Gent Jazz: Als het nevenpodium de hoofdattractie wordt
Ongezien op De Bijloke: dichte drommen die zich tussen de hoofdacts naar de Garden Stage haasten. Het had alles te maken met WERF label night te maken.
Veel volk en veel zon: aan sfeer geen gebrek in de Gentse Bijloke. Misschien was dat wel het probleem op dag twee van Gent Jazz. Krijg al die mensen maar eens uit hun terrasstoel en in de concerttent.
Meteen de reden waarom publiekstrekker Mulatu Estatke (***) voor een halflege tent begon. Het octet van de koning van de ethiojazz, 79 intussen, deed uitstekend zijn werk. Verwacht geen grote thema’s of tempowisselingen, maar de sound van een straatventerskar die over een kasseiweg rijdt: dat dokkert, dat stuitert, dat rinkelt in gestaag tempo verder – maar climaxt niet. Zoals een Knack-collega het formuleerde: ‘De perfecte muziek om traag op te seksen.’
Gaandeweg dreef Estatke de temperatuur omhoog, met knap samenspel tussen de tenorsax en de trompet – en daaronder, helder als een glasorgel, de vibrafoon van de oude meester. De Chik Chikka Suite – volgens Estatkes aandoenlijke gemompel ‘vier stukken in één, heel intens’ – maakte de verwachtingen alsnog waar. Wie zich afvraagt waar Cubaanse ritmes vandaan komen: check dit. Wie zich afvraagt waar bands als Black Flower en Compro Oro hun inspiratie halen: check Mulatu Estatke.
Ook Kamaal Williams (***) had wat last van het vroege uur. Muziek van de nacht die begint om acht uur ’s avonds, dat wringt wat. Maar frictie ligt de Londenaar wel. ‘Nice to be at a real jazz festival. We don’t play jazz at all’, zei hij als binnenkomer. Hij omschrijft zijn muziek liever als ‘jazzy, funky, souly, hiphoppy, brokenbeaty, housey, discoy, breakbeaty, drum-‘n-bassy’.
Wat je vooral te horen krijgt is een groove in het ritme van een hart in rust, veel eighties-synths op en over de rand van de kitsch (Vangelis! Bilitis! Emerson Lake and Palmer!), maar ook een saxofonist die hard durft te gaan. Aan attitude en bucket hats geen gebrek, die jongens, maar iets meer vlees aan de botten zou aardig zijn.
Zou Snarky Puppy (***) de mainstage alsnog in brand steken? Een bomvolle tent was er klaar voor. Het nonet, eilaas, niet. Sinds 2005 staat de band uit Brooklyn bekend om zijn speelplezier, een kundige fanfare van honger en dorst die jazz mixt met funk en soul. Hun recentste album Empire Central, goed voor een Grammy, klonk scherp en vinnig.
Precies dat bleek te ontbreken in hun set, die een aaneenschakeling was van slappe grooves met enkele plaagstootjes erboven – een quote uit de standard Bye Bye Blackbird hier, een tongue in cheeck synthpartijtje daar, gelukkig Nieuwjaar. Pas tegen het eind kwam de zaak alsnog van de grond, in alle voorspelbaarheid. Ritmisch handgeklap en samenzang waren hun deel. Plezierig, ja. Platjes, dat ook.
Gelukkig was er de Garden Stage, die donderdag werd gecureerd door het WERF-label. In dertig jaar tijd is het Brugse muziekhuis geëvolueerd van een thuis voor Belgische jazz- en improbands (de generatie Kris Defoort/Ben Sluijs/Trio Grande) naar een vrijhaven voor Belgische groepen die in de rafelranden van de jazz actief zijn (The Milk Factory/Schntzl/Don Kapot).
Vier acts stelden ze in Gent voor: Ventilateur, Spook, Uma Chine en MDC III. En dat werkte. Tussen de acts op het grote podium trok een mensenstroom naar de Garden Stage. Ongezien: de voorbije jaren speelden veel bands er voor een bijna leeg grasveld.
Uma China (*** ½), het vehikel van de Gentse Nele De Gussem, bewees hoezeer de band de voorbije jaren gegroeid is. Een driestemmige swirl, polyritmiek, de dreampop van Beach House: als David Lynch een vervolg op Twin Peaks wil maken, moet hij even naar Gent bellen.
Maar de uitschieter was Spook (****). Met supergroepen is het altijd uitkijken, maar dit kan tellen. Drummer Simon Segers kent u van De Beren Gieren, Black Flower en MDC III. Bassist Nicolas Rombouts van Ottla en als gevierd producer. En gitarist-pedalsteelman Filip Wauters is de drijvende kracht achter The Whodads en BackBack.
Wat gelijk opviel: Spook gaf zich volledig over aan improvisatie, een verademing op deze dag. Wat begon als een Daniel Lanois-trip – wolken van pedalsteel met Brian Blade-achtige drumpartijen – werd een woest avontuur vol gruizelnoise en speelplezier. Wij zeggen: volgend jazz op de mainstage, op een ereplaats.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier