EuroSonic 2024, dag 3: in de muziekindustrie leeft meer dan ooit de Europese gedachte
Met een beetje goede wil zou je EuroSonic een hippere versie van het Eurovisiesongfestival kunnen noemen. Je ontdekt er pop-, rock- of elektronica-artiesten uit landen als Estland, Servië of Cyprus die (nog) niet echt bekend staan om hun bijdragen tot het algemene muzieklandschap. Dat heeft echter vaker met de industrie dan met het gebrek aan creativiteit te maken. In Groningen is gelukkig geen sprake van competitie: iedere act krijgt veertig minuten op het podium om het publiek van zijn kunnen te overtuigen. En op zo’n moment maakt het geen donder uit of je uit Frankrijk, Italië, Polen of Scandinavië komt.
Vaclaw Zimpel rolt elektronische klanktapijten uit en voegt er jazzy kleuren aan toe
Polen was dit jaar het focusland tijdens EuroSonic, en dat ging zeker niet onopgemerkt voorbij. Na Immortal Onion en Ciśnienie vóór hem kwam tijdens de slotavond ook Vaclaw Zimpel, een veertigjarige elektronicamuzikant en producer uit Poznan, even de puntjes op de i zetten. Zimpel is van oorsprong een improvisator, een rusteloze freejazzmuzikant die als bandleider van Daagara, Emergency, The Light, Hera, Undivided of zijn eigen kwartet een internationale reputatie wist op te bouwen. Hij is ook een beslagen klarinettist, die zowel Eric Dolphy en Ornette Coleman als Anton Webern en Igor Strawinksi als inspiratiebronnen naar voren schuift.
De jongste jaren is hij vooral in de weer met laptops, sequencers, filterbanken en ander programmeerbaar spul. Dat leverde al bijzondere samenwerkingen op met James Holden, met wie hij twee jaar geleden in Brussel op de Feeërieën te zien was, en met Forest Swords en Shackleton. In Groningen verscheen de man -met vissershoedje- moederziel alleen op het podium, verschanst achter zijn computer, keyboards en digitale apparatuur. Dat leidde aanvankelijk tot lange, vrij abstracte composities waar Vaclaw Zimpel regelmatig veldopnamen of gevonden geluiden door mengde.
De artiest toverde weliswaar stotterende beats tevoorschijn, maar maakte nadrukkelijk geen dansmuziek en nam het publiek beurtelings mee door kosmopolitische en pastorale sferen. Zodra hij zijn elektronische klanktapijt had uitgerold, speelde hij er met zijn (bas)klarinet verbluffende motiefjes overheen: soms meditatief, soms bij trance aanleunend. Zimpel eindigde zijn set met Broken Soul Whistle, een folky deuntje dat hij op een soort herdersfluit begon en vervolgens elektronisch bewerkte en in stukken hakte. Zo riep hij een fascinerende geluidswereld op die je van de ene verrassing in de andere deed belanden. Vaclaw Zimpel gooide al hoge ogen op festivals van Brighton tot Chicago en als u iemand bent die graag in de leftfield graast, komt u hem in de nabije toekomst beslist nog tegen.
Brama speelt draailierrock op zijn Occitaans
Een Frans powertrio, afkomstig uit het Centraal Massief, dat in het Occitaans zingt en een traditionele draailier door de effectenmolen jaagt? Op EuroSonic draaien ze er hun hand niet voor om. Brama, dat verder uit een gitarist en een zingende drummer bestaat, groeide op met Angelsaksische rockmuziek, maar kwam tot het besef dat die weinig met hun echte roots te maken had. Dus dompelden ze zich onder in de plaatselijke tradities en begonnen ze de noise en psychedelische rock die hen zo na aan het hart lag te combineren met polyfone gezangen en gedichten van Marcelle Delpastre. In Groningen speelde Brama een hoogst aanstekelijke set, die je nog het best kon omschrijven als folkrock met punkspirit en versierd was met close harmony-zang uit het boekje van Crosby, Stills & Nash. En ja hoor, vanaf nu beschouwen we de hurdy gurdy (of draailier) als een echt rock-‘n-rollinstrument.
De etherische pop van Marta Del Grandi lonkt naar David Lynch
Ze is afkomstig uit Milaan maar eigenlijk is ze een wereldburger. Singer-songwriter Marta Del Grandi woonde overal, van China en Nepal tot België en pikte overal wel iets op dat ze in haar muziek kon integreren. In Groningen speelde ze in de Lutherse kerk, een prachtig kader waar de zangeres en gitariste werd bijgestaan door een saxofoniste en een subtiele drummer die zich regelmatig van kraaltjes en belletjes bediende.
Onlangs bracht Del Grandi bij het Britse Fire Records haar tweede langspeler Selva uit en die stond ook centraal tijdens haar concert. Mooie luisterliedjes als Chameleon Eyes werden afgewisseld met experimentelere nummers, type Marble Season, waarin ze harmonieerde met haar eigen gesamplede stem en zo een heus koor wist te suggereren.
Marta Del Grandi behielp zich met beperkte middelen, maar sprong er trefzeker mee om en zorgde ervoor dat ieder detail van betekenis was. En passant bewees ze dat ze zoveel meer is dan een doordeweekse folkchanteuse. In haar complexe songs hoorden we ook echo’s uit jazz en etherisch pop die geknipt leken voor een soundtrack van David Lynch. Kortom, Del Grandi heeft alles om tot een grote dame uit te groeien.
Den Der Hale stopt zijn muziek vol verraderlijke draaikolken
Aan gelikte Zweedse dancepop geen gebrek, zoveel hebt u tijdens diverse zomerfestivals al meermaals zelf kunnen vaststellen. Maar dat is gelukkig niet het hele verhaal. Den Der Hale, een vijfkoppig post-psychgezelschap uit Malmö is intussen binnengehaald door het Britse Fat Cat-label, dat destijds ook Sigur Rós bij een internationaal publiek introduceerde en op 24 februari zijn tweede langspeer Pastoral Light op de wereld loslaat.
De gelaagde, lang uitgesponnen nummers van de groep putten zowel uit etherische folk als uit Krautrock, zijn voorzien van meedogenloze ritmen en atonale melodieën en doen ietwat donker en filmisch aan. In de befaamde muziekclub Vera kwam Den Der Hale tegelijk repetitief en hypnotisch uit de hoek. De set van het kwintet kwam traag op gang, maar zodra het de juiste groove had gevonden, merkte je dat zijn muziek vol verraderlijke draaikolken zat. Den Der Hale betekent blijkbaar zoiets als ‘de gladde’ en dat blijkt een zeer misleidende bandnaam te zijn. ‘Muziek met weerhaakjes’ was, wat ons betreft, toch iets waarheidsgetrouwer geweest.
Heave Blood and Die twijfelt tussen krautpunk en postrock
Dat Noren een bizar gevoel voor humor hebben, viel al af te leiden uit televisiereeksen als Dag of Exit. En wat te denken van een band die zich Heave Blood and Die noemt? Een recensent omschreef zijn derde lp Post People al als ‘een geluid dat bijdraagt tot de instorting van de moderne maatschappij’. Een andere gewaagde van een ‘post-apocalyptisch universum’, want de dames en heren werpen zich op als verwoede klimaatactivisten.
De muziek zelf was echter wars van pretentie. Live kwam het vijftal behoorlijk stevig voor de dag, met potige nummers die schatplichtig waren aan Black Sabbath, Killing Joke, The Cure en Can. Opvallend was de rol van de keyboardspeelster, die met veel zwier op bijna alle nummers haar stempel drukte. Heave Blood and Die laat zeer binnenkort zijn vierde langspeler los, waaruit in Groningen alvast Things That Hurt werd vrijgegeven. Krautpunk? Postrock? Het maakt niet uit welk etiket je op het beestje plakt. Zeker was Heav Blood and Die, ook om half twee ’s ochtends, de toeschouwers niet de kans gaf om in te dommelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier