztalent, een magistraal zingende ‘blackbird’ en de spannende nu-jazz van GoGo Penguin.
Oscar Jerome (19u30-20u30): veelzijdige jazzcat
Oscar Jerome, gitarist van het hippe Londense jazzcollectief Kokoroko, timmert ook solo aan een carrière. Op Gent Jazz kwam hij tegelijkertijd zijn debuutalbum ‘Breathe Deep’ (2020) voorstellen – door corona waren eerdere shows in onder andere de Vooruit geschrapt – en zijn nieuwe, eind deze zomer te verschijnen opvolger al eens uitproberen. De 29-jarige Londenaar en zijn twee kompanen (bas en drums) hadden de pech dat ze rond etenstijd en met nog een heerlijk avondzonnetje als backdrop aan de bak moesten, waardoor het gros van het de aanwezigen gezapig buiten aan de tafeltjes bleef zitten. Ondankbare omstandigheden dus om het avondprogramma te openen. Voor een quasi lege tent zette Jerome nochtans stijlvol in met een van zijn bekendere nummers: ‘Sun for Someone’. De groovy baslijn, de strakke drums en de frivole gitaarsolo’s van Jerome konden toch meteen enkele geïnteresseerden lokken. Een setlist had Oscar Jerome niet echt, in de traditie van de ware jazzcats: inspiratie halen uit het moment.
Na de swingende opener schakelde de Londenaar een versnelling terug en koos hij voor meer gezapige funk, waarmee hij ook meteen zijn visitekaartje afgaf: een veelzijdig talent, niet enkel creatief op zijn Fender Stratocaster maar evenzeer vocaal, met een stem die kwispelend laveert tussen zwoel en speels. Zij het niet altijd even toonvast. Soul, jazz, funk, hiphop, voor de nieuwe generatie jazzmuzikanten vormen die diverse genres een speeltuin zonder toezicht. Al zeker in de Londense scene. Daar is deze Oscar Jerome een prototype van. Hij vuurde enkele nieuwe songs af op het ondertussen toch tot half de tent aangedikte publiek, met ‘The Spoon’ als hoogtepunt. Een ideale soundtrack bij een broeierige, dronken zomeravond in de straten van South London. Single ‘Do You Really’ deed vervolgens ook live zijn werk: het aan Gil Scott-Heron schatplichtige funk- en poetrynummer leverde heel wat knikkende hoofdjes op.
“I know this is a jazzfestival, where you’re supposed to only give some shin-stroking gazes, but I wanna invite you to dance a little”, daagde Jerome de bezoekers uit. Waarmee hij een mooie tagline gaf bij het soort concert waar hij voor staat: sfeervolle crossover jazz waar het spelplezier van afspat. Alleen jammer dat dit niet gespeeld werd in een volle tent, later op de avond, het zou geheid op een zwoel feestje uitgedraaid zijn.
Lady Blackbird (21u15-22u15): de stem en de attitude van een echte souldiva
Met ‘Black Acid Soul’ heeft Lady Blackbird wat ons betreft een van de beste platen van vorig jaar gemaakt. Een debuut dat de grandeur van de klassieke souldiva’s uitademt. Niet voor niets inspireerde Marley Munroe, zoals ze op haar paspoort heet, haar artistieke alter ego op een nummer van Nina Simone. Haar Europese tournee met die prachtige debuutplaat trapte ze vorige week af in Werchter. “It was wonderful there, and it keeps getting better”, gaf ze het publiek mee. De Amerikaanse soul- en blueszangeres geniet duidelijk van de faam die haar momenteel te beurt valt. En terecht.
Als een echte diva kwam ze ook pas na dik vijf minuten ten tonele, aan de arm van een begeleider, noblesse oblige. De contrabassist, drummer en gitarist waren dan al eventjes bezig met de toon te zetten. Bezwerend, mysterieus, mistig. “Walk with me”, zong Lady Blackbird, de aanhoorders uitnodigend haar te vergezellen in die trip richting schemering. Waarna het majestueuze ‘Blackbird’, de opener van haar album, in een lang uitgesponnen versie voorbij rolde. Eindigend in een vocale tour de force van de zangeres, de armen wijd uitgespreid: “Blackbird”, zong ze met die heerlijke vibrerende en soms hese soulstem van haar.
Die kwaliteiten zette ze nogmaals in de verf met het daaropvolgende ‘It’s Not That Easy’. Een klassieke, doorleefde tearjerker die evengoed van haar grote voorbeeld Nina Simone had kunnen komen. Munroe schreef alle nummers op haar debuut zelf, weliswaar in combo met producer Chris Seefried, die haar tijdens deze tournee ook bijstaat als gitarist. Op ‘Collage’ mocht de band zich uitleven, met een open doekje voor de toetsenist. Maar het was single ‘Five Feet Tall’, een van de eerste nummers die ze had geschreven, zo verklapte ze, dat vervolgens met het grootste applaus ging lopen. Beheerst en intens gezongen. Door haar uitstekende timing en de pauzes in haar frasering weet Lady Blackbird nog net dat tikkeltje meer gewicht te leggen in haar songs. Alleen jammer dat de instrumentale finale soms overstemd werd door geroezemoes en gestamp op de trappen. Toen het verontschuldigende, berouwvolle ‘It’ll Never Happen Again’ passeerde, werd het dan toch stiller. Een moment om te mijmeren, met een als het bluesy nichtje van Tina Turner vermomde Lady Blackbird als boetekoningin. Het publiek, waarvan de meesten weliswaar afgezakt voor GoGo Penguin, trakteerde op een daverend applaus.
De enige valse noot volgde in de finale. Want om na een set van niet eens vijftig minuten met zo’n égards afscheid te nemen – inclusief handkusjes langs weerszijden van het podium en een buiging met de hele band – en dan na 30 seconden in de coulissen braafjes weer ten tonele te verschijnen om de resterende tien minuten vol te maken… toch wat overdreven. Mooie encore wel, met het soulvolle ‘Did Somebody Make a Fool out of You’ – dat nergens op plaat staat. Niet het laatste dat we van haar gehoord hebben, sowieso.
GoGo Penguin (23u-00u30): vaandeldragers van de hedendaagse jazz
Eind vorig jaar nam GoGo Penguin afscheid van drummer Rob Turner, het was dus afwachten hoe ze zich in deze nieuwe bezetting, met Jon Scott als vervanger, zouden presenteren. Wel, na deze vrijdag kunnen we zeggen: nog altijd even secuur en spannend als vroeger. Al van bij het openingssalvo ‘Atomised’ en ‘Signal in the Noise’, twee nummers uit hun jongste plaat, het eponieme ‘GoGo Penguin’, werd duidelijk dat deze Britse vaandeldragers van de nu-jazz niets aan chemie en genie hebben ingeboet. Frontman en bassist Nick Blacka deelde na die beklijvende opener zijn vreugde met de fans: “Zo blij dat we ons nieuwe album -nu ja, uitgekomen in 2020, in volle lockdown- eindelijk live kunnen spelen. It feels so good to be back, we love this festival.”
Waarna het trio even gas terugnam met ‘Bardo’, gedragen door de minimalistische pianopartij van Chris Illingworth, dat je zo naast het beste van Philip Glass of Nils Frahm kan leggen, met een nerveuze drumpartij van Jon Scott als ondertoon en een rust scheppende baslijn van Nick Blacka. Het is pure magie hoe ze de instrumenten op een perfecte manier in elkaar laten vloeien. Straf ook hoe ze met hun drieën zo een wall of sound weten te creëren. Afgelijnd, technisch virtuoos en toch boeiend en instinctief. Elk bandlid kreeg netjes zijn moment om te schitteren tijdens ‘Break’, ‘Ocean in a Drop’ en ‘Wave Decay’. Daardoor kende de set wel even een verslapping in de spanningsboog.
Vanaf ‘Ascent’, een bijna poppy nummer uit de nieuwste EP ‘Between Two Waves’, de eerste plaat die ze opnamen met hun nieuwe drummer, pakte GoGo Penguin ons toch weer bij het nekvel. Met een aanstekelijke pianomelodie (een aandachtige Jef Neve zag van achterin de wei dat het goed was) en een glansrol voor nieuwkomer Jon Scott, die met wisselende ritmes speelde alsof hij in een Fiat Cinquecento door de drukste straten van Napels sjeesde. Fascinerend.
Het echte hoogtepunt volgde in de voorlaatste bocht, met ‘Transient State’, dat live veel krachtiger en meeslepender voor de dag kwam dan op plaat (‘A HumDrum Star’ uit 2018). Met dank aan Nick Blacka, die uit zijn double bass een baslijn toverde waar menig rockband jaloers op zou zijn. Die naar voren getrokken bas gaf het nummer plots een groove die niemand onberoerd liet. Een oorverdovende ovatie was de meer dan verdiende beloning. Afgesloten werd er met hun bekendste nummer ‘Hopopono’, waarna het enthousiaste publiek schreeuwde om een bis, dat werd ‘Protest’. Maar ons hoor je allerminst protesteren. Er was deze vrijdagavond weinig volk op De Bijlokesite, maar zij die er waren, keerden meer dan tevreden huiswaarts. Voldaan na een verrassend, divers, copieus maar smakelijk menu.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier