De tops en flops van Pukkelpop (dag 1)
Naar jaarlijkse gewoonte stond de openingsavond van Pukkelpop in het teken van Belgische artiesten. Al was het een noorderbuur die het meeste indruk maakte.
Lees al onze verslaggeving van Pukkelpop 2024 in ons dossier.
Tops
Het emotionele feestje van Gotu Jim
Hoewel de openingsavond van Pukkelpop voornamelijk gewijd is aan Belgische artiesten, worden er af en toe ook Nederlanders met open armen ontvangen. Zo mocht de dancehall geopend worden door Gotu Jim, getekend op het Burning Fik-label van Faberyayo. Met openingsnummer Gezeik zette hij meteen de toon: de dronken zwalpende gitaarklanken benadrukten hoe de jonge rapper het vaak over zijn donkerdere emoties heeft, de diepe bassen stelden de aanwezigen gerust dat er ook gefeest mocht worden. En dat laatste was allesbehalve een probleem: de lichtvoetige drum & bass van Regen deed de aanwezigen rondspringen, terwijl de schuifelende beat van Geekin vooral op de heupen inspeelde. Acidtab en Emma waren dan weer sprankelende trappop, en de melancholische house van Stiekem Wil ik DJ Zijn deed zelfs een klein moshpitje ontstaan. Gotu Jim toonde zich een charismatische performer die emotioneel lol wist te trappen, en zorgde zo voor het leukste optreden van de openingsdag.
Een sessie Japanse avondgymnastiek
Het tweede hoogtepunt van de dag werd wél door een Belgische act voorzien, al zat er ook hier een internationaal randje aan. Aili Murayama, naast Orson Wouters de andere helft van het electropopduo Aili, verhuisde als kind immers van Japan naar België. In haar muziek zingt ze nog steeds een versimpelde vorm van het Japans, een eigen taaltje dat ze als kind ontwikkelde om te kunnen blijven communiceren met haar in Japan gebleven vader. Het is een muzikaal jargon dat zich perfect leent voor de speelse muziek van Aili. De gezapige beats waren ideaal om te stampen en mee te knikken, terwijl de basgitaar van Wouters regelmatig voor een funky sausje zorgde. Voeg daar onder meer een onsubtiele knipoog naar Baby van Justin Bieber en een sessie avondgymnastiek op de song Up & Down aan toe, en de pret is compleet. Als we het ergens mee zouden moeten vergelijken, dan had het duo iets weg van het Japanse neefje en nichtje van Charlotte Adigéry & Bolis Pupul.
Ongecompliceerde maar lekker rammelende rock
Het warm water uitvinden deden ze niet, maar dat compenseerde Meltheads rond middernacht door een hoop energie en jeugdig enthousiasme mee te nemen. Eerder dit jaar bracht de Antwerpse band zijn debuutalbum Decent Sex uit, een verzameling ongecompliceerde maar lekker rammelende garagerocksongs. Op een podium kwamen de nummers nog net iets steviger binnen, niet in het minste omdat frontman Sietse Willems tekeer ging als een duivel in een wijwatervat. Af en toe mocht het tempo omlaag, zoals tijdens hun bekendste nummer Naïef, maar de nadruk lag op scheurende gitaren en uptempo ritmes die de eerste slaapkoppen meteen weer wakker zouden schudden. En als dat niet voldoende was, dan was er nog een onverwachte knipoog naar Gwen Stefani’s Hollaback Girl. Muzikaal gezien niet het fijnzinnigste dat Pukkelpop te bieden heeft, maar who cares?
Flop(?)
Een karaokeshow van het meest verguisde metalgenre
Nu-metal. Er is een hele generatie mee opgegroeid die zich daar ondertussen voor doodschaamt. Al blijkt dat geen universele ervaring te zijn. Zo beloofde de inleidende stem bij de coverband Bizkit Park dat we zouden feesten alsof het weer 1999 was. Zonder gêne. Reeds tien jaar staan de heren op de planken om de grootste hits van het meest verguisde metal-subgenre live te brengen. Break Stuff, In the End, Down With the Sickness, Toxicity, Last Resort,… Allemaal passeerden ze de revue. Weliswaar in verkorte versies, waardoor er een spervuur aan hits op het publiek werd afgevuurd. Op die manier pasten er veel meer songs in een setlist van een uur, maar daardoor ging het ook nog meer dan anders als een makkelijke karaokeshow voelen. Het publiek kreeg immers geen tijd om zich te vervelen, want elke twee minuten was er wel een ‘hè, dit nummer ken ik nog uit mijn jeugd’-momentje. Een gevoel dat ik zelf ervaarde, aangezien ik ook nog een boze twaalfjarige ben geweest.
Soms is dat leuk, maar het is ook een wel heel makkelijke manier om te scoren. Bovendien werden de nummers niet altijd met even veel finesse gebracht – voor zo ver dat een factor is bij nu-metal – iets wat nog het meest opviel bij de compleet sfeerloze uitvoering van Deftones’ My Own Summer (Shove It). Misschien is het niet helemaal terecht om deze show als flop te bestempelen, want verveeld heb ik me niet. Maar het was vooral leuk op dezelfde manier dat het soms leuk is om in een melige bui eens Radio Nostalgie op te zetten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier